GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
45
INGEKOBEII STl kkDX.
N°. 32. Leiden, 27 Januari 4902.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen,
dat zij, wanneer Uwe Vergadering besluit tot beschikbaar
stelling van gelden ten behoeve van voorbereidende maatre
gelen voor de uitvoering van de woningwet en tot onder-
handsche opdracht van de vernieuwing van den onderbouw
van de Kraaierstraatsbrug aan P. J. Hartevelt, geen bezwaar
heeft tegen de wijze waarop de voor een en ander benoodigde
gelden zullen worden gevonden.
In dat geval geeft zij U in overweging de betrekkelijke
overgelegde begrootingsstaten vast te stellen.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie voornoemd.
N°. 33. Leiden, 27 Januari 4902.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te deelen
dat zij, wanneer Uwe Vergadering besluit tot de oprichting
van een 6e openbare school der 3e klasse, geen bezwaar heeft
tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot den
aankoop ten behoeve dier school, van het terrein gelegen
achter den Morschweg aan het einde van de Paul Kriïger-
straat, groot ongeveer 2780 M2 tegen een koopprijs van ƒ3,—
per M2, benevens de kosten van overdracht.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie voornoemd.
N°. 34. Leiden, 27 Januari 4902.
De Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen heeft
met belangstelling kennis genomen van de ontworpen veror
dening ter regeling van de jaarwedden der leeraren aan het
Gymnasium te Leiden.
De meening van twee harer leden, tevens curatoren van
het gymnasiumis bekend uit de missive der curatoren. Deze
leden zijn, zooals van zelf spreekt, voor het voorstel gunstig
gestemd, al bevredigt het hen niet in allen deele.
Het derde lid der Commissie is van meening, dat de toe
passing van het stelsel, door den Staat bij het Middelbaar
Onderwijs ingevoerdop het Leidsche Gymnasium geene aan
beveling verdient.
Omtrent twee bijzondere punten veroorlooft de Commissie
zich eene opmerking.
De leeraar in de Geschiedenis en Aardrijkskundebenoemd
onder de geldende verordening, moet naar haar inzien geacht
worden een verkregen recht te hebben op de verhoogingen
naar de bepalingen dier verordening, en dus bij behoorlijke
plichtsbetrachting eerder voor die verhoogingen in aanmerking
komen, dan volgens de ontworpen wijziging het geval zou zijn.
Van de bedragen der verhoogde kosten, in de memorie van
toelichting van Burgemeester en Wethouders genoemd, zou de
helft gedragen worden door den Staat, en dus slechts de helft
ten laste der gemeente blijven.
De Commissie voornoemd,
Fockema Andrew, Voorzitter.
T. Zaaijer.
Aan den Gemeenteraad. Th. W. van Lidth de Jeude.
N°. 35. Leiden, 27 Januari 4902.
De Commissie voor de Huishoudelijke Verordeningen heeft
geen bezwaar tegen de voorgestelde wijziging in de verorde
ning voor de Plaatselijke Commissie van Toezicht op de Scholen
voor Middelbaar Onderwijs te Leiden.
De Commissie voornoemd
Fockema Andrew, Voorzitter.
T. Zaaijer.
Aan den Gemeenteraad. Th. W. van Lidtii de Jeude.
N°. 36. Leiden, 4 Februari 4902.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van de firma
J. de Groot en Zonen te Noordwijk en onder verwijzing naar
het daaromtrent in de Leeskamer ter inzage liggend rapport
van de Commissie van Fabricage, geven wij Uwe Vergadering
in overweging overeenkomstig uw op een dergelijk verzoek
van de firma de Groot genomen besluit van 9 Januari van dit
jaar (zie Ingek. Stukken n°. 2) te besluiten aan J. de Groot
en Zonen, bloemisten te Noordwijk, te verkoopen een gedeelte
berm van het jaagpad van Leiden naar Haarlem, kadastraal
bekend onder Sectie L n°. 51, gedeeltelijk, gemeente Noordwijk,
groot 90 M.2 tegen een koopprijs van 0.70 per M.2 en
tegen betaling van de kosten, op de overdracht vallende.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: de onderge-
teekenden Bartholomeus en Petrus de Groot, handelaars in en
kweekers van bloembollen, onder de firma J. de Groot en Zonen
te Noordwijk, dat zij besloten zijn ook hun perceel bekend
als gemeente Noordwijk, Zwetterpolder Sectie L n°. 40/41 voor
de cultuur van bloembollen te gaan bezigen.
