42 DONDERDAG 20 MAART 1902. 1901 van het Geref. Minne- of Arme Oude Mannen- en Vrouwen huis en rekening over 1901. 5". Rekening van de Plaatselijke Schoolcommissie, over het jaar 1901. 6°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1901, van de Stads Bank van Leening. Worden gesteld in handen van de Comm. van Financiën. 7°. Verzoek van de Directie der Leidsche Duinwatermaat schappij om duinwater te mogen leveren in de gemeente Oegstgeest. Aan den Raad van de gemeente Leiden. Geeft met den meesten eerbied te kennen de Leidsche Duin water-Maatschappij te Leiden: dat bij haar aanvrage van Burgemeester en Wethouders der Gemeente Oegstgeest is ingekomen voor voorwaarden der leverantie voor duinwater in de gemeente Oegstgeest; dat reeds van Uwen Raad vergunning is verleend tot het leveren van duinwater in de gemeente Oegstgeest in de nabij heid der grenzen van de gemeente Leiden; dat, alvorens de gemelde gevraagde uitbreiding toe te staan, zij zich verplicht acht volgens artikel 12 der concessie Uwe goedkeuring te vragen; dat haar voornemen is de leverantie van duinwater te doen geschieden uitsluitend per kubieken meter met een minimum bedrag per jaar niet lager te stellen dan berekend wordt voor huiselijk gebruik in gemeente Leiden; dat haar om twee redenen deze aansluiting zeer gewenscht voorkomt lo dat 't bij epidemie van groot belang is de gemeente Oegstgeest ook voorzien zal zijn van duinwater; 2° dat de verbinding tusschen de thans bestaande buis bij het krankzinnigengesticht te Oegstgeest met de bestaande pijp in Oegstgeesterweg bij Poelbrug eene groote verbetering voor de meerdere toevoer der gemeente Leiden zal zijn. Redenen waarom de Leidsche Duinwater-Maatschappijals adressante, zich tot U wendt met het eerbiedig verzoek de vergunning te willen geven tegen bovengemelde voorwaarden duinwater te mogen leveren aan de gemeente Oegstgeest. 'tWelk doende, De Leidsche Duinwater-Maatschappij C. M. van Spall, Leiden, 11 Maart 1902. waarn. Directeur. Zal worden behandeld bij punt 17 der agenda. 8°. Verzoek van Jhr. C. J. Strick van Linschoten om terug betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. 9°. Verzoek van L. E. Nieuwenhuizen om vergunning tot demping van de Lobsloot en ingebruikneming van den door demping verkregen grond. 10°. Idem alsvoren van H. A. van Ingen Schenau, ten aan zien van een gedeelte sloot tusschen den Hoogevoortweg en het Villapark te Oegstgeest. Worden gesteld in handen van Burg en Weth. 11°. Verzoek van de Leidsche Duinwatermaatschappij om niet over te gaan tot intrekking van de algemeene vergun ningen tot waterleverantie in andere gemeenten. Aan den Raad van de gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: de Leidsche Duinwater-Maatschappij, gevestigd te Leiden; dat zij met leedwezen kennis heeft genomen van de voor dracht van Burgemeester en Wethouders van 7 Maart 1902; dat zij toch meent dat, indien Burgemeester en Wethouders haar vooraf over hun voornemen hadden gehoord, het haar gemakkelijk zou zijn gevallen hun aan te toonen, dat voor den voorgestelden maatregel inderdaad geen voldoende aanleiding is; dat zij toch ten volle overtuigd is, dat tengevolge van de in 1901 uitgevoerde werken, althans voor 1902 en 1903 niet de minste vrees behoeft te bestaandat geen voldoende water zou kunnen worden geleverd, terwijl aan den Raad voor te leggen plannen tot verdere uitbreiding in onderzoek zijn, en zij kan verzekeren dat die zoo tijdig zullen worden voorgelegd, dat zij bij goedkeuring reeds in 1903 kunnen worden uitge voerd dat dan ook, waar zij verklaarde dat door de uitvoering der werken van 1901 alleen voorloopig weer voldoende in de behoefte zou worden voorzien, zij die uitdrukking «voorloopig" geenszins zoo beperkt opvatte als Burgemeester en Wethouders schijnen te doen; dat zij thans niet wil treden in de vraag, of eens krachtens de concessie verleende vergunningen, die niet tot wederopzeg ging zijn verleend, eenzijdig kunnen worden ingetrokken, doch aan Uw Raad met vertrouwen de vraag onderwerpt, of, indien de Raad daartoe al bevoegd mocht zijn, het geraden is van die bevoegdheid gebruik te maken, vooral