112 Leiden, den 27 November 1900. Ter voldoening aan den inhoud Uwer apostille van heden, n°. 4643, heb ik de eer, onder terugzending van bijgaand verzoekschrift, U te berichten, dat er bij mij geen bezwaar bestaat tegen de inwilliging van bet, daarin uitgedrukte ver zoek zoodat ik mag adviseeren aan adressante eervol ont slag te verleenen tegen den len Januari 1901. Plet hoofd der Openbare School der 3e klasse n°. 2, N. Brouwer. Aan den Heer Burgemeester van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden. De ondergeteekende, J. M. van der Harst, 3e onderwijzeres aan de openbare lagere school 3e klasse n°. 2, neemt de vrijheid U eervol ontslag te verzoeken uit hate bet rede king tegen 1 Januari 1901. Uwe dienstw. diende J. M. van der Harst. Leiden, den 20 Nov. 1900. N°. 283. Leiden, 29 November 1900. Wij geven Uwe Vergadering in overweging gunstig te be schikken op het hiernevens overgelegd verzoek van C. Hemmes om vrijstelling van de betaling van schoolgeld over de laatste drie kwartalen van den loopenden cursus voor zijn dochtertje Jannette, leerlinge der H. B. S. voor Meisjes, aangezien adres sant wegens overplaatsing vóór het einde dezer maand met zijn gezin de gemeente zal verlaten. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan het Gemeentebestuur van loeiden. Geeft met gepasten eerbied te kennen: Hemmes, Claas, Kapitein-Adjudant bij het 4e Regiment Infanterie; dat hij is overgeplaatst bij het Regiment Grenadiers en Jagers, dat hij daartoe nog in deze maand naar 's Gravenhage vertrekt dat hij een dochtertje genaamd Jannette heeft, dat de open bare Iloogere Burgerschool te Leiden bezoekt en dus in deze maand dié school verlaat; dat hij het aan schoolgeld verschuldigde bedrag over het le kwartaal 1900/1901 heeft betaald; dat hij echter is aangeslagen voor vier kwartalen; Redenen waarom hij U beleefd verzoekt van de betaling der drie volgende kwartalen te worden ontheven. 'tWelk doende. I.eiden, 24 November 1900. C. Hemmes. N°. 284. loeiden, 30 November 1900, Bij nevensgaand adres wordt door IJermanus van Oosterum Jr., Wouter Ivleijkamp en Louis Johan Frederik Kok, allen te Rotterdam, een stratenplan ingediend voor het terrein achter de Haarlemmertrekvaart, noordelijk en oostelijk van de buitenplaats Groenoord gelegen, kadastraal bekend onder Sectie K Nis 28, 29, 30, 31, 32, 39 en 40 gemeente Leiden. Tegen goedkeuring van dat stratenplan bestaat noch bij de Commissie van Fabricage noch bij ons College bezwaar. Plaats, afmetingen en richting der ontworpen straten geven geen aanleiding tot bedenkingen. De breedte der straten zal 20, 15 en 10 Meter bedragen, zooals dit op de teekening nader in cijfers is aangegeven, terwijl de hoogte daarvan als ge woonlijk zal moeten worden bepaald op 25 cM. -j- N. A. P. Intusschen deelen wij de meening der Commissie van Fabri cage, dat het wenschelijk is als voorwaarde aan de goed keuring van het plan te verbinden, dat adressanten van de naar de terreinen van anderen loopende straten een aan de grens van hun bouwterrein en die terreinen liggende strook gronds ter diepte van 1 Meter over de volle breedte dier straten kosteloos aan de gemeente in privaat eigendom moeten overdragenalvorens met den aanleg der straten wordt be gonnen, opdat de gemeente het ten allen tijde in hare hand hebbe aan eventueele bouwondernemers op de aangrenzende terreinen don toegang tot deze straten al dan niet te vergun nen. Evenzeer zal het noodig zijn aan de gemeente de be voegdheid te verzekeren kosteloos aan de in die straten te leggen riolen andere riolen aan te sluitenzoolang die straten nog niet aan de gemeente zijn overgegaan. Wat het in de tweede plaats tot IJ gericht verzoek betreft om de aangelegde straten kosteloos door de gemeente te doen overnemen zoo komt het, na rijpelijk dienaangaande met de Commissie van Fabricage gepleegd overleg, aan beide colleges wenschelijk voor, dat de gemeente alleen dan tot die overname besluite wanneer de straten door de gemeente zelve voor rekening van adressanten worden aangelegd. Alle mogelijke latere moeielijkheden, wanneer de tijd der over name gekomen is, of al dan niet aan de dezerzijds omtrent bestrating, rioleering, enz. gestelde eischen behoorlijk is vol daan, worden dan voorkomen. Storting van een waarborgsom, dat de gestelde voorwaarden behoorlijk zullen worden nageleefd, daargelaten in