53
andere regeling van de bezoldiging van den Directeur der
Kweekschool noodzakelijk (in overeenstemming met het vroeger
door U genomen besluit) benevens eenige andere kleine wijzi
gingen zooals o. a. de opneming van het nieuwe artikel 29.
In de artt. 24 en 40 zijn thans de vakken r, rbis en t(de
beginselen der landbouwkunde, die der tuinbouwkunde, en de
fraaie handwerken voor meisjes) uitgezonderd, omdat in die
vakken in geen der beide afdeelingen van de Kweekschool on
derwijs wordt gegeven.
Verder blijkt thans uit de artt. 28 en 41welke strekken
ter vervanging van het oude art. 11, dat de cursus voor de
kweekelingen begint den len Mei, die aan de afdeeling B met
den len Dinsdag in September.
Uit de kennisneming van de adviezen van den Districts
schoolopziener en van de Plaatselijke Schoolcommissie, welke
in de Leeskamer ter inzage liggen, zal U blijken dat de laatste
zich geheel en al met onze concept-verordening kon vereenigen,
en dat de eerste tegen haren inhoud geene overwegende be
denkingen had. Zooals de schoolopziener het zelf uitdrukt, had
inzage van het concept hem slechts tot enkele opmerkingen
van ondergeschikten aard aanleiding gegeven. In onderstaande
concept-verordening is aan enkele dier opmerkingen eenigszins
tegemoetgekomenandere gaven ons daartoe geen aanleiding.
Onder verwijzing naar bovenbedoelde bescheiden geven wij
U thans in overweging tot de vaststelling der verordening over
te gaan.
VERORDENING voor de Kweekschool van Onderwijzers
en Onderwijzeressen te Leiden.
Algemeene bepalingen.
Art. 1.
De Kweekschool bestaat uit twee afdeelingen.
De eerste afdeeling is bestemd voor de opleiding van
kweekelingen tot onderwijzer of onderwijzeres; de tweede
om onderwijzers en onderwijzeressen, in het bezit der acte
bedoeld bij art. 56a der Wet op het Lager Onderwijs, in de
gelegenheid te stellen zich verder te bekwamen, hetzij voor
de acte, bedoeld bij art. 566 dier wet, hetzij voor een of meer
bepaalde vakken.
Art. 2.
Aan het hoofd der Kweekschool staat een leeraar met den
titel van directeur, wien, behalve de directie, ten hoogste
20 uren les per week worden opgedragen.
Art. 3.
De directeur wordt benoemd door den Gemeenteraad uit
eene voordracht van ten minste twee personen, opgemaakt
door Burgemeester en Wethouders na overleg met den Dis-
tricts-Schoolopzienerwiens schriftelijk advies bij de voor
dracht wordt gevoegd.
Art. 4.
De overige leeraren en leeraressen worden benoemd door
den Gemeenteraad uit eene voordracht opgemaakt door Bur
gemeester en Wethouders na overleg met den Districtsschool
opziener en den directeur, wier schriftelijke adviezen bij de
voordracht worden gevoegd.
Burgemeester en Wethouders wijzen den leeraar aan, die
bij afwezigheid of ontstentenis van den directeur, dezen
vervangt.
Art. 5.
Het onderwijs in het teekenen en de gymnastiek wordt
gegeven door de daartoe aangewezen leeraren bij de gemeente
instellingen voor middelbaar en lager onderwijs.
Zijn de bedoelde leeraren geheel of gedeeltelijk niet be
schikbaar voor dit onderwijs, dan beslist de Gemeenteraad op
welke andere wijze in de behoefte zal voorzien worden.
Art. 6.
De jaarwedde van den Directeur bedraagt, onafhankelijk
van het aantal door hem gegeven lesuren, f 3200.
De jaarwedde der leeraren bedraagt zooveel maal 75.—
'sjaars als zij wekelijks uren les geven, met uitzondering
van die der leeraren voor het teekenen en de gymnastiek,
welke bij afzonderlijke verordening geregeld wordt, en der
leeraressen voor het onderwijs in de handwerken voor meisjes,
dat met f 50.— in het jaar per wekelijksch lesuur bezoldigd
wordt.
Art. 7.
