DONDERDAG 24
OCTOBER 1901.
143
De Voorzitter. Volgn. 44 moet worden verhoogd met ƒ526,
nl. met 426, zijnde de helft van de mindere opbrengst aan
schoolgelden en 100, zijnde de helft van de personeele toe
lage aan den rector.
Volgn. 44 wordt, aldus verhoogd, zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
De Voorzitter. Volgn. 45 moet worden verminderd met
f 73.zijnde de helft van ƒ145.het bedrag waarmede de
kosten van de kweekschool te hoog zijn geraamd.
Volgn. 45 wordt, aldus verlaagd, zonder hoofdelijke stem
ming goedgekeurd.
Volgnrs. 46—57 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De Voorzitter. Bij Volgn. 54 is verwezen naar Volgn. 144a,
hetgeen moet wezen Volgn. 151.
De behandeling der begrooting heeft deze wijzigingen doen
ontstaan, dat de inkomsten zijn verminderd met 1470.—,
en de uitgaven zijn vermeerderd met 6385,—derhalve
moet er meer gevonden worden 7855.—; want wanneer de
post voor onvoorziene uitgaven, uitgetrokken op 12043.—
moet worden verminderd met het meerdere dat noodig is
geworden, dan zou op dien post slechts overblijven ƒ4188.—,
hetgeen natuurlijk te weinig is. Daarom stellen Burg. en Weth.
voor om 1/io meer hoofdelijken omslag te heffen, die dan
juist 3% zal zijn. Volgn. 6 was begroot op 184000.en
nu wordt voorgesteld 191000.—, terwijl dan de post voor
onvoorziene uitgaven, volgn. 185, bedraagt 11188.— de be
grooting in haar geheel bedraagt dan in ontvangst en uitgaaf
t 1065497.-.
Volgnrs 6 en 185 worden achtereenvolgens zonder beraad
slaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De begrooting, in haar geheel in stemming gebracht, wordt
met algemeene stemmen goedgekeurd.
Daar niets meer aan de orde is, sluit de Voorzitter de
vergadering.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.