Reden waarom zij UEd. Achtbare beleefd verzoeken hun een
stukje berm ter grootte van 90 M. O, zooals bijgaand situatie
plan aangeeft, voor een billijken prijs te willen verkoopen en
indien zulks niet te veel gevergd is met bekwamen spoed aan
den Raad te willen voorleggen, om ingeval er gunstige beschik
king op moge volgen, gelijk met de twee in ons vorig verzoek
gevraagde perceelen op onzen naam te doen overschrijven,
't Welk doende
UEd. Achtbaren dw. Dienaren,
B. de Groot.
P. de Groot.
N°. 37. Leiden, 1 Februari 4902.
Bij raadsbesluit van 44 November 4901 (zie Ing. St. n°. 275)
werd besloten de bovenwoning van het perceel aan de Oude
Heerengracht, Sectie A n°. 787 te verhuren aan W. J. M. Bakx,
verver alhier, tegen een huurprijs van ƒ117.per jaar, Onder
bepaling dat de huur telken 3 maanden bij vooruitbetaling
zou worden voldaandat de gemeente ten allen tijde bevoegd
zou zijn de huur ook tusschentijds te doen eindigen, mits daar
van 3 maanden tevoren aan den huurder kennis gevende en
voorts onder de gewone voorwaarden.
Aan dit besluit kon evenwel door het terugtreden van W.
J. M. Bakx geen uitvoering worden gegeven.
Thans heeft zich als huurder aangemeld A. de Mooy, boek
drukker alhier.
Noch bij de Commissie van Fabricage, noch bij ons college
bestaat bezwaar hem als zoodanig te aanvaarden.
Mitsdien geven wij U in overweging:
4°. in te trekken uw besluit van 14 November 4901 tot
verhuring van bovenbedoelde woning aan W. J. M. Bakx;
2°. deze woning met ingang van 1 Maart te verhuren aan
A. de Mooy alhier, onder dezelfde voorwaarden, als bij het
sub 1° vermeld besluit zijn gesteld.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 38. Leiden, 1 Februari 4902.
In nevensgaand schrijven van Commissarissen der Stedelijke
Gasfabriek wordt uiteengezet, dat niet langer mag worden
gewacht met de uitvoering van verschillende werken tot uit
breiding der fabriek, aangezien deze in de maand December
van het vorige jaar genaderd is tot de aflevering van de maximum
hoeveelheid gas, die bij de tegenwoordige inrichting kan wor
den afgegeven, en in de naaste toekomst een nog steeds toe
nemend gasverbruik mag worden verwacht.
Het bedrag, voor de uitvoering der door hen noodig geachte
werken benoodigd, wordt door Commissarissen geschat op
54000.Aangezien evenwel op het Uitbreidings- en Ver
nieuwingsfonds voor 1902 nog ƒ14000.beschikbaar zijn, zal
dit fonds slechts met 40000.behoeven te worden aangevuld.
Overtuigd van de noodzakelijkheid der voorgestelde werken
geven wij Uwe Vergadering alzoo in overweging:
1°. te besluiten tot aanvulling van het Uitbreidings- en Ver
nieuwingsfonds der gasfabriek met ƒ40000.—, te vinden uit
geldleening, onder bepaling dat door de gasfabriek een rente
van 5% 'sjaars aan de gemeente worde betaald en jaarlijks
5 worde bestemd tot aflossing van schuld of kapitaalbeleg
ging, te beginnen met het jaar 4903;
2°. vast te stellen den hierbij overgelegden suppletoiren
begrootingsstaat, dienst 1902, ten bedrage van ƒ40000.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 28 Januari 1902.
De Commissie voor de Stedelijke Gasfabriek heeft de eer het
volgende onder Uwe aandacht te brengen.
In de maand December 4901 is tijdens de uren van het
rootste verbruik gebleken, dat de gasfabriek genaderd is aan
e maximum hoeveelheid gas (4000 kub. meter per uur), die
door haar kan worden afgegeven.
Verruiming van de uitlaten der gashouders, vervanging van
den aanwezigen regulateur door een van grootere capaciteit,