GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 77 OG£KOHEN STUKKEN. No. 127. Leiden, 27 Mei 1902 Onder overlegging van nevensgaand adres geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Dr. J. W. Muller te Utrecht vrijstelling te verleenen van de betaling van schoolgeld voor zijne beide dochters, vroeger leerlingen der Hoogere Burger school voor Meisjes, over het laatste kwartaal van den loo penden cursus en teruggave van schoolgeld voor zijn zoon, vroeger leerling van de Jongensschool Ie klasse, over 'de maanden Mei en Juni, tot een bedrag van f 10 aangezien wegens vertrek uit deze gemeente, de beide dochters van adressant den 3den Mei en zijn zoon den 30sten April de hier boven genoemde onderwijsinrichtingen verlaten hebben. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Wetlr. van loeiden. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen de ondergetee- kende, Dr. Jacob Wijbrand Muller: dat hij den lsten Mei j.l. de gemeente Leiden metterwoon verlaten heeft; dat mitsdien zijne dochters Gerarda Jacoba en Johanna Engelberta den 3den Mei de Hoogere Burgerschool voor meisjes en zijn zoon Cornelis Everhard den 30sten April de Openbare Lagere school 1ste klasse verlaten hebben; .weshalve hij verzoekt: a. vrijstelling van de betaling van het schoolgeld op de Hoogere Burgerschool voor Meisjes over het 4de kwartaal; b terugbetaling van het schoolgeld op de Openbare Lagere school over de maanden Mei en Jnni. Hetwelk doende enz. Utrecht, 15 Mei 1902. J. W. Muller. No. 128. Leiden, 28 Mei 1902. Naar aanleiding van het bepaalde bij art. 61, 2e lid der kieswet geven wij Uwe Vergadering in overweging onder staande personen, die zich op onze uitnoodiging bereid hebben verklaard, zoo dit noodig mocht blijken, als lid of plaatsver vangend lid in een stembureau zitting te nemen, voor den tijd van 12 maanden, ingaande 1 Juni as., te benoemen tot leden of plaatsvervangende leden van de stembureaux voor de verkiezing van leden van de Tweede Kamer der Staten- Generaalvan de Provinciale Staten en voor zoover zij kiezer zijn in het kiesdistrict, waarvoor de stemming geldt, ook voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. KIESDISTRICT I W. A. Affourtit. D. J. v. Amerom. H. van Andel. J. S. Arnold. A. van Asperen. Dr. A. G. de Baas. G. A. Bader. Dr. E. F. v. d. Sande Bakhuyzen. Dr. A. Beets. D. Beuth. M. R. Beuth. G. J. Bik. T. Bik. A. Boekwijt. Dr. P. A. A. Boeser. J. A. Bos. H. H. Breuning. C. Christiaanse Jr. Mr. H. M. A. Coebergh. A. Corts. J. P. Creyghton. S. C. van Doesburgh. G. van Driel. A. H. Dros. H. C. A. van Duuren. M. J. L. Ente. C. G. H. H. W. Geesink. Dr. II. D. van Gelder. F. G. H. Gerlings. A. Goekoop. C. Goekoop. Mr. J. H. Goudsmit. D. Hartevelt H.Cz. Dr. D. C. Hesseling. A. J. den Hollander. Mr; E. L. T. Hoogenstraaten, J. M. van Houten. Dr. D. A. de Jong. Dr. A. Kluyver. C. H. Kouw. S. Kutsch Lojenga. A. J. de Lange. W. A. van Lith. J. Mersie Bruijn. W. C. Mulder. H. L. van Nifterik. P. van Outeren. A. Parmentier. H. Paul. A. L. Reimeringer. N. F. Reijst. W. de Rooy. A. P. W. Sanders. H. M. Sasse. K. L. v. Schouwenburg. C. F. Schudel. F. A. W. Schudel. Mr. W. Sipkes. F. de Stoppelaar. W. J. Suringar. H. W. Tieleman. J. P. Trap. J. A. van der Valk Bouman. W. F. Verheyvan Wijk. Dr. G. van Vloten. Mr. H. Vos. A. D. Vijgh. M. v. d. Wal, H. P. T. van Wensen. J. F. Wolterbeek. J. C. Zaalberg, KIESDISTRICT II. A. J. van Achterberg. P. Alma Lz. J. Arnoldy. Dr. P. J. Blok. J. M. Baron van Boecop. J. G. Borger. E. Bouma Nieuwenhuis. N. Brouwer. P. J. Burgersdijk. Mr. H. H. Cornelissen. M. C. F. J. Cosijn. A. Couvée