DONDERDAG 6 JUNI 1901. 85 Zitting Tan Donderdag- 6 Juni lOOl. Geopend des namiddags te half vier uur. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1°. Vaststelling van het kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1901. (140) 2°. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden ten behoeve van de plaatsing van een remmingwerk in het Kort Galge water. (141) Tegenwoordig zijn 20 leden, als de heeren: Hasselbach, de Goeje, Zaaijer, Drucker, P. J. van Hoeken, Kaiser, L. Driesseri. van Lidth de Jeude, Mulder, A. J. van Hoeken J.Jzn., de Langej van Rhijn, J. P. Driessen, van Hamel, Dekhuyzen, van Dissel, Foekema Andreae, Juta, Pera, den Houter, alsmede de Burge meester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: Kroon. Aalberse, de Vries en Kore- vaar wegens uitstedigheid, Zillesen wegens ongesteldheid, Eer stens en van Kempen. De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 30 Mei worden gelezen en goedgekeurd. De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Dispositie van de Ged. Staten ten geleide van het goed gekeurd raadsbesluit tot onderhandsche verpachting van de aardappeltiend te Leiderdorp. 2°. Missive van Prof. Dr. W. Nolen, houdende mededeeling dat hij de benoeming tot Curator van het Gymnasium aanneemt. 3°. Missive van Mej. M. F. W. Tonnet, eervol ontslagen leerares in het handteekenen, houdende dankbetuiging voor de haar verleende toelage van 200.— boven het haar toe gekend pensioen. Worden voor kennisgeving aangenomen. De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van Mevr. van der Goes—van Loghem, om terugbetaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. 2°. Verzoek van Mej. W. Klinkert, om eervol ontslag als onderwijzeres aan de Meisjesschool 2e klasse, met ingang van 1 September a. s. 3°. Verzoek van J. A. Hammes, om terugbetaling van school geld, Lager Onderwijs. 4°. Adres van het Bestuur der vereeniging tot bevordering van den bouw van werkmanswoningen te Leiden, houdende verzoek om een jaarlijksch subsidie, naast en onafhankelijk van de verleende rentegarantie, tot een maximum van f 400.—. Worden gesteld in handen van Burg. en Weth. De Voorzitter. Alvorens over te gaan tot de behandeling van de agenda, wensch ik voor te stellen eenige wijziging te brengen in de samenstelling van de stembureaux voor de ver kiezing van leden der Provinciale Staten en van de Tweede Kamer, en wel om in district IV den naam van T. H. Ritman als plaatsvervangend lid te vervangen door G. F. Reijst; in district II den naam van F. de Stoppelaar ook als plaatsver vangend lid door A. Couvée P.Jz., en voor de verkiezing van een lid der Tweede Kamer in district IV den naam van Prof. de Goeje te vervangen door C. Wassenaar. Ik stel voor hiertoe te besluiten zonder schriftelijke stemming. Wordt bij acclamatie goedgekeurd. De Voorzitter. Ik verander thans de openbare vergadering in eene vergadering met gesloten deuren. De vergadering wordt na eenigen tijd heropend. Aan de orde is: I. Vaststelling van het kohier der plaatselijke directe belas ting, dienst 1901. (Zie lng. St. n°. 140). De Voorzitter. Speciaal is nu aan de orde de herstemming over het amendement van den heer de Lange, om het voor gestelde belastingpercentage in plaats van op 21/4 te stellen op 21/,. De heer de Lange. M. d. V.Zou de Raad kunnen goed vinden, om het debat over deze zaak vooraf nog enkele oogen- blikken te heropenen. Ik doe dit verzoek om de volgende redenen Het getal raadsleden bedroeg in de laatste vergadering, toen dit punt ter sprake kwam, slechts 14; het raadsverslag is nog niet verschenen, en bovendien is het niet onmogelijk, dat er nog nieuwe argumenten in het debat worden gebracht. Wat mij persoonlijk betreft, heb ik ten minste nog een argument, dat ik gaarne onder de aandacht van den Raad zou brengen. De OORZITTER. Dit laatste gezegde zou mij haast aanleiding geven om mij tegen inwilliging van uw verzoek te verzetten, daar de vorige week alle gelegenheid is geweest om argu menten aan te voeren. Ik kan mij