86 DONDERDAG 4 OCTOBER 1900. De heer Dekhuyzen. M. d. V. Mag ik er toch nog even de aandacht op vestigen, dat stoombooten in den winter bij ge sloten water niets kunnen doen. De heer P. J. van Hoeken. Het komt mij wel wenschelijk voor Leiden door middel van een stoomtram met Aalsmeer te verbinden, maar ik meen tevens, dat wanneer na 20 jaren nog niet blijkt, dat die lijn levensvatbaar is of bloeit, die bloei wel nooit zal komen, Mij dunkt dus met de Commissie van Financiën, dat een termijn van 20 jaren voldoende is. Verder wensch ik nog te vragen waar het station zal komen, dat is mij uit de kaarten niet duidelijk gebleken. De Voorzitter. Het station komt bij de Haven over de Grofsmederij. Wanneer het blijkt dat de lijn niet levensvatbaar is, dan zal öf de exploitatie worden gestaakt öf de onderneming zal in andere handen komen. Dan echter is voor ons het oogen- blik daar om tusschenbeide te treden, en daarom beteekent voor mij het stellen van een termijn zoo weinig, terwijl het nu juist zaak is om zoo krachtig mogelijk voor den dag te komen, ten einde ook de verlangde subsidie van de Provincie te verkrijgen. Den heer van Lidth de Jeude doe ik overigens opmerken dat de Commissie van Financiën wel heeft geadviseerd, maar dat dit advies niet beschouwd kan worden als een amende ment op ons voorstel. De Heer van Lidth de Jeude dient dus zelf een amendement voor te stellen. De heer van Lidtii de Jeude. M. d. V.Dan stel ik voor, in overeenstemming met het advies van de Commisie van Financiën, om de rentegarantie te bepalen op een termijn van 20 jaren. De heer de Vries. M. d. V. Ik wil gaarne bekennen, dat het eenigszins moeielijk voor mij is in deze mijn stem uit te brengen. Het bezwaar van de Commissie van financiën lijkt mij niet geheel ongegronder is wel wat voor te zeggen om het sub sidie niet voor onbepaalden tijd te verleenen, maar liever voor een beperkten tijd. Nu is uw groote bezwaar, M. d. V., dat op die wijze ons subsidie veel minder schijnen zal, dan door ons' wordt be doeld en voor de zaak noodig zal geacht worden. Zou het nu niet beter zijn die twee bezwaren uit den weg te gaan door het kiezen van een middenweg, zoodat én het Dag. Best. én de Commissie van Financiën bevredigd worden. Men zou bijv. den termijn in plaats van op 20 op 25jaren kunnen stellen, en het bedrag ook iets verhoogen. Ik zie niet in dat eene som van f 100,000,zoo heel hoog is. U zegt zelf, M. d. V., dat de voorwaarden, die wij hebben opgelegd aan de te creëeren maatschappij eene uitgave zal eischen van f 173,000,alleen voor dat lijntje. Dat is toch eene zeer bezwarende voorwaarde, want wanneer de Mij daar tegenover eene rente-garantie over slechts f 100,000,— krijgt, dan krijgt zij bij lange na niet terug het nadeel, dat zij lijdt door de aanneming van het subsidie van Leiden. Zoodat ik voor mij er niets tegen zou hebben, dat die som van f 100,000, iets werd verhoogd, en dat Leiden best eene rente-garantie van bijv. f 125,000,— kan dragen bij het belang, dat Leiden heeft bij het tot stand komen van die lijn. Dus met eene rente-garantie over 125,000,beperkt dan tot vijf-en-twintig jaren, geloof ik dat wij een zeer krachtigen steun zouden ver leenen aan den concessionaris. De Voorzitter. Men kan dat op verschillende manieren bekijken en op verschillende manieren subsidie verleenen; dat is een boom uit 't bosch, maar men gaat toch altijd weer reduceeren tot kapitaalswaarde. Daarbij zijn logarithmen noo dig, dus ik kan dat nu niet dadelijk precies doen; maar ik zal zeggen, dat wat de heer de Vries aangeeft een kapitaal vertegenwoordigt van f 70.000, De heer de Vries. Dan is de kapitaalswaarde toch ver dubbeld. De Voorzitter. Maar het nadeel bij eene nieuwe onder neming wordt geleden in de eerste jaren, dus zou die regeling voor ons nooit een voordeel zijn, daar we dan f 1000,meer per jaar moeten betalen. Ik blijf dus hechten aan ons voorstel, dat ik 't verstandigst acht. De heer De Vries. Vandaar dat ik zeg, dat ik allen grond aanwezig acht om Leiden wat meer te doen betalendat vind ik volstrekt niet overdreven. Ik geloof met U, dat het zooveel mogelijk bevorderen van het verkeer van de Haarlemmermeer naar hier voor Leiden een groot belang is. En komt deze tram niet tot stand, dan is er groote kans dat het verkeer zich zal wenden naar Haarlem. De Voorzitter. Maakt U daarvan een afzonderlijk amen dement De heer De Vries. Ik zou dat wel willen doen, anders zit ik werkelijk in eene moeielijkheid. Ik ben in principe voor het voorstel van de commissie van Financiën, en aan den anderen kant wil ik ook niet gaarne het Dag. Bestuur afvallen. De heer Pera.