GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 23 INGEKOMEN STI KKEN. N°, 42. Leiden, 12 Februari 1901. Nevensgaand schrijven van Commissarissen der Stedelijke gasfabriek, waarmede wij ons overigens ten volle kunnen vereenigen, geeft ons aanleiding tot slechts een enkele op merking Wij deelen geheel het gevoelen van commissarissen, waar deze er op wijzen, dat ook in deze gemeente in de naaste toekomst nog een sterk vermeerderend verbruik van gas mag worden verwacht en dat het dan ook bij een voor uitziend beheer in allen deele raadzaam mag wor den geacht zich tijdig de beschikking te verzekeren over de noodige ter reinen, ten einde, wanneer het oogenblik daartoe gekomen is, tot eene uitbreiding der fabriek te kunnen overgaan. Maar wanneer commissarissen daaraan als terloops toevoe gen, dat de gemeente bij het effectueeren van den thans voorgestelden aankoop en verheeling aan de gasfabriek van een gedeelte van de Westvolmolensteeg over voldoend terrein zou beschikken voor den eventueelen bouw eener watergas installatie, daar achten wij ons toch tot deze reserve ver plicht, dat wij met de ondersteuning van dit voorstel'niet geacht willen worden daarmede tevens tot den bouw eener watergasinstallatie te adviseeren of op de beslissing omtrent de oprichting van een dergelijke inrichting door dezen aan koop, dien wij onder alle omstandigheden gewenscht en ge raden achten, ook maar eenigszins te willen vooruitloopen. Onder dit voorbehoud geven wij Uwe Vergadering dan ook met aandrang in overweging op het voorstel van Commissa rissen der Stedelijke Gasfabriek in te gaan en tot den aan koop ten behoeve der gasfabriek van het perceel aan de Westvolmolensteeg, kadastraal bekend onder Sectie B. n°. 2158 gemeente Leidengroot 365 cA., voor den prijs van 3900,— te besluiten. Zooals voorts uit het schrijven van commissarissen blijkt ligt het in de bedoeling, dat de koopprijs uit de fondsen der gasfabriek zal worden gekweten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 5 Februari 1901. Wij hebben de eer het volgende onder Uwe aandacht te brengen. In het afgeloopen jaar is het gasverbruik in onze Gemeente met ruim 10 toegenomen. Wij behoeven ons niet voor te stellen, dat de grenzen van het gasverbruik spoedig bereikt zullen zijn. De steeds toenemende behoefte aan licht en de vraag naar gasvormige brandstoffen zijn oor zaken, dat het cijfer van 96 M3, zijnde de hoeveelheid gas, die in 1899 per inwoner in Leiden aan particulieren verkocht werd, nog belangrijk zal stijgen. In Utrecht heeft dit cijfer in 1899 123 Ms bedragen. In verscheidene Engelsche steden van den omvang van Leiden, wisselen de cijfers van afgifte van gas van 145 tot 160 M3 per inwoner en per jaar. Om deze redenen zijn reeds eenige avant-projets voor uit breiding der gasfabriek opgemaakt. In de eerste plaats zal het echter noodig zijn over voldoende terrein te kunnen be schikken, en daarom zijn door ons onderhandelingen gevoerd met den heer W. van der Drift, over den aankoop van een terrein groot 365 centiaren, gelegen aan de Westvolmolen steeg kadaster Sectie B 2158 en grenzende aan de fabriek. Op dit terrein, dat vroeger als looierij heeft gediend, staan pakhuizen en een woonhuisje. De heer van der Drift wil het aan de Gemeente verkoopen tegen ƒ3900,— Behalve het bedoelde stuk zal bij aankoop nog aan de Gas fabriek kunnen worden getrokken een gedeelte (75 centiaren) van de Westvolmolensteeg en zouden wij op deze wijze over voldoende terrein voor den eventuëelen bouw eener watergas installatie kunnen beschikken. Wij hebben de eer Uw College in overweging te geven aan den Raad machtiging aan te vragen om tot den aankoop van het in dezen bedoelde terrein ad ƒ3900,te mogen overgaan. Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek II. C. Juta, Voorzitter. A. W. Kroon Jr. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden. N° 43. Leiden, 12 Februari 1901. Blijkens het hierbij aan Uwe Vergadering overgelegd schrij ven van Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek beantwoordt, ook in verband met de jaarlijks toenemende gasproductie, de installatie van de drooge zuivering niet meer aan de eischen van den tegenwoordigen diensten is bet dringend noodig tot het bouwen van een geheel nieuw zuiverhuis met vier nieuwe kisten over te gaan. De kosten van deze uitbreiding worden door commissarissen begroot op 45000.en zullen uit den aard der zaak uit het uitbreidings- en vernieuwingsfonds moeten worden ge kweten. Aangezien evenwel dit fonds niet over de daarvoor betioodigde middelen beschikt, zal een aanvulling daarvan met bovengenoemd bedrag noodig zijn. Van de noodzakelijkheid van het door commissarissen voor gestelde werk overtuigd, geven wij Uwe Vergadering mits dien in overweging: 1°. te besluiten tot aanvulling van het uitbreidings- en vernieuwingsfonds der Stedelijke Gasfabriek met 45000.— de gelden te vinden uit geldleening, onder bepaling dat door de gasfabriek een rente van 5% 'sjaars aan de gemeente worde betaald en jaarlijk 5% worde bestemd tot aflossing van schuld of kapitaaldelging, aan te vangen met het jaar 2°. vast te stellen den hierbij overgelegden suppletoiren staat van begrooting, dienst 1901 in ontvangst en uitgaaf ten bedrage van 45000. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 5 Februari 1901. Wij hebben de eer het volgende onder Uwe aandacht te brengen. De gasfabriek beschikt slechts over één zuiverhuis, de daarin geplaatste kistendie voor de zoogenaamde droge zuivering dienen, zijn op vele plaatsen gebroken geweest en vertoonen telkens opnieuw breuken. Daar de kisten of in gebruik zijnof voor gebruik gereed moeten zijn, is er weinig gelegenheid tot goede reparatie. Voor het nazien en reinigen der afsluiters en der verbin dingen tusschen de kisten bestaat nooit gelegenheid. Sedert de droge zuivering aan de Gasfabriek de laatste maal is uitgebreid, is de jaarlijksche gasproductie met 5% toe genomen. Om deze redenen is het dringend noodig eene belangrijke uitbreiding aan deze zuivering te geven, bestaande uit het bouwen van een geheel nieuw zuiverhuis met een serie van vier nieuwe kisten. Van de aanwezige zes zuiverkisten zullen dan twee stuks worden opgeruimd. Na ingebruikstelling van het nieuwe zuiverhuis zal getracht worden de vier overblij vende oude kisten goed te herstellen waarvoor dan gebruik zal kunnen worden gemaakt van den afbraak der twee kisten, die komen te vervallen. Wij ver wachten op cleze wijze nog eenige jaren profijt van de oude kisten te kunnen trekken. Tijdens de winterproductie zal met twee stellen van vier zuiverkisten worden gewerkt, tijdens de zomerproductie zal beurtelings een stel buiten werking worden gesteld en be hoorlijk nagezien en schoongemaakt. De opzet van het nieuwe zuiverhuis is zoodanig, dat als de oude kisten moeten worden afgedankt, een tweede zuiver huis zal worden gebouwddat met het eerste een symmetrisch geheel zal vormen. Voorzoover zulks nu reeds kan geschieden wordt met het leggen der gasbuizen en het plaatsen der afsluiters rekening met den toekomstigen toestand gehouden. Deze uitbreiding is begroot op 45000.waarvoor zal worden verkregen: een stel van vier zuiverkisten met de aansluitingen en afsluiters, de gasbuizen voor aansluiting op de bestaande leiding en een steenen gebouw met pannen dak. Ten gevolge van de voortdurende uitbreiding van het gas verbruik (in het afgeloopen jaar met ruim 10%) zullen de in- en uitlaten der gashouders moeten worden verruimd. Dit laatste werk zal met andere noodzakelijke werken moeten worden betaald, uit hetgeen voor het uitbreidings- en ver nieuwingsfonds bij de behandeling der begrooting voor het dienstjaar 1901 beschikbaar is gesteld. Voor de voorgestelde uitbreiding der droge zuivering zijn echter geen fondsen beschikkaar en wij hebben daarom de eer Uw College voor te stellen bij den Raad een som van 45000. voor het uitbreidings- en vernieuwingsfonds der Gasfabriek aan te vragen. De Commissarissen der Stedelijke Gasfabriek, H. C. Juta, Voorzitter. A. W. Kroon Jr. Aan Heeren Burgemeester en Wethouders van Leiden, P. ZlLLESEN. P. ZlLLESEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1901 | | pagina 1