24
N°. 44. Leiden, 12 Februari 1901.
Tegen inwilliging van bijgaand verzoek van J. C. Thonus,
wiens kinderen, wegens vestiging in deze gemeente, eerst
sedert 1 Februari de lessen aan de II. B. School en aan de
meisjesschoolle klasse hebben gevolgdbestaat bij ons geen
bezwaar.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging aan
adressant vrijstelling of terugbetaling van schoolgeld te ver-
leenen over het le kwartaal van den loopenden cursus, voor
zooveel zijn zoon betreft, en over de maand Januari voor
zooveel zijn dochter aangaat, alzoo te zamen tot een bedrag
van 20,
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan
den Raad van de gemeente Leiden.
De ondergeteekendeJohannes Cornells Thonus, Landmeter
van het kadaster, wonende Vreewijk-Dwarsstraat n°. 7, geeft
te kennen:
Dat hij op den lsten Februari jl. naar hier is overgeplaatst
en zijne kinderen sedert dat tijdstip de gemeentescholen be
zoeken
Dat hij evenwel voor zijn zoon op de Hoogere Burgerschool
voor den geheelen duur der cursus en voor zijne dochter op
de Meisjesschool le klasse voor het geheele kwartaal is aan
geslagen
Redenen, waarom adressant zich tot Uw collegie wendt
met het beleefde verzoek dat het U moge behagen hem terug
gave van betaald schoolgeld te verleenen tot zoodanig bedrag
als waarop hij meent aanspraak te kunnen maken.
Hetwelk doende,
Leiden, 9 Februari 1901, J. C. Thomjs.
N°. 45. Leiden, 12 Februari 1901.
Den 30en Apfil a. s. eindigt de huur van het perceel Aal
markt n°. 5 en aangezien de tegenwoordige huurder deze
niet langer wenscht te continueerenzal naar een nieuwen
huurder moeten worden omgezien.
Alvorens evenwel daartoe wordt overgegaan acht de Com- j
missie van Fabricage het noodzakelijk, dat aan het pand ver
schillende herstellingen worden aangebracht, nader in haar in
de Leeskamer liggend rapport omschrevenen waarvan de
kosten door haar worden geraamd op ƒ215.— waarvoor
op de begrooting geen gelden zijn uitgetrokken.
Aangezien het huis zeer uitgewoond is en de voorgestelde
herstellingen dringend noodzakelijk zijn, achten ook wij deze
uitgave alleszins gerechtvaardigd, ook ten einde een hoogeren
huurprijs te kunnen bedingen.
Mitsdien geven wij U in overweging ons te machtigen tot
de uitvoering dezer werken over te gaan en tot de vast
stelling van den hierbij overgelegden staat van af- en over
schrijving te besluiten.
Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog
11942 67 beschikbaar.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 46. Leiden, 12 Februari 1901.
Blijkens het hierbij overgelegd rapport van de commissie
van fabricage heeft de aannemer van den bouw van de graan-
beurs den opleveringstermijn met 31 dagen overschreden,
waarvan hem intusschen, na aftrek der 22 regendagen en van
de laatste 4 Zondagen, slechts 5 kunnen worden toegerekend.
Dientengevolge is door hem eene boete verbeurd van 5 X ƒ25
of ƒ125.-.
Intusschen bestaan er, naar de commissie van fabri
cage meent, alleszins redenen om deze boete kwijt te
schelden. Immers, het werk is tot hare volle tevredenheid
opgeleverd en de gemeente heeft ten gevolge van de enkele
dagen te late oplevering geenerlei schade beloopen, aangezien
ook bij tijdige oplevering de beurs toch niet vóór '15 Februari
in gebruik zou kunnen zijn genomen.
Maar bovendien is de te late oplevering van het werk uit
sluitend het gevolg van de te late aflevering van enkele onder-
deelen der ijzerconstructie, waardoor de aannemer, die overigens,
zooveel hem mogelijk was, geregeld en met spoed heeft laten
doorwerken, geheel buiten zijn schuld bij de samenstelling der
ijzerconstructie vertraging heeft ondervonden.
Ook hierom eischt naar het ons voorkomt de billijkheid de
beloopen boete kwijt te schelden.
Mitsdien geven wij Uwe Vergadering in overweging ons te
machtigen aan J. I. Planjer, aannemer van den bouw der
graanbeurs, het van de aannemingssom gekorte bedrag van
ƒ125.alsnog te doen uitbetalen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 47. Leiden, 12 Februari 1901.