-Zou het dienstig kunnen wezen de behan deling uit te stellen en af te wachten de vergadering, die U morgen zult bijwonen? De Voorzitter. Juist ons besluit van heden zal morgen wonderen doen in die vergadering. De heer Pera. Mag ik dan even opmerken, dat er wordt gezegd, dat het voor sommige gemeenten van zoo groot belang zal wezen, dat deze tram komt; mij dunkt, dat daarvan door die gemeenten zelf dan ook het bewijs zal moeten worden geleverd; en dat zij, hun eigen belang kennende, door hun subsidie wel zullen toonen wat voor hen wenschelijk is. Zij gevoelen zelf het best de behoefte, die bestaat. De Voorzitter. Ik meen, dat het meer zal geven wanneer Leiden met een groote subsidie komt, dan wanneer ik morgen met leege handen moet aankomen. En uitstellen de volgende vergadering van Prov. Staten is begin November, en de zaak moet door Ged. Staten vooraf worden bewerkt; heden is het dus de uiterste termijn om te beslissen. De heer Juta. Ik wil toch nog even wijzen, M. d. V., op wat meer aanbevelingswaardig is; hetgeen Burg. en Weth. voorstellen of het voorstel van den heer de Vries. Wij willen misschien met uitzondering van den heer Pera, dat weet ik niet volgens het votum der vorige vergadering die lijn subsidieeren om de tot stand koming te bevorderen. Waardoor kunnen wij dit bevorderen? Door een zoo groot mogelijk bedrag aan kapitaalswaarde te garandeeren. Dit doen wij door rentegarantie te geven; maar Gedeputeerde Staten zullen vragen: welke kapitaalswaarde wordt door die rente garantie vertegenwoordigd, want dat kapitaal zullen zij aftrekken van het 3 der totale kosten die door de Provincie moet worden betaald. Het bezwaar van Gedeputeerde Staten is alleen, dat de aanleg zoo duur is en de provincie zooveel moet betalen. Zegt Leiden nu: wij geven eene rentegarantie, vertegenwoordigende eene kapitaalswaarde van f 100.000.— dan zullen Gedeputeerde Staten die aftrekken van het '/3 waarvoor door de Provincie moet worden gegarandeerd. Dat zal indruk maken. Nemen wij echter het voorstel van den heer de Vries aan, dan wordt door ons aangeboden een kapitaalswaarde van ongeveer 70.000.ten gevolge waarvan de Provincie meer zal moeten betalen, en de zaak dus wellicht schipbreuk lijdt. Het groote voordeel van het voorstel van Burg. en Weth. is, dat zij daarmede Gedeputeerde Staten hun wapen uit de hand slaan. Wat het bedrag der jaarlijksche rentegarantie betreft, de gemeente zal het is duidelijk genoeg door den Voorzitter uiteengezet jaarlijks hebben te betalen eene som van f 4000.— zoolang dit noodig blijkt te zijn. De eerste jaren zal het zeker noodig zijn, maar wanneer de zaak opneemt, zal dit verminderenterwijl volgens het voorstel van den heer de Vries, 1000.— per jaar meer zal moeten worden betaald, en wij bovendien gebonden zijn aan een termijn. Door aanneming van het voorstel van Burg. en Weth. hebben wij dus jaarlijks minder rente te betalen, en wordt de kans dat de lijn tot stand komt zeer bevorderd. De heer de Vries. In hetgeen de heer Juta zegt is wel veel waars, maar heft toch niet mijn bezwaar tegen eene rentegarantie ad infinitum op. Wanneer men zich beperkt tot een zekeren tijd, dan weet men, wanneer men van die garantie af is. Het is mogelijk dat de lijn zoo goed rendeert, dat wij na verloop van 20 jaar of vroeger van de betaling af zijn, maar het tegendeel kan ook voorkomen. Het kan zijn dat de onderneming te veel verdient om te sterven, maar te weinig om te leven, zoodat wij altijd aan het subsidie vast zitten. Mijn stelsel aannemende, zal men dan ten minste eenmaal vrij zijn. De heer Juta. De heer De Vries zegt, dat wij bij aanneming van zijn voorstel over 25 jaren vrij zullen zijn. Neen, dat is niet zoo zeker, want na 25 jaar zullen wij staan voor de vraag moeten wij het subsidie intrekken, ja dan neen. Hebben wij dan zoolang de goede vruchten van het tramvervoer voor onze markt leeren kennen, dan zullen wij zeggen: wij zijn niet vrij, want wij kunnen de lijn niet zonder subsidie aan haar lot overlaten. De Voorzitter. Wordt het voorstel van den heer De Vries, om het kapitaal, waarvan rente-garantie wordt gegeven, te brengen op f 125,000 en deze subsidie uit te strekken over 25 jaren, voldoende ondersteund? Het voorstel wordt dus voldoende ondersteund. Als hebbende de verste strekking, wordt het eerst in stem-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 6