DONDERDAG 20 MAART 1902.
47
overigens uit het oogpunt van het belang van de Leidsche
waterverbruikers zoo eenvoudig mogelijk. Wij moeten trach
ten er voor te zorgen dat dezen geen gebrek aan water
krijgen en mogen dus geen besluiten nemen, die daartoe aan
leiding kunnen geven. En dan weet ik geen ander voorstel
te doen dan het door Burg. en Weth. ingediende. Het niet
hooren van den Commissaris hieromtrent is geen omissie,
maar wij achtten deze zaak zoo eenvoudig, dat wij dit niet
noodig oordeelden.
De heer de Lange, ik heb alle waardeering voor den Com
missaris van de gemeente bij de Maatschappij, maar ik wil
toch opmerken, dat onze Commissaris niet als deskundige in
waterleidingzaken gecommitteerde van de gemeente is.
Onze Commissaris zal zich zéker ook niet als technisch
deskundige op dit gebied beschouwen.
Als er iets te bejammeren is, dan is het wel dit, dat het
voorstel van Burg. en Weth. niet gekomen is 1 Augustus
1896. Maar nu zou ik met de heeren Juta en Pera zeggen:
laten wij de zaak niet langer uitstellen.
De Maatschappij wordt in geen enkel opzicht aan banden
gelegd; zij kan elk oogenblik de vergunning, die noodig is
om buiten de gemeente water te leveren, aanvragen, en die
vergunning zal zeker niet geweigerd worden, wanneer de
Maatschappij eerst ten opzichte van de gemeente Leiden ten
volle aan hare verplichtingen heeft voldaan.
De heer Fockema Andrew. M. d. V. Ik wensch de leden
van den Raad in de gelegenheid te stellen de zaak nog nader
te overwegenen ik stel dus voor om de behandeling van
dit voorstel aan te houden.
Het voorstel wordt voldoende ondersteund.
In stemming gebracht, wordt het met 18 "egen 8 stemmen
verworpen.
Tegen stemmen de heeren: Sijtsma, Kaiser, J. P. Driessen,
Timp, van Tol, Bosch, Witmans, de Vries, Pera, A. J. van
Hoeken J.Jzn., Korevaar, van Hamel, Aalberse, P. J. van
Hoeken, A. Mulder, Eerstens, Bots en de Voorzitter.
Voor stemmen de heeren: Fockema Andreae, Hasselbach,
de Goeje, van Kempen, van Disssl, de Lange, P. J. Mulder
en Zaaijer.
De heer A. J van Hoeken J.Jzn. M. de V. Door Burg. en
Weth. wordt in hunne toelichting gezegd:
«Onder deze omstandigheden kan er, dunkt ons, geen
sprake zijn van eenige onbillijkheid, indien de bij raadsbesluit
van 17 Maart 1887 aan de Maatschappij verleende algemeene
bevoegdheid door U althans voorloopig weder worde terug
genomen, met behoud natuurlijk van de vergunning om water
te blijven leveren aan de perceelen van Zoeterwoude en Lei
derdorp, welke thans reeds zijn aangesloten."
Wanneer ik mij niet vergis dan is na 1887 ook aan de ge
meente Oegstgeest water geleverd. Die gemeente wordt nu
hier niet genoemd. Moet zij niet evenals Leiderdorp en Zoe
terwoude worden vermeld?
De Voorzitter. In de toelichting staat: »In overeenstem
ming met het te dezer zake door de Commissie van Fabricage
uitgebracht advies geven wij Uwe Vergadering daarom in
overweging alle destijds aan de Leidsche Duinwatermaat
schappij verleende algemeene vergunningen tot het leveren
van duinwater aan ingezetenen van andere gemeenten in te
trekken, onder bepaling dat het haar vergund zal zijn voort
te gaan met de levering van duinwater ten behoeve dier per
ceelen in andere gemeenten, welke reeds zijn aangesloten."
Daaronder behoort dus ook Oegstgeestal wordt die gemeente
niet uitdrukkelijk genoemd.
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. d. V. Zijn Burg. en
Weth. in het bezit van eene lijst van contractanten voor de
levering van duinwater tot op dit oogenblik?
De Voorzitter. Neen, zulk eene lijst hebben wij niet. Het
is verbazend moeilijk te controleeren, wanneer de Maatschappij
buiten ons weten iemand wil aansluiten. Maar daarvoor be
hoeft, geloof ik, ook niet zulk eene vrees te bestaan. Boven
dien, daarvoor is, zou ik zeggen, de Commissaris der gemeente,
om tegen zoo iets te waken.
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. d. V. Ten eerste was
het volgens U niet noodig den Commissaris te hooren over
de intrekking der vergunning, ten tweede had hij er voor moeten
zorgen, dat wij verleden jaar voldoende water hadden, en
om nu in de derde plaats een beroep te doen op den Com
missaris waar hij anders wordt voorbijgegaan dat is iets,
wat ik niet begrijp.
