79 Aan Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. Dooi' verplaatsing naar de Ambachtschool van den leerling P. E. van Heijningen der Hoogere Burgerschool, verzoekt onder- geteekende beleefdontheffing der laatste drie maanden schoolgeld. 't Welk doende, Lei muiden, 27 Mei 1901. W. 0. Van Heijningen. No. 159. Leiden, 4 Juni 1901. Bij raadsbesluit van 4 October 1900 werd op ons voorstel van den 5en September, daaraan voorafgaande, (Zie Ingek. Stukken n°. 213) besloten aan de eigenaren van de sloot langs de Bloemistenlaan en van de in deze sloot uitloopende sloot aan het einde der Prinses Wilhelminastraat te gelasten die slooten te dempen en door riolen te vervangen op de wijze en binnen den termijn door ons college te bepalen en in verband daarmede tevens besloten tot het leggen van een riool in de Heerenstraat. Inmiddels trad meer en meer het denkbeeld op den voor grond (in de Raadsvergadering van 25 October' 1900 werd daarvan door den Voor zitter bij de behandeling van Volgn. 91 der begrooting voor dit jaar reeds mededeeling gedaan) om, en wel bepaaldelijk in dit gedeelte der gemeente, een proef te nemen met het biologisch reinigingssysteem. Dientengevolge werd, in afwachting der beslissing omtrent een te dier zake door ons in te dienen voorstel, in overleg met de Commissie van fabricage tot dusverre geen uitvoering gegeven aan bovenbedoeld raadsbesluit, ook met het oog op de moeielijkheidwelke voorschriften bij de demping en rioleei'ing der sloten zouden moeten worden gegeven. Sedert evenwel werd door T. Boekee ïzn. een plan inge diend voor het bouwen van zes woonhuizen aan de Prinses Wilhelminastraat, met het verzoek om het achter het bouw terrein gelegen gedeelte sloot langs de Bloemistenlaan te mogen dempen en rioleeren. Het komt der Commissie van Fabricage voor, blijkens haar in de Leeskamer ter inzage gelegde rapportendat thans het oogenblik gekomen is om aan bovenbedoeld raadsbesluit uitvoering te geven. Wel is ook thans nog geen beslissing omtrent de proef met biologische reiniging genomen, maar nu een der eigenaren zelf wenscht eene verbetering tot stand te brengen, die Uwe Vergadering reeds besloten had. voor te schrijven, gaat het niet wel aan hem om overwegingen van anderen aard in de uitvoering daarvan te bemoeielijken. Vandaar dan ook dat de Commissie van Fabricage thans tot het leggen van het riool in de Heerenstraat wenscht over te gaan, waarvan de kosten door haar geraamd worden op ƒ600.— Tegelijkertijd echter wenscht zij het riool in den Witten Singel te leggen tusschen de Heerenstraat en het Schelpenpad, waarvoor aanvankelijk op de begrooting voor dit jaar een bedrag van ƒ1000.(onder volgn. 91) was uitgetrokken, maar welke post later, eveneens in verband met de onzekerheid of tot de proef met biologische reiniging zou worden besloten, weder van de begrooting werd afgevoerd. Dit laatste riool zou dan door middel van een ruimkast in verbinding worden gebracht met het riool van de Heerenstraat om gezamenlijk hun inhoud te loozen in de Wittesingelgraeht bij de Douzabrug. Kunnen wij ons met het eerste gedeelte van het voorstel der Commissie van Fabricage zeer wel vereenigen, minder goed is dit het geval ten aanzien van het riool in den Witten Singel. Wat toch is het geval? Ten einde dit riool later eventueel ook voor de biologische reiniging te kunnen benutten, zal het worden gelegd afhellend naar de zijde van de Douzabrug om daar zijn inhoud in de Witte Singelgracht te loozen. Mocht nu eens niet tot die biologische proefneming worden besloten, of mocht deze ongunstig blijken uit te vallen, dan zal door de uitvoering van de bovenbedoelde werken een in de toekomst naar het ons voorkomt zeer bedenkelijke toestand viorden in het leven geroepen. Immers deze beide riolen, waaraan allengs meer en meer riolen zullen worden aange sloten, zullen uitmonden op een plaats der Wittesingelgraeht, waar door het volslagen gemis van eenigen stroom in het water een ernstige vervuiling met al de onaangename gevolgen daarvan niet kan uitblijven. Wij zouden daarom in overweging willen geven voorloopig alleen het riool in de Heerenstraat te leggen