127
bewering van de Commissie van Fabricage, dat liet onvoorzichtig
zou kunnen worden genoemd van het gemeentebestuur den
speculatieven bouw aan te moedigen en dat allerminst op de
gemeente de taak rust om den aanleg van straten te bevorderen,
waardoor een speculatieve handel in bouwgrond in het leven
wordt geroepen. Op zich zelf zijn deze beweringen zoo waar,
dat ieder ze, ook zonder nadere toelichting, zeker gaarne zal
aanvaarden. Maar een geheel andere vraag is het of een ge
meentebestuur, door een afgelegen stadsgedeelte aan zijn iso
lement te onttrekken en daardoor terreinen, op zichzelve
uitnemend voor bouwterrein gelegen, daarvoor ook inderdaad
geschikt te maken, den speculatieven bouw in de hand werkt.
Veeleer zou men een gemeentebestuur van plichtsverzuim, of
zooals adressanten het noemen, van gebrek aan doorzicht
kunnen beschuldigen, indien het aan een bepaald stadsgedeelte
de middelen onthoudt, zonder welke het onmogelijk tot ont
wikkeling kan geraken en met welke men er in een niet te
verre toekomst een bloeiend stadskwartier mag verwachten.
Slechts daar gaan wij mede met de Commissie van Fabricage,
waar deze er op wijst, dat adressanten ten onrechte beweren
dat ingeval van brand de bluschmiddelen onmogelijk tijdig ter
plaatse kunnen zijn. De standplaats van twee brandspuiten op
zeer korten afstand van de beide toegangen tot den singel en de
snelheid waarmede de stoombrandspuit zich beweegt, maakt,
wat dit punt betreft, het leggen van een brug over de singel
gracht vrij onverschillig.
Over het algemeen echter geeft, naar het ons voorkomt,
het rapport der Commissie van Fabricage blijk van verwarring
van oorzaak en gevolg.
Zoo b. v. waar zij ter staving van hare meening, dat de
gemeente eerst dan bruggen behoort te bouwen wanneer die
voor het verkeer noodig zijn en dat er derhalve geen enkele
aanleiding is om tot de uitvoering van het door adressanten
gewenschte werk te besluiten, aanvoert dat die brug alleen
zou moeten dienen om een verbinding tot stand te brengen
met een gedeelte van een singel, waarvoor zij onnoodig is
door de nagenoeg geheele afwezigheid van huizen en bewo
ners, en iets verder erop wijst dat van de 21 adressanten er 16
verspreid wonen over een gedeelte singel van een uitgestrekt
heid van ruim 660 Meter. Men zou mogen vragen of die ge
ringe bevolking van den Zoeterwoudschen Singel nu juist niet
het gevolg is van de afwezigheid van een brug? En wan
neer men er dan op let, dat de beide uiteinden van den
singel, zooals adressanten terecht aanvoeren, een aaneenge
sloten reeks van huizen te zien geven en bedenkt dat de
Zoeterwoudsche Singel met zijn fraai uitzicht op het Plant
soen een van de mooiste singels is, die Leiden heeft, dan valt
er zeker voor een bevestigend antwoord op die vraag zeer
veel te zeggen.
Zoo ook, wanneer de commissie iets verder beweert dat
men den huizenbouw op den Zoeterwoudschen Singel voorzeker
niet behoeft aan te moedigen, waar nu reeds .van de bestaande
woningen er verschillende leeg staan. Ook hier weer de vraag,
of misschien niet dat leeg staan (afgescheiden nog van wellicht
aan de huizen zelf klevende gebreken) een gevolg zou kunnen
zijn van het niet aanwezig zijn van een brug. Het is toch
een bekend verschijnsel dat bewoners bewoners trekken en
dat velen er iets tegen hebben om in een afgelegen gedeelte
der gemeente te wonen.
En zeker niet gelukkig gekozen is dan ook het voorbeeld van
de Commissie van Fabricage, waar zij zich, ter bestrijding van
de meenmg van adressanten, dat door het gemis eener verbin
ding met het bebouwde stadsgedeelte de aanleg van straten en
de ontwikkeling van nieuwe buurten wordt tegengehouden,
beroept op de bebouwing van Vreewijk, waar ondanks het gemis
eener brug een beduidend aantal huizen zou zijn verrezen en het
aantal bewoners voortdurend toegenomen. Immers Vreewijk
had een brug, die over de Douzastraat, en de thans gelegde
brug over de Middelstraat is dan ook slechts ruim 200 Meters
van de eerste verwijderd. Daarentegen zal bij overbrugging
van de Zoeterwoudsche Singelgracht tegenover de Kraaierstraat,
deze verbinding toch nog meer dan 600 meters van ieder der
eindpunten van den singel verwijderd zijn.
Overigens zijn wij het volmaakt eens, dat de gemeente
eerst dan bruggen behoort te bouwen, wanneer die voor het
verkeer noodig zijn, mits dit slechts zoo worde begrepen.dat
somtijds, gelijk hier het geval is, de bouw van de brug
aan het verkeer zal moeten voorafgaan, om de eenvoudige
reden, dat geen verkeer kan worden verkregen, zoolang niet
de brug aanwezig is.
En mocht zich ergens in een afgelegen deel eener gemeente,
ondanks het gemis eener verbinding met de binnenstad, een
stadskwartier hebben ontwikkeld, zóó dat niet langer met het
maken eener brug mag worden gewacht, dan zou men, in
plaats van dit op het voorbeeld der Commissie van Fabricage
goed te keuren, veeleer gerechtigd zijn het gemeentebestuur
van nalatigheid te betichten en het kunnen verwijten, dat
het geen open oog heeft gehad voor de belangen van het
verkeer.