begrijpen dat heropening van een debat wenschelijk kan geacht worden, en persoonlijk heb ik er ook geen bezwaar tegen, maar ik geloof dat wij een verkeerden weg opgaan, wanneer wij bij de heropening van een debat weder allerlei nieuwe argumenten laten aanvoeren door leden, die in de eerste vergadering tegenwoordig waren. De heer de Lange. M. d. V. Ik wilde minder een nieu\y argument aanvoeren, als wel een reeds door mij gebezigd nauwkeuriger uitwerken. De Voorzitter. Ik stel dan voor om op verzoek van den heer de Lange et debat te heropenen. Daartoe wordt besloten. De heer de Lange. M. d. V. Naar aanleiding van de mede deeling van Burg. en Weth. dat de rekening over 1900 ver moedelijk een batig saldo zal opleveren van ongeveer 70.000, heb ik mijzelven nog eens de vraag gesteld: zal de toestand voor 1902 zoo rooskleurig zijn dat we nu reeds kunnen beginnen om die f 70.000 op te maken? Ik geloof daarvan niets, M. de V. en wil, om aan te toonen waarom ik dat niet geloof, daartoe de aandacht vestigen op de sommen die we in 1902 aan rente zullen hebben te betalen, meer dan in 1900. Voor 1900 is geraamd onder volgn. 152 en 153 eene uit gave aan rente van f 5000 -f- f 30390 35390. Aannemende dat het in 1902 niet noodig zal zijn tijdelijke leeningen te sluiten voor de behoefte aan kasgeld, zal dan dus alleen rente betaald moeten worden voor gevestigde schuld. Deze rente zal bedragen: van de oude leening 29430. en van de nieuwe leening (800.000.— a 4 32000. Voorts is dit jaar nog besloten te leenen voor: Een nieuw zuiverhuisf 45000. Aankoop huis Volmolensteeg 4000. Hoogere raming Rhijngeest 41000. Aankoop grond Zoeterw, Singel 15000. Is te zamen f 105000.— a 4%4200. Totaal rente 1902 65630. Dit maakt eene uitgaaf over 1902 aan meerdere rente van ruim f 30000. Hierbij komt, wanneer de Raad het voorstel in zake het weduwen- en weezenpensioen der gemeenteambtenaren aan neemt (en als de geheele Raad er over denkt, zooals ik, wordt het zeker aangenomen) eene bijdrage uit de gemeentekas groot T 13000.-. Aan deze twee posten moeten we dus reeds f 43000. besteden; er schiet dan van het geheele vermoedelijke batig saldo nog maar 27000.over, en nu moet m. i. toch ieder een toegeven dat dat bedrag veel te klein is om daar nu reeds ƒ18000 af te nemen; maar integendeel net groot genoeg om een behoorlijken post voor onvoorziene uitgaven op de be grooting voor 1902 te hebben. Ik heb na de discussie van de vorige week eenige verslagen van vergaderingen van dezen Raad, waarin finantieele zaken behandeld werden, doorgelezenik vond daarin pleidooi op pleidooi, om toch te zorgen voor regelmaat in de heffing der Inkomstenbelasting. Steeds waren onder degenen die daarvoor pleitten onze geachte Voorzitter en den heer Juta, en nu komen Burg. en Weth. met dit voorstel, dat zoo uitermate geschikt is om de grootste ongelijkmatigheid in de heffing in het leven te roepen. M. d. V., laat ons toch niet een besluit nemen dat minstens een sprong in het duister is, maar dat hoogstwaarschijnlijk onze heffing voor de Inkomstenbelasting in de war stuurt. We moeten over het batig saldo van 1900 eerst beschikken bij de behandeling der begrooting voor 1902; dat iseischvan voorzichtig financieel beleid. Het Dagelijksch Bestuur moge nu al iets weten van die begrooting, maar de Raad weet er nog niets van, en Burg. en Weth. moesten, dunkt mij, den Raad geen voorstellen doen tot het nemen van besluiten, zonder dat die Raad vol ledige kennis van zaken heeft. De Voorzitter. U hadt gezegd geen nieuwe punten te zullen behandelerij maar de vele cijfers, door u thans gegeven, maken het mij onmogelijk uwe rede te beantwoordenik kan onmogelijk al die cijfers nu nagaan, niet zeggen of zij juist of onjuist zijn. De heer de Lange. Mijne cijfers, M. d. V., zijn zeer gemakkelijk te controleeren. Het geldt hier toch een raadsbesluit van December van het vorige jaar, dat alle leden zich nog wel zullen herinneren, en waarbij besloten werd 8 ton gouds te

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 1