50 DONDERDAG 18 APRIL 1901. Benoemd worden, allen met algemeene stemmen, voor: a. Stemdistrict I (Hoofdstembureau) Raadhuis. Tot leden de heeren: Dr. P. J. Kaiser en J. de Lange; tot plaatsvervangende leden de heeren: J. A. van Dijk, C. Goekoop en II. M. Sasse. b. Stemdistrict III (School in de Gortestraat). Tot voorzitter de heer: Mr. S. J. Fockema Andreae, tot leden de heeren: J. P. J. Driessen en Dr. H. D. van Gelder tot plaatsvervangende leden de heeren: J. A. van Hamel, F. G. H. Gerlings en S. Thors. c. Stemdistrict IV (De Burg). Tot voorzitter de heer: Dr. E. F. van Dissel; tot leden de heerenA. E. van Kempen en Mr. O. W. Sipkes tot plaatsvervangende leden de heeren: Dr. A. van Rhijn Dr. G. van Vloten en J. Mersie Bruyn. d. Stemdistrict II (School aan de Heerenstraat). Tot voorzitter de heer: Dr. T. Zaaijer; tot leden de heeren: P. J. van Hoeken en Mr. C. G. 't, Hooft tot plaatsvervangende leden de heerenP. ZillesenA. Corts en A. Boekwijt. e. Stemdistrict V (School aan de Mare). Tot voorzitter de heer: Dr. M. C. Dekhuyzen; tot leden de heeren: Mr. L. M. J. H. Kerstens en Mr. II. Vos; tot plaatsvervangende leden de heerenDr. Th. G. Den [louter, N. F. Reyst en D. J. van Amerom. f. Stemdistrict VIII (Timinerloods aan de Stadstiminerwerf Tot voorzitter de heer: Mr. H. L. Drucker; tot leden de heeren: Mr. E. de Vries en Dr. D. C. Hesseling; tot plaatsvervangende leden de heeren :K L. van Schouwen burg, C. H. Kouw en W. A. van Lith. g. Stemdistrict VI (School aan de Van-der-IVerlfstraat). Tot voorzitter de heer: J. Korevaar P.Az. tot leden de heeren: J. J. Hasselbach en J. C. Zaalberg Jz. tot plaatsvervangende leden de heerenA. J. van Hoeken J.Jz., Dr. A. Ivluyver en A. P. W. Sanders. h. Stemdistrict VII (Bewaarschool aan de Groenesteeg). Tot voorzitter de heer: Dr. M. J. de Goeje: tot leden de heeren: P. J. Mulder en H. VV. Tieleman; tot plaatsvervangende leden de heerenDr. Th. W. van Lidth de Jeude, F. A. W. Schudel en J. F. Wolterbeek, De Voorzitter. Ik dank de heeren voor hunne medewerking. III. Verzoek van J. D. van Wijk, om eervol ontslag als hoofd der jongensschool 2e klasse. (Zie Ing St. n°. 85). De Voorzitter. Ik stel voor dit ontslag op de meest eer volle wijze te verleenen onder dankbetuiging voor de vele en gewichige diensten gedurende zoo vele jaren aan onze gemeente bewezen. Aldus wordt bij acclamatie besloten. IV. Verzoek van G. H. de Vries Broekman, om eervol ontslag als Dire teur der Gemeentewerken. (Zie Ing. St. n°. 93). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming verleend. V. Verzoek van Mevr. de Wed. J. M. de Iiempenaer, om terugbetaling van schoolgeld, Hooger Onderwijs. (Zie Ing. St. no. 84). Wordt zonder beraadslaging-en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VI. Verzoek van D. II. Pluim Mentz, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (Zie Ing. St. n°. 88). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. VII. Verzoek van het Bestuur van het genootschap «Mathesis Scientiarum Genitrix'' om het kosteloos gebruik van eenige lokalen der Gehoorzaal voor de tentoonstelling van teeke- ningen en het houden der jaarlijksche algemeene vergadering. (Zie Ing. St. n° 96). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming gunstig op beschikt. (De heer den Houter komt ter vergadering). VIII. Voorstel tot onderhandsche verhuring van de beneden woning van het perceel Nieuwsteeg 10. (Zie Ing. St. n°. 94). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. IX. Verzoek van W. C. Mulder, om goedkeuring van een stratenplan voor de terreinen aan den Zoeterwoudschen Singel, kadastraal bekend onder Sectie M. nis- 771 en 772, gemeente Leiden. (Zie Ing. St. n°. 86). Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd. (De heer Mulder wordt geacht zich buiten stemming te hebben gehouden). X. Vaststelling van het huishoudelijk reglement voor de Commissie tot wering van schoolverzuim en voorstel tot toekenning van eene belooning aan den Secretaris dier Commissie. (Zie Ing. St. n°. 89). Algemeene beraadslagingen worden niet gehouden. De artt. 113 worden achtereenvolgens zonder beraadsla ging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, evenals daarna het reglement in zijn geheel. De Voorzitter. Aan de orde is nu het voorstel tot toe kenning van eene belooning aan den Secretaris der Commissie. De heer de Lange. Ik heb met instemming gezien, dat Burg. en Weth. voorstellen den secretaris van de commissie tot wering van schoolverzuim eene vergoeding te geven voor den arbeid aan dien post verbanden. Ook ik vind het billijk wanneer men zich beschikbaar stelt om de wetten te helpen uitvoeren, dat daaraan dan ook eene zekere tegemoetkoming wordt verbonden. Maar ik vraag daarom: waarom zijn Burg. en Weth. halverwege blijven staan en hebben zij niet voorgesteld een presentiegeld voor alle leden der Commissie? Mijne meening is, dat de Gemeenteraad een presentiegeld moet vaststellen voor de geheele commissie. Daarom wensch ik in overweging te geven de vergoeding van den secretaris te bepalen op 125.maar bovendien uit te trekken een bedrag van f 200.als presentiegeld voor alle leden, dus ook voor den secretaris, voor het bijwonen der vergaderingen. De Voorzitter. Die zaak is wel overwogen en er is door mij ook over gesproken met den Voorzitter der Commissie, die daarover de Commissie heeft geraadpleegd, waarbij de Commissie tot de conclusie "is gekomen geen presentiegeld te moeten voorstellen. De heer de Lange. Ik geloof toch, dat de Commissie geen bezwaar zou hebben als presentiegeld werd toegekend. De Voorzitter. Ik weet wel, dat sommige leden der Com missie daartegen bezwaar hadden. Zij vonden de betrekking, al was er eenige moeite aan verbonden, een eere-ambt, dat niet bezoldigd behoefde te worden. De heer de Lange. Zeker, maar er zijn toch tal van eere ambten, waarvoor eene kleine vergoeding gegeven wordt; om enkele daarvan te noemen de leden der Kamers van Arbeid genieten presentiegeldeveneens de commissiën die de rijks belastingwetten helpen uitvoeren; verscheidene Gemeenteraden, al is dat niet in Leiden het gevalen, om niet verder te gaan, de wethouders. Het komt mij dan ook voor, dat aan het eere ambt niets van de waarde wordt ontnomenwanneer eene kleine vergoeding aan de waarneming er van wordt verbon den. Er zijn tal van bezoldigde eere-ambten, waarvan de eer toch niet verduisterd wordt door de vergoeding die er aan verbonden is, en omdat het-hier eene nieuwe zaak geldt, die van de commissie nogal wat arbeid vergt zij moet toch minstens vier-en-twintig keer per jaar vergaderen meen ik, dat de overeenstemming met andere eere-ambten mede brengt, dat voor de waarneming hiervan een presentiegeld moet worden toegekend. De Voorzitter. Ik voor mij heb er absoluut niet op tegen, maar het is niet geheel juist, dat alle eere-ambten bezoldigd worden. De leden van de plaatselijke schoolcommissie, cura toren van het gymnasium, de leden der commissie van toezicht op het middelbaar onderwijs, die van de commissie tot samen stelling van het kohier der plaatselijke directe belasting en misschien zijn er nog wel meer te noemen genieten geen van allen eenige vergoeding. Men beschouwt dat als een publiek ambt, en vraagt daarvoor geen vergoeding. En ik kan mij denken, dat er zelfs gemeenteraadsleden zijn, die geen vergoeding willen hebben. Dat gebeurt in den tegenwoor- digen tijd alleen daar, in den regel, waar werklieden in den

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 2