14 DONDERDAG 30 JANUARI 1902. aanleiding kan geven tot groote bezwaren en moeilijkheden. Dit wilde ik opmerken voor die ledendie misschien de stukken niet mochten gelezen hebben. De Voorzitter. Ik kan hierop antwoorden dat de heer Haarmans bij request gevraagd heeft, dat zijn vrouw haar zaak zou mogen blijven drijven, doch dat dit niet een voor waarde is, die hij aan een eventueele benoeming verbindt. Het is een zaak, die geheel behoort bij Burg. en Weth om door hen geregeld te worden bij de instructie. En wanneer Burg. en Weth. mochten toestaan, dat zijn vrouw de winkel blijft behouden, dan zal daaraan zeer zeker de bepaling ver bonden worden, dat deze vergunning bij de minste moeilijk heid, welke daardoor ontstaat ten aanzien van zijn werkkring, wordt ingetrokken. Deze zaak is met den heer Haarmans en den heer Filippo besproken en overwogen. In ieder geval zal een zoodanige regeling worden getroffen, dat de gemeente daarvan nooit schade zal kunnen hebben. Dat de heer Wisse ook goed is blijkt uit het feit, dat hij n°. 2 is geplaatst, maar de heer Haarmans is volgens oordeel van de deskundigen ongetwijfeld de beste van alle sollicitanten. De H.H. Prof. Wijsman en Dr. Filippo hebben veel moeite gedaan om te weten te komen wie de beste was, en de sollicitanten examen doen afnemen door een bevoegd deskundige, den eersten keurmeester te Rotterdam. De heer Pera. M. d. V.! Zooals ik gezegd heb maak ik geen bezwaar tegen de nominatie als zoodanig, en ik wil ook niet treden in de rechten van Burg. en Weth., maar waar de Raad toch moet benoemen, meen ik dat deze rekenschap moet houden met de feiten. En dan verschil ik met den Voor zitter van meening omtrent de beteekenis van het drijven van een zaak. Ik meen dat wij ons moeten plaatsen op een ge zonden grondslag, en dan wil het mij voorkomen dat er geen sprake kan zijn van het drijven van een zaak er bij. De invloed daarvan kan m. i. niet uitblijven. De Voorzitter. De meest gezonde toestand is, dat wij heb ben den besten, den bekwaamsten keurmeester, die als het ware is aangewezen door de heeren, die dagelijks met den keurmeester moeten werken. En wanneer wij den besten keurmeester krijgen door eene faciliteit te verleenen, moeten wij daartoe in het belang van de gemeente overgaan. De vergunning, waarvan hier sprake is, kan de gemeente niet schaden, want bij den eersten keer dat zij een verkeerd gevolg zou hebben, zal zij worden ingetrokken. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Ik kan mij volkomen vereenigen met den heer Pera, daar ik in beginsel gekant ben tegen het uitoefenen door gemeente-ambtenaren van een beroep of bedrijf, hetzij onmiddellijk, hetzij middellijk. De Voorzitter. Maar de zaak, waarvan hier sprake is, gaat den man in het geheel niet aan. Zij wordt uitgeoefend door zijn vrouw, geheel zelfstandig; het is een hoedenzaak en de man heeft zich daarmede nooit bemoeid. Overigens meen ik dat deze kwestie moet worden geregeld door Burg. en Weth., en het spreekt van zelf, dat waar wij het van groot belang achten den besten keurmeester te krijgen, wij aan den anderen kant bereid zijn tot de onschadelijke concessie, dat de zaak van zijn vrouw niet behoeft opgeheven te worden. De beraadslaging wordt gesloten. II. Benoeming van een lid der Commissie van Toezicht op het Middelbaar Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 20). De Voorzitter. Mag ik den heeren P. J. Mulder, van Dissel en de Vries verzoeken met mij het stembureau uit te maken? Voordat wij tot de benoemingen overgaan zou ik den Raad willen voorstellen te besluiten Dr. Muller onzen bijzonderen dank te betuigen voor al hetgeen hij zoovele jaren in het belang van het Middelbaar Onderwijs en dus van onze ge meente heeft gedaan. Daartoe wordt bij acclamatie besloten. Benoemd wordt Dr. J. J. Salverda de Grave met algemeene (26) stemmen. III. Benoeming van een secretaris der Commissie van Toe zicht op het Middelbaar Onderwijs. (Zie lng. St. n°. 