Bij nevensgaand adres wordt door G. J. Couvée, oud-majoor
der infanterie, wonende te Arnhem, verzocht hem in eigendom
af te staan of te verhuren het gedeelte grond, liggende naast
en achter het hem toebehoorende perceel aan de Rembrand
straat n°. 27, op bijgaande teekening met rood aangegeven
en gemerkt met de letters B en C.
Niet minder dan bij de commissie van fabricage bestaan
bij ons tegen den eigendomsafstand overwegende bezwaren.
Immers bedoelde strook gronds ligt juist in het verlengde van
de Groenhazengracht en het is geenszins onmogelijk, dat zij
voorbestemd is om in de toekomst deel uit te maken van een
verbindingsweg van het Rapenburg met den Witten Singel,
waardoor de communicatie tusschen deze twee stadsgedeelten
zeer belangrijk zou worden bekort. In ieder geval dient met
deze mogelijkheid thans te worden rekening gehouden.
Tegen verhuring van het bedoelde terrein bestaat echter
noch bij de commissie van fabricage, noch bij ons college
bezwaar en wij zouden daaraan zelfs niet de beperking willen
verbinden, door de commissie van fabricage voorgesteld.
Het onderzoek in loco, naar aanleiding van het ingekomen
verzoek ingesteld, heeft haar er toe geleid op eene verbetering
van de doorstrooming van de Groenhazengracht aan te dringen,
welk doel h. i. zou kunnen worden bereikt door het daar ter
plaatse zich bevindend gewelf weg te ruimen en een gedeelte
van den thans door den heer Couvée verlangden grond af te
graven. De kosten van dat werk worden door haar begroot
op 750.-.
Het komt ons voor, dat de uitvoering van dit werk, waarop
thans alleen door het verzoek van den heer Couvée de aan
dacht gevallen is, geenszins dringend noodzakelijk is. Het
bleek tochdat de doorstrooming onder het gewelf moeilijk
heden ondervindt tengevolge van verstopping en nu is door
ons last gegeven het gewelf behoorlijk te doen schoonmaken.
Dientengevolge zal de toestand zeker worden verbeterd, zonder
dat het rioodig is daarvoor eene uitgave te doen van 750.
In ieder geval echter kan ook bij verhuring van het geheele
terrein aan den heer Couvée, dit werk toch later nog, wanneer
dit onverhoopt noodig mocht zijn, worden uitgevoerd, omdat
in alle huurcontracten der gemeente de bepaling wordt opge
nomen dat de gemeente ten allen tijde bevoegd is de huur
ook tusschentijds te doen eindigenmits daarvan drie maanden
te voren aan den huurder kennis gevende.
Den huurprijs, door de commissie van fabricage op 50.
gesteld, meenen wij met 15.te mogen verhoogen, wanneer
de oppervlakte van den in huur te geven grond ongeveer -J
grooter zal zijn dan die Commissie voorstelt.
üp grond van een en ander geven wij Uwe Vergadering
in overweging het aan de gemeente toebehoorende terrein aan
de Rembrandstraat, begrepen tusschen die straat, den zijgevel
van het perceel Rembrandstraat n°. 27 en een in het verlengde
van dien gevel getrokken lijn naar de Witte Singelgracht, de
Witte Singelgrachten de Groenhazengracht, op de overgelegde
situatieteekening met roode kleur aangegeven en aangeduid
met de letters B en C, te verhuren aan G. J. Couvee te Arnhem
voor den tijd van 5 jaar, ingaande 1° Maart a. s., tegen een
huurprijs van ƒ65.'sjaars, en voorts onder de gewone voor
waarden, door de gemeente in hare huurcontracten opgenomen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kermenCouvée, Gerardus
Johannes, oud-Majoor der Inf., wonende te Arnhem, dat hij
UEd.Achtb. verzoekt hem in eigendom af te staan of tot weder-
opzeggens in huur te willen geven op door U vast te stellen
voorwaarden
Het gedeelte van den tuin, thans in gebruik bij het perceel
Rembrandstraat 27 te Leiden, bekend bij het kadaster als
sectie A n°. 639 en op bijgaande teekening met rood aange
duid en gemerkt met de letter B, ter grootte van 117 c.A.;
en verder het terreingedeelte, gemerkt met de letter C, ter
grootte van 33 c.A., hetgeen thans toegang geeft [tot eerst
genoemd gedeelte.
Sedert den bouw van bovengenoemd perceel is het terrein B
van af de schutting A, hierbij in gebruik geweest en was hij
steeds van meening dat dit daarbij behoorde.
Nu echter gebleken is, dat het eigendom van de gemeente
Leiden isneemt hij de vrijheid U bovenstaand verzoek te doen.
't Welk doende enz.
Arnhem, 28 Januari 1901. Couvée.