72
DONDERDAG 23 MEI 1901.
voortvloeit, om ook later bij andere stegen het verkeer voor
wielrijders open te stellen.
De heer den Houter. Och, dat komt toch later vanzelf.
De Voorzitter. Wanneer de Raad mij dus wil machtigen
om, in afwijking van de verordening, een proef met de Water-
steeg te nemenzal ter openbare kennis moeten worden
gebracht, dat die steeg voorloopig voor het verkeer met
rijwielen is geopend.
De heer Zaaijer. M. d. V. Zijn wij wel gerechtigd U de
verlangde machtiging te verleenen om van eene verordening
af te wijken?
De Voorzitter. Gerechtigd stellig niet.
De heer Zaaijer. M. d. V. Dan doe ik daaraan ook niet
mede. De Raad zou dus eene officiëele machtiging aan U
geven om iets te doen, waartoe noch de Raad, noch de Voor
zitter het recht bezit.
De heer A. J. van Hoeken J.J.zn. M. d. V. Niettegen
staande de verordening, wordt toch nu ook aan doctoren,
brief- en telegrambestellers, toegestaan, stegen per rijwiel
door te gaan, die overigens voor het rijwielverkeer zijn gesloten.
De Voorzitter. Ja, het is aan Burg. en Weth. overgelaten
voor bepaalde personen eene afwijking van de verordening
toe te staan. In algemeenen zin is het wel mogelijk eene
verordening niet zoo streng toe te passenin strikten zin
genomen natuurlijk niet.
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Maar dat is juist het for-
meele bezwaar varr den heer Zaaijer. Dat „strikt genomen"
belet hem de machtiging te geven.
De Voorzitter. Het eenige zou kunnen wezen, dat wij het
eene week oogluikend toelieten.
De heer van Kempen. Waarin bestaat dan de proef!
De heer den Houter. Maar onder welke omstandigheden
is dan de proef in de Paardensteeg genomen
De Voorzitter. Toen is ten behoeve van de proef eerst de
verordening gewijzigd.
De heer den Houter. Eerst is de proef genomen, en later
als ik wel heb is de verordening gewijzigd.
De heer A. J. van Hoeken J.Jzn. Wanneer de pers een
duidelijk verslag geeft van deze discussie, dan geloof ik, dat
het publiek volkomen op de hoogte wordt gesteld van hetgeen
over het wielrijden in de Watersteeg is gezegd. Op deze wijze
behoeft dat van de zijde van den Burgemeester niet publiek
gemaakt te worden.
De Voorzitter. Ik zal het dan nog eens overwegen; ik vind
het beter geen besluit hieromtrent te nemen.
De heeren vinden het dus goed deze punten uit testellen?
Aldus wordt zonder hoofdelijke stemming besloten.
De Voorzitter. Heeft iemand nog iets voor deze vergadering?
De heer Pera Is het mij nog geoorloofd, Mijnheer de Voor
zitter, eene vraag te doen naar aanleiding van een van de
behandelde punten? Bij het passeeren van den hamer is mij
dat ontgaan.
De Voorzitter. Dat is heel moeilijk er is een besluit
gevallen en er zijn reeds leden weg ook; maar wij zitten hier
niet zoo deftig, dat U dat nog niet zoudt kunnen meedeelen.
De heer Pera. Enfin als ik mij heb laten hooren, al
wordt er dan geen notitie van genomen, is mij dat voldoende.
Het is mij alleen om deze vraag te doen: bij punt IX is
besloten, dat de nieuwe leerares in het teekenen zal hebben
een maximum van 14 lesuren is dat nu niet wat laag
gesteld voor sommige omstandigheden?
De Voorzitter. Het traktement is ook niet hoog f 700
a ƒ800, n. 1. ƒ700 met ééne verhooging van ƒ100 na twee
jaren. De verordening zegt, dat voor het teekenonderwijs
wordt gegeven 50 per lesuur; dus dat is daarmede in over
eenstemming.
De heer Den Houter.. Ligt mij niet bij, M. d. V., dat
indertijd op eene vraag van den heer Van Hoeken is toegezegd,
dat de bruggen aan de Mare en de Janvossensteeg niet tegelijk
zullen worden geopend? Ik weet het niet zeker meer, maar
eene soortgelijke toezegging van U ligt mij toch bij.
De Voorzitter. Dat is in onderzoek. Het is een zeer moeilijke
kwestie, omdat wij voor de gemeente niet hetzelfde kunnen
bepalen als voor de provincie.
De heer den Houter. Zij worden wel tegelijk opengedraaid
Neen, pardon het was niet in verband met de Zondagsrust.
De heer Hasselbacii. M. d. V., U hebt dat toen aan mij
toegezegd; ik heb destijds eene klacht ingediend, en tevens
een verzoek aan U gericht in het belang der velen die daar
ongerief van ondervinden.
De heer den Houter. Het gebeurt nog geregeld, omdat de
brugwachters niet weten, dat zij het niet mogen doen; zij
doen het telkens, ook wel in de gevallen dat het niet noodig is.
De Voorzitter. Ik dank U voor uwe opmerking; ik zal
morgen dadelijk die lastgeving herhalen.
De heer den Houter. Als 't U belieft dank U.
Daar niemand meer het woord verlangt, wordt de vergadering
gesloten.
Te Leidenter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.