DONDERDAG 9 MEI 1901. 63 buitenland, dan komen de werklieden van de fabriek niet hier om de zending te lossen dat geschiedt door de werklieden van den ontvanger, hetgeen gewoonte is bij alle fabrieken. De heer Dekhuyzen. De eenvoudigste manier om aan het bezwaar van den heer van Hoeken tegemoet te komen, is, om niet nader te gaan onderhandelen met de firma Stork, maar eenvoudig in het bestek voor den bouw van het Sanatorium eene bepaling op te nemen, dat de aannemer ook gehouden is zorg te dragen voor een goed vervoer van de lift van het station naar het Sanatorium. De Voorzitter. Het betreft hier eene aparte overeenkomst, buiten het groote bestek voor het Sanatorium; dit is eene onderhandsche levering door de firma Stork. Wil men deze belasten met de kosten van het vervoer van het station naar Endegeest ik heb er niet tegen, maar dan moet dat toch apart worden overeengekomen. En wat een eventueel ongeval betreft nu wij bepalingen daaromtrent hebben, vind ik het ook billijk, dat voor een ongeval met dit werk van de firma Stork ook vergoeding wordt gegeven; dat is een algemeene regel. Maar ik dacht, dat dat vanzelf sprak, anders zou de bepaling in het contract opgenomen zijn. De heer de Lange. Ik had het vermoeden, dat in dit geval voorzien was, en heb daarom het bestek van het Sana torium laten komen. En daarin is in 138 bepaald, dat de aannemer zal zorgen voor het vervoer van de lift vanaf het station naar het werk. Ik heb echter geen bezwaar tegen het denkbeeld van den heer van Hoeken; ook de firma Stork kan de lift wel ver voeren. Bepaald noodzakelijk acht ik het echter niet, daar die lift bestaat uit eenvoudig ijzerwerk, ijzeren balken enz. bij het vervoeren waarvan geen gevaar voor beschadiging te vreezen is. De Voorzitter. Ik geloof, dat het bezwaar hiermede opgelost is. Aan het tweede bezwaar van den heer van Hoeken wil ik wel voldoen: ik geloof niet dat de risico heel groot is, De heer Fockema Andrew. Ik gevoel veel voor het denk beeld van den heer van Hoeken hierom, omdat men dan later, als er iets aan de lift mocht mankeeren, niet behoeft te zoeken naar den aansprakelijken persoon. Dit kan verschil geven als het vervoer geschied is door een ander, maar geschiedt het vervoer door den leverancier, dan is in geval van een breuk slechts één persoon aansprakelijk. De heer Dekhuyzen. Er staat in het contract: «wanneer de lift niet aan de gestelde eischen voldoet." De Voorzitter. Dat heeft betrekking op de lift zelf. Maar wanneer het vervoer niet plaats heeft door de firma Stork en er is later een breuk, dan zou deze kunnen zeggen»ik weet niet wat er tusschen het station en Rhijngeest mee gebeurd is.". De heer P. J. van Hoeken. Ik zou denken dat het vervoer aan den aannemer van de lift moet worden opgedragen. Men moet met zulke machines voorzichtig zijn. Er kan gemak kelijk een breuk ontstaan tusschen het station en het gesticht. Waarom zal men dan niet vorderen franco levering aan het gesticht? De heer A. J. van Hoeken J Jz. Het argument van den heer Fockema Andreoe acht ik het sterkste. Bij het vervoer door den aannemer van het sanatorium in plaats van door de firma Stork zou men bij eventueele breuk later in moeilijk heden kunnen komen, daar de aannemer tusschenpersoon zou zijn tusschen de gemeente en de firma Stork, en deze dan zou kunnen beweren, dat het haar schuld niet is. De heer van Kempen. Mag ik opmerken, dat bijna alle fabrikanten, die machines bestellen, bepalen, dat die moeten worden opgeleverd op de plaats van bestemming? Hoe de fabrikant dat doet, moet hij weten, maar hij moet zorgen dat de machine op de plaats van bestemming komt, dan heeft de kooper in 't geheel geen risico. De Voorzitter. Ik meen dat de machinefabrieken meestal juist leveitrti franco station. De heer van Kempen. Ja, de machinefabrikanten wenschen dat, maar wanneer fabrikanten machines bestellen, eischen zij veelal levering ter bestemder plaatse. (De heer van Lidth de Jeude heeft de vergadering verlaten). De Voorzitter. Ik meende, dat het in de praktijk anders was. Maar er is op zichzelf niets tegenen wanneer de Raad zich daarmede kan vereenigen, dan willen wij het denkbeeld van den heer van Hoeken wel overnemen. Noodig zal dan alleen zijndat wij ons nader wenden tot de firma Stork. Het is, geloof ik, nagelaten om de kosten; men vermoedt, dat de fabrikant er meer voor rekent dan het kosten zal. Be heer