en dit, wat slechts een tijdelijke toestand zal zijn, te doen uitmonden bij de Douzabrug. Wordt nu tot de biologische proef besloten dan kan ook het tweede riool worden aangelegd, afhellende naar de Douzabrug, om tezamen met het andere riool aan die rei niging te worden aangesloten. Geschiedt daarentegen de proef niet, dan zal het tweede riool worden gelegd, afhellend naar de Neksluis, het riool in de Heerenstraat zal met dit riool worden in verbinding gebracht en de gezamenlijke inhoud van beide riolen zal zijn weg in de Singelgracht vinden bij de Neksluis, op een plaats dus, waar tengevolge van den regelmatfgen trek door de Vliet en het gemakkelijker toetreden van de lucht, vervuiling veel minder te vreezen valt. Intusschen ook indien deze oplossing gekozen wordt, moeten wij u op het ernstige dezer beslissing wijzen. Immers indien de biologische reiniging eens onverhoopt niet mocht tot stand komen, dan zou ook in dit geval deze beslissing de eerste stap kunnen zijn in eene richting welke na verloop van tijd tot vervuiling ook van onze tot dusver rein gebleven singel grachten zou kunnen leiden. Immers dan zullen meer en meer faecaliën en afvalwater bij de Neksluis worden geloosd en het zal de groote vraag zijn of en hoe lang dit water dat alles zonder schade zal kunnen opnemen. Onder verwijzing naar bovenstaande overwegingen geven wij u thans in overweging voor het leggen van het riool in de Heerenstraat een bedrag van 600.beschikbaar te stellen, en dit te vinden door de vaststelling van den hierbij overge- legden staat van af- en overschrijving. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog ƒ10953.67 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°- 160. Leiden, 7 Juni 1901. Onder overlegging van nevensgaand verzoek van J. A. Hammes, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant terugbetaling van schoolgeld te verleenen voor zijn zoon Pieter over de maand Januari, ten bedrage van 5. aangezien deze wegens vestiging in de gemeente het onder wijs eerst sedert 1 Februari j.l. heeft gevolgd. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. WelEd. Achtb. Heeren. De ondergeteekende, Johan Adolf Hammes, medicinae doctorandus arts, heeft zich met 1 Febr. 1901 alhier, Stations weg 27 ter woon gevestigd; hij heeft voor zijn zoon Pieter ingeschreven op de Jongensschool le klasse, 't schoolgeld be taald van af 1 Januari 1901, dus ook over de maand Januari waarvan hij geen gebruik heeft kunnen maken, en verzoekt mitsdien aan UJLd. Achtb. welwillend te willen beschikken op zijn verzoek om teruggave van het over de maand Januari betaalde schoolgeld. Met de meeste hoogachting heeft hij de eer te zijn, UEd. Achtb. dw. dn., J. A. Hammes. Leiden, 4 Juni 1901. N°. 161. Leiden, 7 Juni 1901. Onder overlegging van bijgaand verzoek van Mej. W. Klinkert en het daaromtrent uitgebracht advies van het Hoofd der School, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan Mej. W. Klinkert op haar verzoek met ingang van 1 September a. s., eervol ontslag te verleenen uit hare betrek king van 2e onderwijzeres aan de openbare Meisjesschool 2e klasse, alhier. Aan den Gemeenteraad. Burg. en WTeth. van Leiden. Leiden, 4 Juni 1901. ïn antwoord op Uwe apostille van 2 Juni 1.1., heb ik de eer U te berichten, dat bij mij geen bezwaar bestaat om aan Mejuffrouw W. Klinkert het door haar tegen 1 Sept. a. s. gevraagd eervol ontslag te verleenen. Het Hoofd der openbare Meisjesschool 2e kl., S. WlNKLER. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. Leiden, 3 Juni 1901. Aan Burgemeester en Wethouders der gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, Wilhelmina Klinkert, 2e onderwijzeres aan de openbare Meisjesschool 2e klasse alhier, dat zij tegen 1 September aanstaande benoemd is tot onderwijzeres aan de Ned. Herv. Diaconessen-Inrichting te Amsterdam, dat zij mitsdien LIwEdelAchtbaren beleefd verzoekt, haar eervol ontslag te verleenen uit hare tegenwoordige betrekking met ingang van '1 September aanstaande. 't Welk doende, van UwEdel Achtbaren de gehoorzame dienares, W. Klinkert. Te Leidenter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 3