35
Volgens het ontwerp van i895:
Volgens het huidige voorstel:
Art. 5 (4 oud).
Den aannemer wordt de verplichting opgelegd zijn werk
lieden, werkzaam voor het in dit bestek bedoelde werk, niet
langer te doen arbeiden dan 11 uur per etmaal.
Art. 5.
Zoowel overschrijding van dezen maximalen werktijd van 11
uren per dag als doen werken op Zondag is alleen geoorloofd
met goedkeuring der Directie.
Deze verleent die goedkeuring slechts dan, als het belang
van het werk de gevraagde afwijking dringend vordert.
Dit maximum kan echter voor enkele werklieden, die in
verband met de eischen van het werk vóór of na den werk
tijd aanwezig moeten zijn, met goedkeuring der Directie tot
uiterlijk 13 uren per etmaal worden verhoogd.
Toelichting.
Deze bepaling spreekt voor zichzelve. Zij strekt om den
geregelden gang van het werk te verzekeren. In hoofdzaak
zullen het de opperlieden zijn, voor wie verhooging van den
maximalen werktijd zal noodig blijken.
Art. 6.
Overschrijding van den maximalen werktijd, zoowel als doen
werken op Zondag, is alleen geoorloofd met toestemming van
Burg. en Weth.
In spoedeischende gevallen kan die toestemming door de
Directie worden verleend. Deze geeft dan van elke door haar
verleende toestemming onmiddellijk kennis aan Burg. en
Weth., met opgave der redenen, die het geven dier toestem
ming noodzakelijk maakten.
Toelichting.
Ter voorkoming van onvoldoend gemotiveerde overschrij
ding van den maximalen werktijd schijnt ons verkieslijker
daarvoor toestemming van Burg. en Weth. te vereischen. In
spoedeischende gevallen zal een tijdige beslissing van Burg. en
Weth. echter veelal onmogelijk zijn, en juist die spoedeischende
gevallen zullen meestal de overschrijding noodzakelijk maken.
Zoo zou dus zonder voorbehoud voor spoedeischende ge
vallen, de beslissing toch feitelijk weer bij de Directie ver
blijven. Vandaar de bepaling der 2e alinea, die theorie en
praktijk met elkander in overeenstemming brengt en toch
voldoende waarborgen tegen een te lichtvaardige overschrij
ding oplevert.
Art. 7 (oud 6).
Wordt langer gewerkt dan de maximale werktijd, zoo
wordt voor het overwerk aan den werkman betaald:
Voor
het le uur 10%
2e 20
3e 30
verdere uren 50 boven het uurloon.
Art. 7.
Wordt op Zondag gewerkt, dan wordt het uurloon van den
werkman met ten minste 50% verhoogd.
Voor het le en 2e uur 10%
3e en 4e 30
verdere uren 50% boven het uurloon.
Toelichting.
De bepaling van het loontarief voor overuren hangt veel
af van persoonlijk inzicht. De verhooging moet niet te laag
zijnopdat de aannemer niet bezwijke voor den aandrang
tot overwerk, die veelal van de werklieden zelf uitgaat. Ver
hoogingen als thans worden voorgesteld schijnen zoowel der
Commissie van Fabricage als ons college billijk.
Art. 8
Wordt op Zon- of algemeen erkende feestdagen gewerkt,
dan wordt het uurloon van den werkman met ten minste
100% verhoogd.
Art. 9 (oud 8).
De rust en schafttijden worden in verband met plaatselijke
gesteldheid, seizoen en aard van het werk, door den aannemer
in overleg met de Directie geregeld.
Art. 10 (oud 9).
Het is den aannemer geoorloofd bij het stuk te doen werken.
Indien zulks echter naar het oordeel der Directie aanleiding
geeft tot minder zorgvuldige bewerking, tot te geringe ver
dienste of tot overmatigen arbeid, kan het door haar worden
verboden.
Art. 10.
De aannemer is verplicht de daartoe in het bestek aange
wezen onderdeelen van werken binnen deze gemeente te doen
vervaardigen.
Art. 11.
De aannemer is verplicht de in het bestek aangewezen
onderdeelen van werken op het werk te doen vervaardigen.
Voor zoover ingevolge dit bestek ontheffing van dit voor
schrift kan worden verleend, worden aan die ontheffing de
volgende voorwaarden verbonden:
1°, dat de fabrieken of werkplaatsen, waar de bedoelde
onderdeelen vervaardigd zullen worden, binnen de gemeente
gelegen zijn
2°. dat op deze fabrieken en werkplaatsen een regeling van
loon en arbeidsduur bestaatdie voor de betrokken werk
lieden ten minste even gunstig is, als de regeling die gelden
zou op het werk