45
Op elk dier beide registers wordt een klapper gehouden,
waarin wordt ingeschreven de familienaam van het kind met
bijvoeging van de voornamen en het nummer der op het
kind betrekking hebbende bladzijde van het register.
Art. 10. De Secretaris is belast met het notuleeren van
het in iedere vergadering behandelde.
Deze notulen worden in een daarvoor bestemd register in
geschreven en in de volgende vergadering voorgelezen. Na
goedkeuring en vaststelling door de commissie worden zij
door den Voorzitter en den Secretaris onderteekend.
Ait. 11. Wanneer iemand naar aanleiding van art. 21 2
der Leerplichtwet opgeroepen maar niet voor de Commissie
verschenen is, en de Commissie het noodig oordeelt persoon
lijk bedoelden persoon te wijzen op zijn verplichting om het
leerplichtige kind geregeld de school te doen bezoeken
eri hem tegen herhaling der nalatigheid ernstig te
waarschuwen, dan worden daartoe twee leden der commissie
door den Voorzitter aangewezen, die onmiddellijk nadat zij
die opdracht hebben vervuld, daarvan kennis geven aan den
Secretaris der commissie.
Art. 12. Voor ieder onderzoek, door de commissie noodig
geacht, wijst de Voorzitter een of meer leden aan.
Art. 13. De onvermijdelijk door de commissie te maken
kosten worden haar door de gemeente vergoed.
Jaarlijks in de maand Januari dient de commissie bij
Burgemeester en Wethouders een staat in van de door haar
in het afgeloopen jaar gedane uitgaven, vergezeld van de
noodige bescheiden tot staving daarvan.
Den Secretaris der commissie kan uit de gemeentekas een
voorschot worden verstrekt, tot een door Burgemeester en
Wethouders te bepalen bedrag, ter voorloopige bestrijding
van de in de le alinea bedoelde kosten.
N°. 90. Leiden, G April 1901.
In uwe vergadering van den 14en Maart 1.1. werd besloten
de behandeling van het voorstel tot verhuring van gemeente
grond aan de Rembrandtstraat aan G. J. Couvée te Arnhem
(Zie Ingek. Stukken n°. 47) te verdagen, ten einde ons
college in de gelegenheid te stellen alsnog nader te overwegen
of niet aan den wensch der Commissie van Fabricage zou
kunnen worden voldaan om door eene verbreeding van de
uitmonding der Groenhazengracht een betere doorstrooming
van het water in die gracht tot stand te brengen.
Uit het thans nader door die commissie omtrent deze zaak
uitgebracht rapport, in de Leeskamer ter inzage van de leden
nedergelegdblijkt dat dit werk, waarvan de kosten aan
vankelijk door haar op ƒ750.werden geraamd, voor ongeveer
ƒ200.— zal' kunnen uitgevoerd worden, indien de walkant,
in plaats van door een vrij kostbare houten beschoeiing, door
rijswerk voor uitzakking worde beveiligd. Tevens deelt de
commissie ons mede, dat de kosten uit de loopende begroo
ting zullen kunnen worden bestreden.
Onder deze omstandigheden bestaat ook bij ons tegen de
uitvoering van dit werk geen bezwaar meer.
Voorts doet de commissie ons opmerken, dat in de door
haar voorgestelde som van ƒ50.— als huurprijs van den grond,
een zeker bedrag begrepen was voor rente van de ten laste
der gemeente komende uitgaven voor de schoeiing, maar
dat die som te groot is, wanneer de schoeiing achterwege
blijft, daar toch het geheele in huur gevraagde terrein, na
aftrek van het af te graven gedeelte, slechts 80 M*. groot
zal zijn. Zij stelt daarom thans voor den huurprijs te bepa
len op ƒ20.'sjaars.
Ook hiermede kunnen wij ons geheel vereenigen.
Op grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
dus nu in overweging:
1°. ons te machtigen tot de verbreeding van den mond van
de Groenhazengracht overeenkomstig het door de Commissie
van Fabricage voorgestelde plan;
2°. het na de afgraving overblijvende terrein aan de Rem
brandtstraat, nader omschreven in ons praeadvies van 12
Februari j.l., te verhuren aan G. J. Couvée, te Arnhem, tegen
een huurprijs van 20.— 'sjaars en voorts onder de bij dat
praeadvies voorgestelde voorwaarden, met dien verstande even
wel dat de datum van ingang der huurovereenkomst thans
nader door ons college in overleg met den heer Couvée zal
worden bepaald.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 91. Leiden, 10 April 1901.
Tegen inwilliging van het in nevensgaand adres van notaris
Meiners, alhier, vervat verzoek bestaan noch bij de Commissie
van Fabricage, noch bij ons college bezwaren.
