420
DONDERDAG 15
NOVEMBER 1900.
een proef. Wanneer later, nadat de bepalingen zijn opge
nomen, blijkt, dat zij niet goed werken en een slecht resul
taat hebben, dan zal ik niet aarzelen voor te stellen die
bepalingen weer af te schaffen. Waarom zou men nu die
bepalingen invoeren alleen voor die twee werken. Ook ons
voorstel is natuurlijk een proef, en daarom meen ik dat de
heer Eerstens ook gerust voor ons voorstel kan stemmen.
De heer Eerstens. Ik ben dit niet met u eens, M. d. V.
en zal dan ook stemmen tegen het voorstel zooals het daar
ligt. Ik vind het volstrekt niet hetzelfde. Wanneer het voor
stel van Burg. en Weth. eenmaal is aangenomenzal er
bezwaarlijk op terug te komen zijn. Bij hetgeen ik voorstel,
kan zich Eet geval, dat men er op terug moet komen, niet
voordoen. Het is niet goed dergelijke zaken eens en voor al
voor de toekomst te regelen. Ik zou liever zien dat de Raad
het heft in handen houdt.
Het voorstel van Burg. en Weth. in stemming gebracht,
wordt hierop met 15 tegen 8 stemmen aangenomen.
Voor stemmen de heeren: Dekhuyzen, van Eempen, J. P.
Driessen, A. J. van Hoeken J.Jzn., Aaiberse, de Lange, de Vries,
Pera, Juta, Drucker, Fockema Andreae, Zaaijer, Eorevaar,
van Rhijn en van Lidth de Jeude.
Tegen stemmen de heeren: de Goeje, P. J. van Hoeken,
Eroon, Eaiser, Eerstens, Hasselbach, Zillesen en van Hamel.
(De heef den Houter heeft de vergadering verlaten).
XVIII. Bezwaarschriften tegen het kohier der Plaatselijke
directe belasting dienst 1900 (eerste gedeelte).
(Zie Ing. St. n°. 252).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
overeenkomstig het voorstel van Burg. en Weth. beslist.
De Voorzitter. Wenscht een van de leden nog iets in
het midden tc brengen?
De heer Drucker. Een enkel woord naar aanleiding van
de ontvangst van de laatste aflevering van het verslag be
treffende het woningonderzoek. Ik geloof, dat er alle reden
is, Burg. en Weth. geluk te wenschen met de voltooiing
van dezen arbeid. Voor zoover mij bekend, is Leiden de
eerste stad in ons land, waar een dergelijk onderzoek op
zulk een uitstekende wijze is aangevangen niet alleen, maar
ook ten einde gebracht. Burg. en Weth. hebben daarvan
reeds deze voldoening mogen genieten, dat op het voorbeeld
van hetgeen hier is geschied, een dergelijk onderzoek elders
is aangevangen of in overweging genomen.
Wat onze gemeente betreft, hoop ik dat de gegevens, die
nu verzameld zijn, vruchtbaar zullen wezen voor de verbete
ring van den woningtoestand alhier. Wij mogen vertrouwen,
dat Burg. en Weth., gesterkt door hetgeen nu als resultaat
opgeteekend is, aan die zaak krachtig hun arbeid zullen
blijven wijden. (Applaus).
De Voorzitter. Ik dank den heer Drucker zeer voor zijne
waardeerendc woorden; maar ik dank hem tevens voor de
hulp en de medewerking, die wij en in het bijzonder onze
geachte wethouder Eorevaar zoo dikwijls bij deze zaak van
hem hebben ondervonden.
Niemand meer het woord verlangende, wordt de Vergade
ring gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.