hoeverre dat rechtens en practisch uitvoer baar zou zijn, wordt onnoodig. Verschil van meening omtrent de vraag, wie bet door de gemeente tijdens de uitvoering van het werk uitgeoefende toezicht zal moeten betalen, kan dan niet bestaan. Het spreekt intusschen van zelf, dat indien de aanleg door de gemeente geschiedt, vóórdat met de uitvoering van het werk begopnen worde, de daarvoor vereischte gelden bij den Gemeente-Ontvanger zullen moeten worden gestort ten einde latere moeielijkheden omtrent de terugbekoming der ver werkte gelden evenzeer uit te sluiten. Daarbij zal aan de aanvragers de keus kunnen worden gelaten om óf het ge- heele plan in eens, dan wel dit bij gedeelten te doen uit voeren. Wordt het geheele werk in eens uitgevoerd, dan zal dit ongetwijfeld voordeeliger uitkomen, dan wanneer dit partieelsgewijze plaats heeft. Daar staat evenwel tegenover, dat in het eerste geval door adressanten aanstonds een zeer groot bedrag zal moeten worden betaald, terwijl zij in het laatste geleidelijk, alnaar zij de uitvoering van het werk verlangen, kleinere sommen in de gemeentekas zullen kun nen storten. Aan de goedkeuring van het stratenplan de voorwaarde te verbinden, dat met den aanleg van bepaaldelijk door ons aangewezen straten zal worden begonnenzooals door de Commissie van Fabricage in overweging wordt ge geven, zou naar wij meenen ongeoorloofd zijn. Aan adres santen zeiven behoort de beslissing te worden gelaten, welke straten zij eerst, welke zij later wenschen aan te leggen. Ten aanzien van het in de derde plaats gedaan verzoek om vergunning tot het doen leggen van rails in den open baren weg voor den aanvoer van materialen, zullen wij adressanten in overweging geven daartoe, zoo noodig, te zijner tijd een afzonderlijk verzoek bij ons college in te dienen. Eindelijk vragen adressanten vergunning tot demping van het gedeelte sloot, langs den Haarlemmertrekvaartweg vóór hunne perceelen gelegen. Bij ons college bestaat evenmin als bij de Commissie van Fabricage tegen die demping bezwaar, mits aan de vergun ning de volgende voorwaarden worden verbonden a. dat het gedeelte sloot worde ontdaan van bodem- en drijfvuil en worde aangevuld met zuiver zand tot nader door Burgemeester en Wethouders aan te geven hoogte; b. dat over de lengte van het gedempte gedeelte een riool worde gelegd van cementen bodem- en kruinstukken, inw. wijd 40X^0 c\l. op doorgaande grondplanken, waaronder dito dwarsplanken, lang 1 M. op de vergaringen en op ou derlingen afstand van 2 M., de hellingen van het riool nader door Burgemeester en Wethouders te bepalen; c. dat het riool worde voorzien van 4 in sterke tras of cementspecie gemetselde ruimkasten op voldoende houten fundeering, nl, 3 gewone ruimkasten en 1 kruisput, met een wanddikte van den kruisput van U/2 steen en der gewone ruimkasten van 1 steen, een bodemdikte van 4 gemetselde lagen en af te dekken met hardsteenen dekstukken d. dat tot afvoer van hemelwater worde aangebracht, op afstanden van niet meer dan 20 M., gegoten ijzeren straat- kolken, gemeentemodel, en die kolken door middel van ver glaasde Engelsch-aarden buizen, inw. wijd 20 cM. en de noodige gemetselde verbindingsputten met het cementriool worden verbonden; e. dat het riool tegenover de aan te leggen straten op de Haarlemmertrekvaart uitkomende, in verbinding worde ge bracht met de Haarlemmervaart, door middel van cement- riolen op nader door Burg. en Weth. aan te geven diepte; dat aan den walkant op voldoende houten fundeering worde gemetseld een ruimdamkast overeenkomstig die sub d om schreven met aan beide zijden een schoeiing ter lengte van 3 M., bestaande uit I ijzeren palen en dito sehuurgor- ding, baarddeelen, watergording en gecreosoteerde schotten, en dat de bodem van de Haarlemmervaart vóór de schoeiing moet worden uitgediept in verband met de nader aan te geven plaats van uitloozing van de ruimdamkast in de Haarlemmertrekvaart dat het gedempte gedeelte sloot over de geheele breedte, benevens de voor openbare straat bestemde strook van het terrein, tusschen de te bouwen woningen en de gedempte sloot gelegen, worde bestraat met waalklinkers en aan beide uiteinden worde voorzien van gemetselde walmuren, waarop ijzeren hekken, een en ander van voldoende sterkte, ter be oordeeling van Burgemeester en Wethouders;

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 2