2 DONDERDAG 9 JANUARI 1902. II. Benoeming van een lid der Commissie voor het Stedelijk Museum „de Lakenhal". (Zie Ing. St. n°. 12). Benoemd wordt met algemeene stemmen de heer Dr. P. J. Blok. III. Benoeming van een derden onderwijzer aan de Open bare school der 3e klasse n°. 4. (Zie Ing. St. n°. 16). Benoemd wordt met 27 stemmen de heer G. Beun 2 stem men waren van onwaarde. De Voorzitter. Ik dank de heeren stemopnemers voor hunne welwillende medewerking. IV. Verzoek van J. A. van Dijk, om eervol ontslag als hoofd der Openbare School der 2e klasse voor jongens en meisjes. (Zie Ing. St. n°. 15). De Voorzitter. Burg. en Weth. stellen voor het gevraagd ontslag te verleenen op de meest eervolle wijze, onder dank betuiging voor de gewichtige diensten, ook in deze betrekking door den heer van Dijk aan de gemeente bewezen. Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming dienovereenkomstig besloten. V. Verzoek van H. J. Visser, om terugbetaling van school geld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 3). De heer Witmans. M. d. V. Slechts een enkel woord naar aanleiding van dit voorstel, dat geheel in overeenstemming is met de verordening. Ik wilde slechts vragen om, indien te zijner tijd deze verordening mocht worden gewijzigd, daarin eene bepaling op te nemen, dat bij ziekte teruggave van school geld kan worden verleend. Ik vind het een hard geval, dat men, als men een kind wegens ziekte van school moet nemen, schoolgeld moet betaleft. De Voorzitter. Wanneer een wijziging der verordening aan de orde is, zult u in de gelegenheid zijn een desbetreffend voorstel te doen. Dit punt is reeds herhaaldelijk besproken en ik geloof, dat de verordening meestal nog al krachtig is verdedigd. Het voorstel van Burg. en Weth., om op het verzoek afwijzend te beschikken, wordt zonder hoofdelijke stemming aangenomen. VI. Verzoek van P. Werkman, om terugbetaling van school geld, Middelbaar Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 8). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VII. Verzoek van Mevr. de wed. Lulofs—de Stoppelaar, om terugbetaling van schoolgeld, Lager Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 9). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VIII. Rekening, dienst 1900, van het college van Vrouwen- Kraammoeders. (Zie Ing. St. n°. 11). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. IX. Suppletoire begrooting, dienst 1901, van het Roomsch- Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis. (Zie Ing St. n°. 13). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. X. Suppletoire begrooting, dienst 1901, van het Roomsch- lvatholiek Armbestuur. (Zie Ing. St. n°. 13). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. XI. Begrooting, dienst 1902, van het Roomsch-Katholiek Wees- en Oudeliedenhuis. (Zie Ing. St. n°. 13). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. XII. Begrooting, dienst 1902, van het Roomsch-Katholiek Armbestuur. (Zie Ing. St. n°. 13). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. XIII. Begrooting, dienst 1902, van het College van Vrouwen- Kraammoeders. (Zie Ing. St. n°. 14). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stem ming goedgekeurd. XIV. Verzoek van J. de Groot en Zonen te Noordwijk, om den eigendom van twee strookjes grond met hakhout langs de Haarlemmertrekvaart. (Zie Ing. St. n°. 2). De heer P. J. van Hoeken. Ik heb tegen dit voorstel op zich zelf geen bezwaar, maar zou willen vragen of de prijs van 70 cent bij de tegenwoordige rijzing van het bollenland niet te laag is. De Voorzitter. De prijs is dezelfde als vroeger en ik geloof niet, dat er reden is voor deze stukjes berm, waarop wel nooit bollen geplant zullen worden, meer te vragen. De heer P. J. van Hoeken. Als het een uniforme prijs is zal ik er mij niet tegen verzetten. De Voorzitter. Het geldt hier geen grond, maar slechts een berm van een weg, begroeid met eenig gras. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Bij mij bestaat wel be zwaar tegen dit voorstel om dien grond te verkoopen. Ik gevoel veel voor hetgeen door de Commissie van Fabricage is aanbevolen, om n.l. dien grond te verhuren. Het is moge lijk, dat men vroeger den grond verkocht heeft, maar dat is nog geen reden om dat nu weer te doen. Ik zou zeggen: laten wij den grónd verhuren. Heeft men dien later soms ergens voor noodig, dan kan men er over beschikken; heeft men den grond eenmaal verkocht, dan kan dat niet meer. De Voorzitter. De reden, waarom wij in deze eveneens wenschen te handelen als vroeger, steunt op het beginsel, dat wij ons langzamerhand moeten trachten te ontdoen van die eigendommen, welke ver buiten de gemeente liggen, en waar van de gemeente niets dan last heeft. Deze grond zal nooit behooren tot Leiden. Tot aan de Spanjaardsbrug b v. zullen wij geen eigendommen verkoopen, omdat die wellicht eens binnen de gemeente zullen komen te liggenmaar wel van de eigendommen, die ver buiten de gemeente liggen. De heer A. J. van Hoeken J Jzn. Waarom verkoopt men dan de bermen en niet den geheelen wegdan is de gemeente ook van het onderhoud af. De Voorzitter. Den weg kunnen wij helaas riiet verkoopen. De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. De weg is daar niet breed. Als men door een of andere omstandigheid, b.v. tot aanleg van een tramweg tot verbreeding zal willen overgaan, zal dit niet kunnen omdat de bermen verkocht zijn. De Voorzitter. Dat zal niet geschieden. Als verkeersweg heeft die weg geen beteekenis De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Indertijd toen deze weg aangelegd is, heeft de Gemeente Leiden er wel degelijk belang bij gehad, dat de verkeerswegen goed in orde warennu reeds is het gedeelte weg tusschen Piet-Gijzenbrug en den Noord- wijkerhoek in vergelijking tot het andere gedeelte van de Haarlemmertrekvaart maar een smal paadje. De Voorzitter. Vroeger is het een groote verkeersweg ge weest, tegenwoordig niet; de gemeente Leiden heeft er abso luut geen belang bij. Wij hebben jaren lang toegepast het beginsel om de bermen, wanneer er gelegenheid voor was, te verkoopen. Wil de Raad op dat beginsel terugkomen, dan kan hij dit natuurlijk doen, hoewel ik het niet zou aanbevelen. De heer Dekhuyzen. M. d. V. Ik heb mij op 't oogenblik niet op de hoogte kunnen stellen van het stukje grond, waar van hier sprake is, maar het zij mij vergund even te herin neren aan een vroeger raadsbesluit, waarbij besloten werd niet te verkoopen een stukje grond tusschen de Postbrug en Warmoriderbrug; het was nog dichter bij Leiden en toen heeft de Raad op advies van de Commissie van Fabricage besloten op een dergelijk verzoek tot verkoop afwijzend te beschikken. Dat is ongeveer 4 jaren geleden. De Voorzitter. Op voorstel van de Commissie van Fabri cage is toen tot verkoop besloten. De heer Dekhuyzen. Neen, M. d. V., ik weet absoluut zeker dat tot het tegenovergestelde juist besloten werd.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1902 | | pagina 2