Egbert be Vries.
95
B. Van het damespaviljoen.
Inkomsten.
4 patiënten a f 1500.f GOOO.
4 1000.4000.
f 10000.—
Uitgaven.
Te begroeten op. f 0000.
Bij eene bezetting van het Hoofdgebouw met 00 en van het
paviljoen voor meergegoeden met 8 patiënten, zal dus de onder
neming een winst kunnen geven van f 8000.een bedrag,
ruim voldoende om daaruit rente en aflossing van het stichtings
kapitaal te kunnen bestrijden. Dit gevoegd bij de indirecte
voordeelen, welke het sanatorium ongetwijfeld aan onze ge
meente en niet minder aan onze Universiteit zal verschalfen
geeft ons de overtuiging dat door de oprichting daarvan de
belangen der gemeente Leiden krachtig zullen worden be
vorderd.
Zooals uit bovenstaande exploitatierekening blijkt en Uwe
Vergadering trouwens reeds bekend is, is uitgegaan van het
denkbeeld, dat het Sanatorium »Rhijngeest" er» het gesticht
«Endegeest" oeconomisch één geheel zullen uitmaken. De
Commissie van Beheer van, «Endegeest" zal ook «Rhijn-
geest" besturen, de Geneesheer-Directeur van «Endegeest" zal
ook met de administratieve en huishoudelijke leiding van
«Rhijngeest" zijn belast, de spijzen voor de bewoners van
Rhijngeest zullen in de keuken van Endegeest Worden bereid,
de wasch aldaar worden behandeld, in één woord één ge
meenschappelijke huishouding zal beide inrichtingen bestieren.
Het behoeft geen betoog, dat de Commissie van Beheer
van het gesticht Endegeest, die zich geheel en al met de
voorbereiding dezer plannen heeft belast, daaraan hare onver
deelde goedkeurig heeft gehecht.
Het komt ons voor, dat bovenstaand overzicht in verband
met de in de Leeskamer ter inzage nedergelegde plannen,
die de gebeele inrichting van het sanatorium tot in de details
aangeven, een duidelijk beeld geeft van de wijze, waarop wij
Rh ij ngeest als sanatorium zouden wenschen te zien geëxploiteerd.
Gevolg gevende aan Uwe uitnoodiging geven wij IJ thans
in overweging te besluiten.
1°. tot de op- en inrichting van een sanatorium voor zenuw
lijders op het buitengoed »Rhijngeest", bestemd voor een
minimum van 00 en een maximum van 74 patiënten, zoowel
mannen als vrouwen;
2°. tot de inrichting van het bestaande woonhuis als zenuw
paviljoen voor 8 patiënten uit de meer gegoede klasse;
3°. tot vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren
bogrootingsstaatten bedrage in ontvang en uitgaaf van
f 115,000.ter dekking der kosten aan de op- en inrichting
van de sub 1° en 2° bedoelde gebouwen verbonden.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
het doen eener keuze voor een opvolgster hopen wij binnen
kort te kunnen voldoen.
Regenten van het H. G. of Armen Wees- en Kinderhuis,
J. Offeriiaus Lzn., president.
Abr. Corts, loco Secretaris.
Aan den Raad der Gemeente Leiden.
Ondergeteekende geeft U te kennen dat zij tot haar spijt om
gezondsheidsredenen hare betrekking als regentes van het
Heilige Geest of Arme Wees- en Kinderhuis moet neerleggen.
Zij verzoekt U daarom haar als zoodanig tegen 1 Oct. te ontslaan.
Leiden. Met hoogachting,
7 September 1900. E. W. OortDe Goeje.
N°. 232. Leiden, 28 September 1900.
Bij art. 9 der Wet van 4 December 1872 (Stb. n°. 134) is
bepaald, dat vervoer van lijders aan eene besmettelijke ziekte
naar een ziekenhuis of naar hunne woning geoorloofd is
volgens de daarvoor bij plaatselijke verordening te stellen
voorschriften.
Aangezien eene verordening als bovenbedoeld tot dusver
alhier niet bestaat, en het gemis daarvan wellicht tot moeie-
lijkheden zou kunnen aanleiding gevengeven wij U in
overweging tot de vaststelling der navolgende verordening
over te gaan.
VERORDENING op het vervoer van lijders aan eene
besmettelijke ziekte.
Art. 1.
Onverminderd het bepaalde bij de artt. 8 en 9 der Wet
«houdende voorzieningen tegen besmettelijke ziekten", is het
verboden lijders aan eene der in art. 1 dier wet of in eene
krachtens die wet uitgevaardigde algemeene maatregel van
bestuur genoemde ziekten, op andere wijze naar het zieken
huis of naar hunne woning te vervoeren, dan in daartoe
bestemde vervoermiddelen, voorzien van een van buiten
duidelijk zichtbaar, door Burg. en Weth. te bepalen, kenteeken.
Art. 2.
De dienaren der gemeente-politie zijn belast met het op
sporen der overtredingen van deze verordening.
Art. 3.
De overtreding van art. 1 wordt gestraft met hechtenis van
ten hoogste 0 dagen of een geldboete van ten hoogste 25
gulden.
De Commissie voor de Strafverordeningen
F. Was.
S. J. Fockema Andreae.
Aan den Gemeenteraad.
N°. 230. Leiden, 20 September 1900.
Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden het 1e Supple
toir Kohier der plaatselijke directe belasting, dienst 1900met
193 aanslagen, een belastbaar inkomen van f 131575.en
eene opbrengst van 2359.52.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 231. Leiden, 28 September 1900.
Onder overlegging van nevensgaande stukken, geven wij
Uwe Vergadering in overweging aan mevrouw E. W. Oort
De Goeje op haar verzoek op de meest eervolle wijze ontslag
te verleenen als Regentes van het Heilige Geest of Arme Wees-
en Kinderhuis, onder dankbetuiging voor de goede diensten
door haar aan de stichting bewezen.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden, 25 September 1900.
Aan lleeren Burgemeester en Wethouders van Leiden.
In antwoord op Uw missive van 12 dezer hebben wij de
eer U mede te deelen, dat tegen de inwilliging van het ver
zoek om ontslag van Mevrouw E. W. OortDe Goeje als
Regentes van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, dat
wij oprecht betreuren, maar moeten billijken, niet alleen bij
ons geene bezwaren bestaan, maar dat wij meenen dat dit
op de meest eervolle wijze moet worden verleend.
Aan Uw verzoek U eene voordracht van twee personen tot i
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.