thans, waar de aan staande zomer, naar adressante vast overtuigd is, zal bewijzen dat de vrees van Burgemeester en Wethouders ongegrond is; dat toch de contracten voor aansluitingen, die in de laatste jaren krachtens de verleende vergunningen zijn tot stand ge bracht, van zeer weinig beteekenis zijn, 1896 19 contracten 1897 10 1898 13 1899 11 1900 18 1901 10 tegenover een geheel getal van 1177 contracten, zoodat gerust kan gezegd worden, dat het weigeren of maken van nieuwe aansluitingen op de hoeveel heid water van bijna geen invloed zal zijn; dat daartegenover staat, dat ingezetenen van die gemeen ten, aan wie aansluiting zou moeten worden geweigerd, zeer teleurgesteld zouden worden en dit misschien voor sommige gemeenten een motief zou kunnen zijn, zelve eene waterleiding aan te leggenwaardoor de belangen van de Maatschappij en dus ook van de gemeente zeer zouden worden benadeeld; dat met het oog op de verleende vergunningen overeen komsten zijn gesloten met enkele gemeenten, die alsdan be zwaarlijk gehandhaafd kunnen worden,waardoor verwikkelingen zouden ontstaan, óók zeer ten nadeele der Maatschappij en Uwe gemeente; dat voorts voor de enkele aansluitingendie zouden worden aangevraagd, Uw Raad telkens zou moeten worden lastigge vallen. Redenen, waarom requestrante eerbiedig verzoekt, niet tot den voorgestelden maatregel te besluiten. 't Welk doende enz. De Leidsche Duinwater Maatschappij C. M. van Spall, Leiden, 18 Maart 1902. waarn. Directeur. Zal worden behandeld bij punt 17 der agenda. 12°. Verzoek van den Commissaris van politie om ook op hem toe te passen de gunstige bepaling van de Pensioenver ordening ten opzichte van de agenten en controleurs van politie. Aan den Gemeenteraad van Leiden. EdelAchtbare Heeren. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: Reinier Nicolaas van der Maaren, Commissaris van politie te Leiden; dat in de eerstvolgende Raadsvergadering aan de orde zal worden gesteld eene concept-verordeningregelende het ver- leenen van pensioen en wachtgeld aan gemeente-ambtenaren, waarin wordt voorgesteld een diensttijd van 40 jaren en een leeftijd van 65 jaren om het f van het activiteitstractement als pensioen te verkrijgen, waarbij alleen eene uitzondering wordt gemaakt voor vrouwelijke ambtenaren, controleurs en agenten van politie, die na 30-jarigen diensttijd en op 55-jarigen leeftijd recht op pensioen hebben; dat voor het gewichtig ambt van Commissaris van politie, die ook hulp-officier van Justitie is, in eene gemeente van eenige beteekenis, nimmer personen worden benoemd dan tusschen de 30 a 40 jaren oud, na elders bij eene politie- administratie hunne opleiding tot dat ambt te hebben ontvangen; dat die titularissen alzoo, ook met het oog op hunne veel omvattende werkkring, daar zij behalve hunne gewone dienst, ieder oogenblik kunnen worden opgeroepen, zelfs bij nacht, Zon- en feestdagen niet uitgesloten, eene betrekking alzoo verbindender dan voor andere ambtenaren in dienst der ge meente, geen 40 dienstjaren kunnen behalen; dat hij bescheiden mag opmerken, dat in de Amsterdamsche pensioenverordening eene gunstige bepaling ten behoeve der politie voorkomt, waarbij de Commissarissen (er zijn daar zeven in getal) niet zijn buitengesloten; Redenen waarom hij beleefdelijk verzoekt, evenals de Inspec teurs en agenten dit bij rekest aan Uwen Raad verzocht hebben, ook voor hem een diensttijd van 30 jaren en J/45 als grondslag voor het pensioen, echter het van het activiteitstractement niet te boven gaande, te willen bepalen. 't Welk doende Leiden, 17 Maart 1902. R. N. van der Maaren. Zal worden behandeld bij punt 19 der agenda. 13°. Verzoeken van W. H. van der Laaken en J. F. Hensing om opgenomen te worden in het pensioenfonds voor weduwen en kinderen van gemeente-ambtenaren. Aan den Raad der gemeente Leiden. Geeft met den verschuldigden eerbied te kennende onder- geteekende Willem Hendrik van der Laaken, gepensionneerd agent van politie te Leiden; dat hij bescheiden de vrijheid neemt in het belang zijner I echtgenoote en ruim 17-jarige jongste dochter, door dezen

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 2