A. J. van Hoeken J.Jz. Betreft uwe toezegging de beide puntendie ik heb besproken 1 De Voorzitter. Ja, want volgens onze verordening is in de kwestie van vergoeding ook voorzien. De heer Drucker. Wat de verzekering betreft, als ik mij niet vergis, zijn de werklieden van de firma Stork wel zoo ruim verzekerd als volgens de voorwaarden onzer verordening het geval is. Wanneer bij onderzoek nu werkelijk blijkt, dat de firma een algemeene regel heeft, dan zou daarmede bij de verdere behandeling der zaak rekening kunnen worden gehouden. De Voorzitter. Daartegen kan een bezwaar zijn. Het kan zijn, dat de firma Stork die algemeene regeling heeft voor hare werklieden; maar voor het vervoer gebruikt zij misschien onze werklieden of andere menschen uit Leiden. Al zorgt nu de firma Stork uitstekend voor hare eigene werkliedenzou zij dan niet verplicht zijn tot vergoeding, wanneer een werk man uit Leiden een ongeluk krijgt. WTij zullen dus trachten een nader overleg met de firma te krijgen. De heer Aalberse. In het begin heb ik reeds eene opmer king willen maken, die eenigszins betrekking heeft op alle drie de contracten. Ik stel daarbij voorop, dat ik niet weet wie ze heeft gemaakt, maar ik moet zeggen, dat toen ik ze van morgen eenigszins aandachtig doorlas, ik den indruk kreeg, dat ze nog al slordig waren geredigeerd. Om een voor beeld te noemen. In art. 5 is sprake van de aanschrijving van den directeur der gemeentewerken; en in verband met art. 7 zal dat zijn een punt van uitgang voor de ingebreke stelling. Nu is het, dunkt mij, vooreerst verkeerd, dat er alleen staat: »de directeur der gemeentewerken"; er had bij moeten staan: of die hem vervangtwant staat er dat niet bij, dan is geen ingebrekestelling mogelijk, wanneer er geen directeur is, gelijk thans. De Voorzitter. Dat zou toch een groote chicane wezen, wanneer men dat pleitte. Er is altijd een burgemeester, altijd een directeur van gemeentewerken er is altijd iemand, die hem vervangt. Daarmede zou ik als advocaat niet voor de rechtbank durven komen. De heer Aalberse. Vervolgens staat de dag niet vast. Hier w.ordt gesproken van »na aanschrijving", maar het is niet uit te maken, of dat geldt van af de afzending of van af de ont vangst dier aanschrijving. Dat kan een verschil van eenige dagen maken: begint de boete in te gaan, te rekenen van den dag, waarop de aanschrijving wordt verzonden of waarop zij wordt ontvangen? In 't derde contract staat dit duidelijker »na bekomen aanschrijving". Maar hoe onzerzijds den dag van ontvangst te bewijzen? De Voorzitter. Natuurlijk gerekend van den dag van ont vangst; »na aanschrijving" d. w. z. na kennisneming daarvan door den persoon, die de aanschrijving ontvangen heeft. Dat is de gewone formule. Wij kunnen echter, wanneer de Raad dat wil ik geef toe, dat hier en daar misschien eene betere redactie kan komen de contracten nog eens revideeren; als de redactie maar aan ons wordt overgelaten. Met dergelijke contracten zijn veel handen en oogen bezig, zij loopen over veel schijven. Wij stellen voor alle zekerheid zulk een contract in handen van den advocaat der gemeente en denkennu zal het wel goed zijn Een contract dat van een fabrikant komt, wordt door verschillende bureaux en des kundigen nagezien. Veel honden zijn der hazen dood, en het kan zijn dat op die manier een contract niet zoo fijn wordt geredigeerd. Zijn het echter alleen redactie-feilen, dan is het bezwaar toch niet zoo groot, als de inhoud maar duidelijk is. Het voorstel van Burg. en Weth. wordt hierop zonder hoof delijke stemming aangenomen. NX. Voorstel tot opdracht van de levering der verwarmings- en ventilatie-inrichting ten behoeve van het gesticht «Rhijn geest" aan de Firma Arendt Mildner en Evers, te Hannover. (Zie Ing. St. n°. 116). De heer van Kempen Ten opzichte van dit punt en even zoo van punt 21 heeft het mij eenigszins verwonderd dat een buitenlander voor de levering wordt voorgesteld. Ik zal niet zeggen, dat de hier genoemde firma's niet groot en solide zijnmaar de vraag is of in Nederland niet een firma was te vinden die dergelijke zaken kan maken. De Voorzitter. In den regel komen alle dergelijke machi- neriën uit het buitenland; de buitenlandsche firma's hebben dan hier een agent. Naar het oordeel der deskundigen voldeden de genoemde firma's het meest aan de gestelde eischen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 9