117
wij ons niet vereenigen, want ook al wordt het onderzoek
opgeheven en zelfs de prostitutie strafbaar gesteld, zoo zal zij
niet verdwijnen, en zij blijft omdat wij den geslachtsdrift der
jeugd niet kunnen opheffen, gevaarlijk. Ook kan het onder
zoek onmogelijk veroorzaken, dat de jongelui denken, dat de
prostituées zeker gezond zijn, want zij weten, dat sedert het
onderzoek de prostituées herhaaldelijk kunnen zijn geïnfecteerd,
maar niettegenstaande dit, triompheert de hartstocht over het
verstand.
Kunnen wij dus met het eerste motief niet medegaan, zoo
vervalt het tweede zonder meer.
[let derde motief, dat het onderzoek in strijd is met de
persoonlijke vrijheid, is in zekeren zin juist, maar wij zijn als
hygiënisten in de moeielijke positie dat wij in het belang der
Volksgezondheid, in verschillende omstandigheden beperldng
der persoonlijke vrijheid moeten verlangen, en wij beschouwen
het in het belang der Volksgezondheid hier, zooals bij iedere be
smettelijke ziekte, de ziekte zoo vroegtijdig mogelijk te diagnosti-
seeren, wat zonder onderzoek niet mogelijk is. Wij zijn overtuigd,
dat men nog meer zou bereiken, indien men ook de clandestiene
prostituées en ook alle mannen die met prostituées omgang hebben
onderzocht, maar omdat dit niet te bereiken is, bevelen wij
ten minste het bereikbare aan.
Wat nu betreft het vierde punt, dat wij geen waarborg
kunnen geven tegen besmetting in bordeelen, zoo is ook dit
juist, maar wij houden ook hier iets beter dan niets, en ieder
bezoeker der bordeelen weet wel, dat wij geen zekeren waar
borg geven kunnen.
In de vijfde plaats zijn wij er zeker van, dat het getal der
prostituées, door het opheffen van het onderzoek niet belang
rijk zal varieeren, want uit overweging laat geen vrouw zich
prostitueeren, maar alleen door de noodzakelijkheid geld te
verdienen en omdat zij weet dat dit door de prostitutie betrek
kelijk gemakkelijk gaat.
Ten zesde weten wij, dat het strafbaar stellen der prosti
tutie geen nut gegeven heeft, en uit betrouwbare berichten
weten wij, dat bijvoorbeeld in Berlijn, waar de prostitutie
zonder bordeelen werkt, en waar zij strafbaar is, de toestand
aanzienlijk veel slechter is dan bij ons te lande.
Indien wat het zevende punt betreft andere gemeenten van
ons land de prostitutie willen doen verdwijnen door opheffing
der bordeelen, zoo zijn wij verplicht te handelen naar onze
beste overtuiging, en wij willen liever een goed voorbeeld
geven, dan een slecht voorbeeld te volgen.
Het achtste motief vervalt dus, want ook wij stellen prijs
op zedelijken ernst en sociale rechtvaardigheid en om dit te
bewijzen maken wij UEd. Achtb. nog op één punt attent:
dit is het belang der prostituées die besmet zijn zelf.
Wij weten met volle zekerheid, dat hoe vroegtijdiger de
besmettelijke ziekten waarvan hier sprake is gediagnostiseerd
worden, hoe sneller en hoe beter ze genezen. Speciaal van
Syphilis weten wij dat vroegtijdig medisch ingrijpen herhaal
delijk de latere zware verschijnselen voorkomt.
Zoo brengt ons het medelijden met de armsten der armen
er toe, het onderzoek der prostituées aan te bevelen, en den
wensch uit te spreken, dat het zoo mogelijk over de clandes
tiene prostituées zou uitgebreid worden.
Namens het College van Slads-Genees- en Heelkundigen.
DjfPW. de Jong)?, Voorzitter.
II. W. Blote, Secretaris.
Aan F.delAchtb. lleeren Burgemeester en Wethouders der
Gemeente Leiden.
Leiden, 10 October 1900.
De Kerkeraad der Gereformeerde Kerk A alhier. Gezien
hebbende dat; door het Bestuur der plaatselijke afdeeling van
de Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie te Leiden,
een adres bij den Raad der Gemeente Leiden is ingediend,
met verzoek tot intrekking van de bestaande verordening van
politie op de huizen van ontucht en de publieke vrouwen en
die te vervangen door een andere, waarbij het houden van
huizen van ontucht wordt strafbaar gesteld, enz.
Betuigd hiermede zijn adhaesie, en hoopt dat den Raad
termen zal vinden om aan dit verzoek te voldoen.