Er is eindelijk nog een argument, en o. i. niet het minst
sterke, voor het leggen dezer brug, dat wij ook in de ingeko
men adressen niet hebben aangetroffen.
Een gemeentebestuur kwijt zich o. i. slechts ten halve van
zijn taak, wanneer het slechts zorg draagt voor de materieele
belangen van de ingezetenenook voor al datgene behoort het
oog te hebben, dat het leven in een stad veraangenaamt en de
aantrekkelijkheid eener stad voor elders wonenden verhoogt. En
wanneer men dan bedenkt, dat de Zoeterwoudsche Singel een
onzer mooiste wandelwegen is, waarvan waarschijnlijk alleen
daarom zoo weinig gebruik gemaakt wordt, omdat zijn groote
lengte velen afschrikt, dan is ook dat zeker een argument
om aan het verzoek van adressanten te voldoen. De verbin
ding van het Plantsoen met den Zoeterwoudschen Singel, voor-
loopig door één brug, zal de aantrekkelijkheid van beide
wandelwegen zeker niet weinig verhoogen en velen tot een
wandeling derwaarts uitlokken, die daarvan nu nog worden
weerhouden.
Ten slotte eindelijk nog dit. Wanneer straks de nieuwe
Woningwet in werking treedt en door haar aan de gemeenten een
zooveel gemakkelijker en minder kostbaar middel zal worden aan
de hand gedaan om aan de slechtste woningtoestanden in de ge
meenten een einde te maken, dan mag men zeker ook van den
Leidschen Gemeenteraad verwachten, dat hij, krachtig op den
ingeslagen weg voortgaande, van de door den wetgever ver
schafte middelen een ruim gebruik zal maken. Zal dit echter
mogelijk zijn, dan zal men ook over het noodige terrein moeten
kunnen beschikken waar nieuwe woningen zullen kunnen
verrijzen, om de bevolking uit de binnenstad op te nemen. En
daartoe zal de aanleg van een brug over de Zoeterwoudsche
Singelgracht tegenover de Kraaierstraat zeker niet weinig
bijdragen.
Resumeerende zijn het dus in hoofdzaak de volgende gron
den, waarop wij ons voorstel meenen te mogen baseeren
1°. de behoefte aan verbetering der communicatie met de
binnenstad voor de reeds op den singel gevestigde bewoners
2°. de wenschelijkheid om terreinen, welke door hun uit
nemende ligging in de eerste plaats voor bèbouwing zouden
in aanmerking komen, daarvoor ook inderdaad geschikt te
maken;
3°. de mogelijkheid om door het leggen dezer brug een
belangrijke uitbreiding te geven aan de mooie wandelwegen
in deze gemeente; en
4°. de billijkheid tegenover hen, die, in de gegronde verwach
ting dat deze brug zou worden gelegd, tot het bouwen van huizen
en aankoopen van terreinen aan den singel zijn overgegaan.
De kosten aan deze overbrugging verbonden worden geraamd
op f 40000.Dit bedrag is vrij belangrijk hooger dan dat
voor de bruggen tegenover de Heerenpoort en Kaiserstraat
uitgegeven. In de eerste plaats is dit het gevolg van de grootere
breedte van de Zoeterwoudsche Singelgracht, maar voorts ook
daarvan, dat deze brug o. i. met het oog op de schilderachtige
omgeving aan eenigszins hoogere eischen van welstand en
architectuur moet voldoen, dan de beide eerstgenoemde. De
teekening in de Leeskamer neergelegd, kan u een denkbeeld
geven, hoe de brug er naar ons oordeel ongeveer zou moeten
uitzien.
Op grond van dit alles geven wij Uwe Vergadering in over
weging:
1°. te besluiten tot het leggen van een brug over de Zoeter
woudsche Singelgracht ter hoogte van de Kraaierstraat, waarvan
de kosten niet meer zullen bedragen dan f 40000.
2°. over te gaan tot de vaststelling van nevensgaanden sup-
pletoiren begrootingsstaat, daar de kosten uit den aard der
zaak uit geldleening zullen moeten worden bestreden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Het Bestuur van het Centraal Israelietisch Kinder Wees-
en Doorgangsweeshuis alhier, neemt bij dezen de vrijheid zich
tot IJEd Achtbaren te wenden met een beleefd verzoek.
Het gesticht tot dusver gevestigd aan den Stillen Rijn,
is sinds lang te klein voor het aantal verpleegden en voort
durend komen aanvragen tot plaatsingen, die moeten worden
afgewezen.
Dit is oorzaak dat Regenten reeds lang uitzien naar eene
geschikte gelegenheid tot het bouwen van een nieuw gesticht,
beter ingericht dan het tegenwoordige en geschikt tot opneming
van een belangrijk grooter aantal kinderen dan tot dusver.
Zij zijn er in geslaagd een geschikt stuk bouwterrein voor
dat doel aan te koopen aan den Zoeterwoudschen singel bij
de Stadsmolensloot.
Een bezwaar dat hun weerhoudt om tot bouwen over te
gaanbestaat in de afwezigheid van eene brug over de Singel
gracht, ten einde langs geen al te grooten omweg de stad te
bereiken. Is dit een bezwaar met het oog op de goede ver
zorging van het gestichthet is evenzoo een bezwaar voor