P .Tz. P. E. Gunaeus. Dr. D. A. H. van Eek. M. J. Eigeman. E. Fransema. Dr. J. W. C. Goedhart. E. Groen. A. v. d. Harst. J. Hartevelt Az. J. J. van Hoeken. H. J. Jesse. J. de Josselin de Jong. G. J. Leendertz. Dr. J. W. Lem. Mr. J. C. v. d. Lip. H. B. van Maaren. W. Massink. H. Meinesz. C. Peltenburg. S. J. Ie Poole Dr. L. Punt. Dr. F. Pijper. G. F. Reijst. T. H. Ritman. J. Roem. Dr. J. J. Salverda de Grave. Dr. L. II. Siertsema. C. van Spall. N. J Stallinga. F. H. Verster. G. de Vink. Dr. S. G. de Vries. C. Wassenaar. P. Werkman. J. Wuyster. F. C. Zuurdeeg. KIESDISTRICT III. Mr. P. M. von Baumhauer. A. J. Binnendijk. B. Blankenberg. H. J. Blommendaal. E. J. Bomli Jr. J. Broekman. H. L. A. van Campen. L. J. Cohen. L. G. v. Dorp. C. T. Driessen. P. Fontein Jr. J. P. Fonteyn. J. J. P. de Graaf. J. M. P. de Graaf. G. Groen. W. J. van Harteveld. C. A. Heykoop. A. J. van Hoeken. J. W. Hoogenstraaten. G. F. Japikse. A. G. Kloots Jr. B. J. P. de Koning. M. J. H. v. d. Koog. J. H. J. Kuypers. H. J. Labree Jr. Dr. P. L. Muller. H. J. van Nouhuys. G. M. Pleyte Wz. Ph. Rank Dz. F. van Romburgh. H. H. van Romburgh. F. G. Rosier. D. Veilbrief. W. F. K. Versteeg. No. 129. Leiden, 28 Mei 1902. De steeds in omvang toenemende werkzaamheden op de financieele afdeeling der gemeente-secretarie, inzonderheid de onlangs ingevoerde pensioensregeling ten behoeve van de weduwen en kinderen van gemeente-ambtenaren, maken ver sterking van het personeel dier afdeeling dringend nood zakelijk. De werkzaamheden, welke uit die regeling voort vloeien, zijn zoo vele en zoo belangrijk, dat zij, althans aanvan kelijk, den arbeid van een vollen ambtenaar zullen vereischen. Wij wijzen u slechts op het aanleggen en bijhouden volgens het kaartstelsel van een statistiek der gemeente ambtenaren en hunner steeds wisselende bezoldigingen; het regelen der pen sioensgrondslagen en -bijdragende controle op de inning dier bijdragen en hare boeking op staten; de berekening der uit te keeren pensioenen met alle daaraan verbonden naspo ringen voorts de administratieve bemoeiingen aan het beheer van het fonds verbonden, het opmaken der jaarlijksche be grooting en rekening en het uitbrengen van het jaarverslag: alle werkzaamheden, welke een hooge mate van accuratesse vereischen en alleen door een ervaren, zelfstandig werkend ambtenaar kunnen worden verricht. Intusschen meenen wij te mogen verwachtendat die amb tenaar, wanneer eenmaal -de regeling behoorlijk is opgezeten in werking is, een deel zijner dagtaak ook nog aan andere werkzaamheden zal kunnen wijden en daardoor de taak van het bestaande personeel belangrijk zal kunnen verlichten. Want ook dat is noodzakelijk. Immers, wij zeiden het boven reeds, ook. de gewone werkzaamheden aan de financieele afdeeling zijn in den laatsten tijd zoo belangrijk toegenomen, dat alleen door den buitengewonen ijver en krachtsinspanning der bestaande ambtenaren behoorlijk in den dienst kon worden voorzien. Volgt nu reeds uit het boven medegedeelde, dat voor de werkzaamhedenuit de pensioensregeling voortvloeiende, niet met een jongsten ambtenaar kan worden volstaan, nog om een andere reden behoort die afdeeling met een goede kracht te worden versterkt. De afstand toch tusschen den chef der af deeling en den eersten in anciënniteit op hem volgenden ambtenaar (er zijn er in het geheel drie) is te groot, dan dat den laatsten bij een eventueele afwezigheid van den eersten van eenigszins langeren duur met volle gerustheid de leiding en het

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 1