Namens den Kerkeraad voorn*,
II. J. Kouwenhoven Dz., Praes.
D. Eggink, Scriba.
Aan den Gemeenteraad van Leiden.
Leiden, 16 October 1900.
De Kerkeraad der Gereformeerde Kerk afd. B aan de
Heerengracht betuigt hiermede zijne volle instemming met
de strekking van het adres van het Bestuur der Plaatsel.
afdeeling van de Nederl. Vereeniging tegen de Prostitutie in
zake de intrekking van de Verordening op de huizen van
ontucht en de publieke vrouwen en de totstandkoming van
eene Verordening waarbij het houden van huizen van ontucht
wordt verboden.
Namens den Kerkeraad voornoemd,
J. Holster, Voorzitter.
G. v. Herwijnen, Scriba.
Aan den Gemeenteraad.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
De Algemeene Kerkeraad der Ned. Hervormde Gemeente
te Leiden, kennis bekomen hebbende, van het, bij Uwen Raad,
ingezonden adres, namens het bestuur der plaatselijke afdee
ling, van de Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie,
te Leiden,
geeft, bij dezen, met versclmldigden eerbied, te kennen, dat
hij aan dat adres zijn adhaesie betuigt, en mitsdien steunt,
het daarin, uitgesproken, dringend, verzoek, om »in te trekken
de bestaande verordening van politie op de huizen van ontucht,
en de publieke vrouwen, en die te vervangen door een andere,
waarbij het houden van huizen van ontucht wordt strafbaar
gesteld."
Namens den Kerkeraad voornoemd
K. W. Vethake, h. t. Voorzitter.
de Hoest, h. t. scriba.
Leiden, 20 October 1900.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
De Nederlandsche Vrouwenbond ter verhooging van het
Zedelijk Bewustzijn (erkend bij Kon. Besluit van 7 Oct. 1886
N°. 15) Afdeeling Leiden, vereenigt zich ten volle met het
adres door de Nederlandsche Vereeniging tegen de Prostitutie
bij Uwen Raad ingediend om afschaffing te vragen van alle
politie-verordeningen die de ontucht regelen en ze te ver
vangen door zoodanige maatregelen die het houden van open
bare huizen van ontucht verbieden, en die de orde handhaven.
Wij doen dit verzoek als vrouwen en moeders omdat onze
dochters er onder lijden en omdat voor onze zonen den weg
des verderfs er zoo gemakkelijkt door wordt gemaakt.
Onze stad heeft de eer en het voorrecht eene akademie in
haar midden te bezitten waar gevormd worden de toekomstige
voorgangeren op het gebied van Staat, Kerk en Maatschappij
laat ons dat voorrecht hoog houden door uit onze stad te
weren wat hen kan aftrekken van de reinheid des levens,
zoo noodig voor de goede ontwikkeling van verstand en hart.
't Welk doende,
Het afdeeling Bestuur voornoemd
G. W. de Wolff—Middendorp.
Wed. M. E. Westerman Holstijn—Hofstede.
Leiden, Oct. 1900.
Het Hoofdbestuur van genoemden Bond ondersteunt vol
gaarne dit adres van adhaesie en hoopt dat LIw Raad er op
zal ingaan ter voorkoming van zooveel ellende en verleiding.
Het Hoofdbestuur voornoemd
Douar. Klerck—Ilogendorp Prese.
Douar. Beelaerts van Blokland— Kneppelhout Secr.
Den Haag, 22 Oct. 1900.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Geeft met versclmldigden eerbied te kennen de Kerkeraad
der Gereformeerde Kerk te Leiden C, dat hij bij Uwen Raad
instemming betuigt met het verzoek, gedaan door »het Bestuur
»der plaatselijke afdeeling van de Nederlandsche Vereeniging
tegen de Prostitutie te Leiden", tot intrekking van de bestaande
verordening van politie op de huizen van ontucht, en vervan
ging derzelve door eene andere, waarbij het houden van huizen
van ontucht wordt strafbaar gesteld, en dat hij Uwen Raad
dringend verzoekt daaraan te voldoen.
Leiden, 31 October 1900.
Namens den Kerkeraad der
Gereformeerde Kerk te Leiden C.
R. J. W. Rudolpii, Voorzitter.
W. F. Maas, Scriba.
Aan den Raad der Gemeente Leiden,
De Kerkeraad der Waalsche gemeente te Leiden;
gezien hebbende, in zijne zitting van den 7en Nov. 1900,
een adres van het bestuur der plaatselijke afdeeling van de
Nederlandsche Vereeniging tegen de prostitutie te Leiden,
inhoudende een verzoek aan uwen Raad om de bestaande ver
ordening van politie op de buizen van ontucht en de publieke
vrouwen in te trekken en te vervangen door een andere, waar-