DONDERDAG 10 JANUARI 1901
5
doen, ten einde de kosten van het remmingwerk geheel of
gedeeltelijk door de Provincie te doen dragen.
Het voorstel van den heer van Hoeken wordt voldoende
ondersteund
In stemming gebracht wordt het met 15 tegen 8 stemmen
verworpen.
Tegen stemden de heeren: Kaiser, de Goeje, van Kempen
de Lange, Hasselbach, de Vries, van Dissel, Drucker, Dek-
huyzenZaayer, van Hamel, van Lidth de Jeude, Juta, L.
Driessen en Kroon.
Voor stemden de heeren: P. J. van Hoeken, J. P. J. Driessen,
van Rhijn, A. J. van Hoeken JJz., Pera, Aalberse, Mulder
en den Houter.
De heer van Dissel. M. d. V.Is nu het denkbeeld van
den heer van Hamel om, op welke wijze dan ook, de kosten
van het werk uit de begrooting van dit jaar te vinden, geheel
op zijde geschoven? Ik gevoel er toch veel voor.
De Voorzitten. De heer van Hamel beeft geen voorstel in
dien geest gedaan; hij heeft alleen die quaestie besproken.
De heer van Dissel. Dan doe ik thans het voorstel om
het werk nog dit jaar uit te voeren, want het is inderdaad
hoogst nuttig en noodig en stel tevens voor de kosten te
betalen uit den post voor onvoorziene uitgaven.
Het voorstel wordt voldoende ondersteund, en kan derhalve
een onderwerp van beraadslaging uitmaken.
De heer Juta. Ik moet de vergadering toch ten ernstigste
in overweging geven om zich tweemaal te bedenken alvorens
dit voorstel aan te nemen. Wij zijn pas in den aanvang van
het dienstjaar en nu zullen wij al dadelijk op een zoo betrek
kelijk kleinen post voor onvoorzien f 1400.— gaan uitgeven,
terwijl er in den loop van het jaar natuurlijk nog verscheidene
uitgaven zullen voorkomen die uit dien- post zullen moeien
worden gekweten, liet zal dan de vraag zijn oi de post daartoe
dan nog toereikend zal zijn, terwijl het ook de vraag is of
andere posten overschotten zullen geven, waaruit de post voor
onvoorzien kan worden aangevuld. Was het tegen het einde
van het dienstjaar, dan zou ik tegen het voorstel van den
heer van Dissel niet zooveel bezwaar hebben, omdat men dan
den dienst beter kan overzien, maar om bij den aanvang van
het jaar op zulk een betrekkelijk kleinen post reeds over
f '1400.— te beschikken, vind ik zeer bedenkelijk.
De heer Pera. Wat de heer van Hamel heeft opgemerkt
heeft mijn volle instemming en ik heb er een oogenblik aan
gedacht om ongeveer hetzelfde in 't midden te brengen. Alles
in aanmerking genomen, geloof ik ook, dat er reden is om
dit werk zoo spoedig mogelijk tot stand te doen komen. Maar
de gegevens, die wij hebben gekregen van Burg. en Weth.,
deden mij besluiten van genoemd voornemen af te zien.
Ik geloof ook, dat het niet aangaat nu reeds in het begin
van het jaar over een dergelijk extra bedrag uit den post
voor onvoorziene uitgaven te beschikken, zoodat ik voor mij
het plicht acht te stemmen voor het voorstel van Burg en Weth.
De Voorzitter. Ik ben tegen het voorstel van den heer
van Dissel, omdat het niet is eene onvoorziene uitgave. Der
gelijke zaken moeten hij de begrooting worden behandeld,
tenzij men zooveel geld kan aanwijzen daarvoor, dat daaruit
de uitgave kan worden betaald.
De heer van Hamel. Ik ben geen technicus en kan dus
niet uitmaken, of het werk van ecnigen langen duur is. Zal
het een paar maanden durenof eenige weken of wat ook
Kunt u daaromtrent eenige inlichting geven?
De Voorzitter. Het werk zal misschien twee of drie weken
duren.
Ik wil nog dit zeggen. Gesteld eens, dat in den loop van
het jaar blijkt, dat het werk wel zou kunnen worden betaald,
b.v. wanneer de rekening is afgesloten, dat is in Juli, blijkt
er dan een overschot te zijn, zoodat dat zonder onze finantiën
in de war te sturen zou kunnen betaald worden, waarom
zouden wij dat dan niet doen? Maar thans moeten wij uit
het oogpunt van eene richtige comptabiliteit het voorstel doen
om te wachten tot de volgende begrooting.
De lieer van Dissel. Na die bereid verklaring trek ik mijn
voorstel in.
Het voorstel wordt daarop zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
X. Verzoek van P. J. van Hoekenom het gebruik van
gemeentegrond aan de Havenkade en vergunning tot bet
leggen van rails in de Havenkade en de Minnebroersgracht.
(Zie lng. St. n°. 8).