Dientengevolge toch zal geenerlei wijziging gebracht worden
in den rechtstoestand, waarin de gemeente, ten gevolge van
uw besluit van den 16en Februari 1899 (Zie Ingek. Stukken
n°. 9) en de daarop gevolgde eigendomsoverdracht, ten aan
zien van het bewuste stukje grond aan het einde der Ooster
straat is gekomen. Het eenige verschil zal zijn dat Kors
Wezelenburg in de rechten en verplichtingen zal treden van
M. H. Fontein en M. de Tombe en dat dus de gemeente aan
hem in plaats van aan de laatstgenoemden de som van
350.— zal moeten betalen, wanneer zij de beschikking
over die strook grond zal wenschen te erlangen. Daarentegen
zal Kors Wezelenburg, als tot dusverre Fontein en de Tombe,
het stukje grond alleen als tuin mogen gebruiken en het
door een ijzeren hek van de openbare straat afgescheiden
moeten houden.
Mitsdien geven wij Uwe Vergaderingin overweging gunstig op
het verzoek van adressant te beschikken en dus goed te
keuren, dat M. H. Fontein en M. de Tombe ten behoeve van
Kors Wezelenburg, te Hazerswoude, afstand doen van het
recht van gebruik van het stukje grond aan het einde der
Oosterstraat met al de daaraan verbonden voor- en nadeelige
bepalingen, zooals deze nader in de ten overstaan van notaris
Coebergh, alhier, d.d. 24 Augustus 1899 verleden acte van
overdracht zijn omschreven.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft eerbiedig te kennen
Johann Friedrich Meiners, Notaris te Leiden, ten deze
handelende namens Kors Wezelenburg, boomkweeker, wonende
te Hazerswoude;
dat de heeren Meindert Iluibert Fontein en Matthijs de
Tombe, beiden metselaar en wonende te Leiden, blijkens
akte den 24 Augustus 1899 voor Notaris Mr. Joannes Adria-
nus Franciscus Coebergh te Leiden verleden, aan de gemeente
Leiden in eigendom hebben afgestaan eene strook grond,
bestemd voor straat, gelegen binnen de gemeente Leiden en
aldaar kadastraal bekend Sectie K, nummer 973, groot
twaalf arenj;
dat in de voorwaarden van bedoelde akte van afstand in
eigendom onder andere is bepaald:
dat het tuintje, afgescheiden door een hekje, uitmakende
een noordelijk gedeelte van voormelde strook grond en op
de situatieteekening aan genoemde notarieele akte vastge
hecht, onder B aangewezen, kosteloos in gebruik zal blijven
aan genoemde heeren Fontein en de Tombe, zoolang de ge
meente Leiden daarover niet wenscht te beschikken en dat,
geeft de gemeente daartoe haar verlangen te kennen, zij binnen
een maand daarna in het feitelijk bezit daarvan moet worden
gesteld en zij aan de verkoopers, de heeren Fontein en de
Tombe, moet betalen den daarvoor bedongen koopprijs van
drie honderd vijftig guldenzonder bijvoeging van intrest en
onder aftrek van de kosten, die zij onverhoopt mocht hebben
te maken om zich in het feitelijk bezit te stellen;
dat de heeren P'ontein en de Tombe van dat recht van
gebruik met al de daaraan verbonden voor- en nadeelige
bepalingen ten behoeve van den heer Kors Wezelenburg af
stand willen doen;
dat deze echter meent daarvoor Uwe bewilliging te behoeven,
waarom requestrant, namens den heer Wezelenburg eerbiedig
verzoekt Uwe goedkeuring en bewilliging aan bedoelden af
stand door de heeren Fontein en de Tombe aan den heer
Kors Wezelenburg te willen verleenen.
't Welk doende enz.
Leiden, Maart 1901. J. F. Meiners.
N°. 92. Leiden, 10 April 1201.
Zooals Uwe Vergadering bekend is, werden destijds onder
handelingen gevoerd met de Wed. J. C. van der Bijl over
den eigendomsafstand van het achter haar perceel aan de
Burgsteeg N°. 12 gelegen open plaatsje, zonder dat evenwel
die onderhandelingen met een gunstigen uitslag werden be
kroond.
Thans biedt de Wed. van der Bijl den eigendom van
dat plaatsje aan de gemeente aan voor den prijs van
500.onder voorwaarde dat het zich aan de achterzijde
van haar perceel bevindend vensterkozijn voor rekening van
de gemeente worde weggenomen en dicht gemetseld. De
kosten van dit werk zullen ongeveer 35 a 40 bedragen.