De directeur woont de lessen zooveel noodig bij.
Art. 8.
Hij examineert de kweekelingen, de onderwijzers en onder
wijzeressen, hoofdelijk of klassikaal, wanneer hem dit nuttig
voorkomt.
Art. 9.
Hij is belast met de toelating van hen, die de lessen willen
volgen, met de administratie en met de correspondentie.
Art. 10.
Hij geeft vóór 1 Juli van elk jaar aan Burgemeester en
Wethouders verslag van den toestand van het onderwijs in
het afgeloopen schooljaar en zendt een afschrift van dit ver
slag aan den Districtsschoolopziener en de Plaatselijke School
commissie.
Art. 11.
De leeraren der Kweekschool gedragen zich, als zoodanig,
naar de voorschriften van den directeur, behoudens beroep op
Burgemeester en Wethouders.
Zij zijn verplicht, ook buiten de lesuren, den directeur in
het toezicht op de leerlingen behulpzaam te zijn.
Art. 12.
Zijn de leeraren door ziekte verhinderd hunne lessen te
geven, dan berichten zij dit tijdig aan den directeur. Wenschen
zij om andere redenen afwezig te blijven, dan treden zij met
hem in overleg.
Art. 13.
Bij afwezigheid of ontstentenis van een leeraar nemen de
overigen, volgens aanwijzing van den directeur, de lessen waar.
Art. 14.
Eene vergadering van directeur en leeraren benoemt voor
elk schooljaar een der leden tot secretaris.
Art. 16.
De zorg voor de leermiddelen is, onder toezicht van den
directeur, opgedragen aan den leeraar, die ze bij zijne lessen
gebruikt.
Geene aankoopen of bestellingen geschieden dan door den
Directeur of met zijne toestemming.
Art. 17.
Alle bepalingen voor de leeraren gelden ook voor de
leeraressen.
Art. 18.
Zij, die de lessen aan de Kweekschool willen volgen, melden
zich aan bij den directeur onder overlegging van hunne ge
boorte-acte.
Kweekelingen, aan eene bijzondere school verbonden, worden
geplaatst op verzoek van het hoofd dier school.
Art. 19.
Op verzoeken om toelating van personen, die zich voor het
geven van onderwijs willen bekwamen en niet als kweekeling
aan eene school verbonden zijn, of geene acte van bekwaam
heid bezitten, wordt door Burgemeester en Wethouders
beschikt.
Art. 20.
Allen, die de lessen bezoeken, zijn verplicht daarvan getrouw
gebruik te maken.
Zijn zij door ziekte verhinderd, dan geven zij vóór den
aanvang der lessen kennis aan den directeur.
Wenschen zij om andere redenen afwezig te blijven, dan
vragen zij hem om verlof.
Art. 21.
Nemen zij bij herhaling het bepaal de in het voorgaande
artikel niet in acht, dan kunnen zij op voorstel van den
directeur door Burgemeester en Wethouders van de Kweek
school worden verwijderd.
Art. 22.
Zij, die zich onbehoorlijk gedragen, worden verwijderd, voor
ééne les door den leeraar, die de les geeft, voor eenige lessen
door den directeur, voor altijd door Burgemeester en Wet
houders.
Art. 23.
De vacantiën zijn:
a. Van Donderdag vóór Paschen tot het einde der Paaschweek.
b. De Hemelvaartsdag.
c. Zaterdag vóór Pinksteren en de Pinksterweek.
d. Van den 2den Zaterdag in Juli tot den lsten Dinsdag
in September.
e. De 3de October.
f. De namiddag van den 5den December.
g. Twee weken Kerstvacantie.
h. De verjaardag van de Koningin.
Andere vacantiën mogen niet gegeven worden dan met
toestemming van den Burgemeester.
afdeeling- A. Van de kweekelingen).
Art. 24.
Op de afdeeling A wordt onderwijs gegeven in
1°. de vakken, vermeld in art. 2 der Wet van 17 Augustus
1878 (Staatsblad n°. 127), gewijzigd bij de Wet van 8 Decem
ber 1889 (Staatsblad n°. 175), behalve die, genoemd in r, rbis en f;
2°. de theorie en de praktijk van onderwijs en opvoding.