27). Benoemd wordt Mr. 11. M. A. Coebergh met algemeene (26) stemmen. IV. Verzoek van J. A. Longepee, om continuatie in de be trekking van Stads-heelkundige. (Zie Ing. St. n°. 210). Het verzoek wordt toegestaan met 23 stemmen en 3 van onwaarde. V. Benoeming van een keurmeester van eet- en drinkwaren. (Zie Ing. St. n°. 22). Benoemd wordt de heer P. D. Haarmans met 14 stemmen tegen 12 op den heer J. J. Wisse. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemoprysmers zeer voor hunne medewerking. VI. Verzoek van A. van der Harst, om eervol ontslag als leeraar aan de Kweekschool voor onderwijzers en onderwij zeressen. (Zie Ing. St. n°. 147 van 1901 en 20). De Voorzitter. Ik stel den Raad voor dit ontslag te ver leenen op de meest eervolle wijze, onder dankbetuiging voor de vele en langdurige diensten aan het onderwijs bewezen. Daartoe wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming besloten. VII. Verzoek van L. van Oeveren, om eervol ontslag als 2e onderwijzer aan de Jongensschool 2e klasse. (Zie Irig. St. n°. 21). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming ver leend. Vllf. Verzoek van Mej. P. W. de Vries, om eervol ontslag als 3e onderwijzeres aan de school der 3e klasse n° 5. (Zie lng. St. n°. 29). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming verleend. IX. Verzoek van C. J. Leendertz. leeraar aan de Hoogere Burgerschool voor jongens, om verlof. (Zie Ing. St. n°. 25). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming ver leend. X. Verzoek van Mr. H. M. G. Kloppenburg, om terugbe taling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 28). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. XI. Staat van af- en overschrijving op de begrooting, dienst 1901, van de dienstdoende Schutterij. (Zie Ing. St. n°. 31). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming voor- loopig vastgesteld. XII. Voorstel tot: a. onderhandsche opdracht van de vernieuwing van den onderbouw van de Kraaierstraatsbrug aan P. J. Hartevelt. b. beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de uit voering van het sub a genoemde werk. (Zie Ing. St. n°. 30). De Voorzitter. Ten aanzien van punt b van dit voorstel wilde ik een voorstel doen betreffende de betaling. Wanneer wij die doen uit den post voor onvoorziene uitgaven, dan slinkt deze post reeds nu in de eerste maand van het jaar tot ruim f 5000 en Burg. en Weth. meenen bij nader inzien, dat dit wel eenigszins bedenkelijk is in verband met het feit dat ons nog groote uitgaven wachten voor traktementen van de onder wijzers aan de scholen voor Lager Onderwijs en andere zaken. Daarom geven wij nu in overweging de betaling te doen in 5 jaren, zoodat 5 achtereenvolgende jaren 1000 daarvoor op de begrooting wordt gebracht. De post bedraagt f 5050,13. Heeft de Commissie van Financiën hiertegen bezwaar? De heer Drucker. Voor zoover ik de Commissie kon raad plegen, kan deze zich daarmede wel vereenigen. Het gewijzigde voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XIII. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van voorbereidende maatregelen voor de uitvoering van de woningwet. (Zie Ing St. n«. 23). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming aangenomen. XIV. Voorstel tot: a. het oprichten van een 6e openbare lagere school der 3e klasse. (Zie Ing. St. n°. 19). Wordt zonder beraadslaging of hoofdelijke stemming aan genomen. I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 2