De heer Aalberse. Het is misschien moeilijk altijd precies
na te gaan waar aansluitingen worden gemaakt, maar men
begrijpt wel, dat wanneer dit bij den een of ander heimelijk
geschiedt, de concurrent, die er ook huizen heeft, spoedig bij
Burg. en Weth. komt om te klagen, dat in het geheim water
wordt geleverd, tenzij er misschien sprake zou zijn van
waterlevering op zeer kleine schaal.
Wanneer het op groote schaal geschiedt, hooren wij het wel
De heer A. J. van Hoeken J.Jz. Uit zakelijk oogpunt be
schouwd vraag ik, welken indruk het intrekken van een ver
gunning moet maken, indien Burg. en Weth. na dat intrek
ken toch niet zullen kunnen constateeren of er toch nog
water wordt geleverd.
De Voorzitter. Dan moet dat worden gecontroleerd.
De heer de Goeje. Zou dat niet te informeeren zijn aan
het kantoor van dengene, die de gelden int?
De heer de Lange. Laten wij aan de Maatschppij een op
gave vragen van de contractantendie opgave zal zeker ver
strekt worden.
De Voorzitter. Er zal getracht worden daarin te voorzien.
Elke wet kan echter worden ontdoken.
De heer de Lange. Ik zou nu willen voorstellen om het
adres van de gemeente Oegstgeest en dat van de duinwater
maatschappij betreffende waterlevering in de gemeente Oegst
geest nu niet te behandelen, maar deze adressen te stellen in
handen van Burg. en Weth. om advies, omdat dit een nieuwe
aanvraag tot waterlevering is.
De Voorzitter. Het verzoek van de duinwatermaatschappij
is een algemeen verzoek en de Raad heeft goedgevonden de
adressen te behandelen bij punt 17 der agenda. De aanvrage
in het algemeen slaat ook op Oegstgeest.
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. M. de V. Dat ik nog
maals op deze zaak terug kom, is niet om een schijn van
fraude op de maatschappij te willen leggen, doch alleen dat
het niet goed is een vergunning in te trekken, indien men
niet kan nagaan wie er vóór de intrekking contractanten
waren. Het doet mij echter genoegen dat Burg. en Weth.
de zaak zullen onderzoeken en op de hoogte zullen trachten
te komen van het aantal op dit oogenblik bestaande ver
gunningen.
De heer Sijtsma. Mij dunkt dat er geen reden is om de
adressen, die op het voorstel terugslaan, niet te behandelen.
Als wij het voorstel van Burg. en Weth. aannemen, zijn die
adressen van de baan.
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Het komt mij voor dat
er toch wel verschil bestaat tusschen de twee adressen. Het
adres van de duinwatermaatschappij is van algemeene strek
king en dat van het Gemeentebestuur van Oegstgeest niet.
De gemeente Leiden heeft in Oegstgeest het krankzinnigen
gesticht en het Sanatorium voor zenuwlijders. Het is dus
van het grootste belang voor Leiden, dat ook aan Oegstgeest
voldoende zuiver water wordt verstrekt, met het oog op de
toekomst, wanneer onverhoopt de eene of andere epidemie
mocht uitbreken.
De Voorzitter. Ook het verzoek van Oegstgeest heeft een
algemeene strekking.
De heer de Lange. M. d. V. Ik wensch mijn voorstel om
de adressen van de duinwatermaatschappij en van de ge
meente Oegstgeest apart te behandelen in te trekken, want
niets verhindert deze belanghebbenden, wanneer zij het noodig
achten, later op de zaak terug te komen.
De beraadslaging wordt gesloten.
Daarop wordt het voorstel van Burg. en Weth. zonder
hoofdelijke stemming aangenomen en op het verzoek der Duin
watermaatschappij om water te mogen leveren aan Oegstgeest
eveneens zonder hoofdelijke stemming afwijzend beschikt.
XVIII. Voorstel om:
a. afwijzend te beschikken op het door J. N. Botermans in
gediend verzoek om de poort van het Elisabethshof geheel of
over eene lengte van 12 a 13 meter te mogen overbouwen.
b. in te trekken de bij raadsbesluiten van 19 November
1855 en 29 November 1860 verleende vergunningen tot het
maken en behouden van eene overbouwing van de poort van
het Elisabethsgasthuis.
(Zie Ing. St. n°. 57).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan
genomen.
XIX. Verzoek van J. en J. N. Botermans om vergunning
tot het dempen en rioleeren van een gedeelte sloot aan de
Zoeterwoudsche Singel.
(Zie Ing. St. n°. 72).
Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig
op beschikt.