De Voorzitter. Naar aanleiding van de ingekomen missive
van den heer van Hoeken, waaruit blijkt, dat hij bij nader
inzien bezwaar heeft tegen zijn verzoek om den grond in
gebruik te mogen verkrijgen, stel ik voor die zaak uit te
stellen tot eene volgende vergadering; dan kan nog eens
overleg worden gepleegd met de Commissie van Fabricage.
Aldus wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming besloten.
XI. Voorstel tot publieke verpachting van de Graanbeurs
met bijbehoorende bovenwoning.
(Zie lng. St. n°. 12).
De heer Drucker. Een paar opmerkingen, M. d. V.over
hetgeen aan het slot van het voorstel van Burg. en Weth.
wordt in overweging gegeven.
In de eerste plaats wordt onder 2° en 3° aan den pachter
voorgeschreven liet maximum van hetgeen hij zal mogen vor
deren. Nu wordt per keer als maximum daarvoor gesteld
5 ct. per persoon, terwijl onder 3° als maximum voor ver
goeding van het gebruik van tafels f 5,— per jaar wordt
bepaald. Het derde cijfer, n.l. het bedrag voor abonnement, is
daarentegen niet als maximum aangegeven, maar als een vast
bedrag van f 3,—. Waarschijnlijk is echter ook dit cijfer als
maximum bedoeld, zoodat wanneer de pachter het minder wil
stellen dat niet zal verboden zijn?
De Voorzitter. Ik heb er geen bezwaar tegen dat er. hij
te voegen.
De heer Drucker. Mijne tweede opmerking is of liever,
in de tweede plaats wenschte ik eene vraag tot Burg. en
Weth. te richten. Onder 4° wordt aan den pachter voorge
schreven, dat hij in alles wat de regeling der beurszaken en
de handhaving der orde in het beurslokaal betreft, zich zal
hebben te gedragen naar de voorschriften, hem door eene
door de beursbezoekers benoemde Commissie gegeven, Mij
dunkt, dat is wat vaag. In de eerste plaats: wat zijn de
beursbezoekers; en verder: hoe gaat die benoeming in haar
werk? Het kan hard wezen voor den pachter, onderworpen
te zijn aan een Commissie, omtrent de samenstelling waar
van niets is bepaald. Kan op dat punt niet eenige regeling
worden aangegeven?
De Voorzitter. Wij hebben er over gedacht, maar de
bestaande Commissie werkt tot algemeen genoegen van al
de graanbeursbezoekers Hoe in de vacatures wordt voorzien
weet ik op het oogenblik niet, maar tot dusver heeft de
Commissie tot algemeene tevredenheid haar werk verricht.
De beurs is eene juffrouw die zachtzinnig moet worden be
handeld. Ik zou dus vooralsnog van gemeentewege niet
wenschen in te grijpen. Er wordt bovendien door ons voor
gesteld, dat zoowel de beursbezoekers als de pachter hooger
beroep zullen hebben op Burg. en Weth.
Wat de f 3.voor abonnement betreft, ik geloof dat dit
eene som is waarboven do pachter niet mag gaan. Iemand
die 50 maal de beurs bezoekt zonder abonnement, betaalt
dan 50 X 5 cents /"2.50. Even de beurs verlatende moet
hij, bij nieuwen toegang, opnieuw betalen; maar neemt hij
een abonnement van f 3 dan kan hij zooveel in- en uit-
loopen als hij wil.
De heer Drucker. Het laatste door U opgemerkte verklaart
nog niet, waarom de pachter niet vrij zou zijn, het abonne
ment op minder dan f 3"te stellen.
Overigens heb ik er vrede mede, dat de Commissie door de
beursbezoekers wordt benoemd, mits daarvoor enkele regelen
worden gesteld, bijv. dat de benoeming zal geschieden in
eene vooraf aangekondigde vergadering. Anders toch bestaat
de mogelijkheid, dat bijv. eenige bezoekers op een goeden dag
zeggenlaten wij even eene Commissie benoemen.
De Voorzitter. Die quaestie is nog niet geheel geregeld,
de heeren zullen wel begrijpen dat in de voorwaarden van
aanbesteding nog tal van andere zaken moeten worden opge
nomen. Over de benoeming van de Commissie heb ik lang
gedacht, en ik ben tot de conclusie gekomen, dat het beter
is, de zaak in dit opzicht te laten zooals zij is, zooals zij tot
dusverre zonder eenig bezwaar heeft gewerkt. Maar wij zullen
de opmerkingen van den heer Drucker in overweging nemen.
Men zou de Commissie ook kunnen doen benoemen door
Burg. en Weth., tenzij de Raad overeenkomstig het advies
van den heer den Houter die benoeming ook aan zich zou
willen houden.
De heer Drucker. Dit verlang ik niet; ik wenschte alleen
eenige regelen voor de benoeming gesteld te zien.
De heer van Hamel. Zou het bezwaar niet kunnen worden
ondervangen door in plaats van «benoemde Commissie" in
punt 4 van de bepalingen te lezen«benoemde en door Burg.
en Weth. erkende Commissie" enz., zooals het dan verder
luidt.