DINSDAG 4 SEPTEMBER 1000.
50
Zitting Tan Dinsdag 4 September 1ÖOO.
Geopend des namiddags te twee uren.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Benoeming van twee leden der Commissie van toezicht
op het Middelbaar Onderwijs. (200 en 201
2°. Benoeming van leden in de vaste Commission als:
a. drie leden van de Commissie van Financiën en uit
dezen van den Voorzitter (aftredende leden de HH.
Mr. H. L. Drucker, voorzitter, P. L. 0. Driessen en
Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude, leden).
b. twee leden van de Commissie voor de Strafverorde
ningen (aftredende leden de HH. Mr. S. J. Fockema
Andreae en Mr. E. De Vries, leden).
c. drie leden van de Commissie voor de Huishoudelijke
verordeningen en uit dezen van den Voorzitter (aftre
dende leden de till. Mr. S. J. Fockema Andreae,
voorzitter, Dr. T. Zaaijer en Dr. Th. W. Van Lidth
de Jeude, leden).
d. twee leden van de Commissie van Fabricage (aftre
dende leden de HH. J. J. Hasselbaeh en J. De Lange).
e. twee leden van de Commissie voor het Oud-Archief
(aftredende leden de HH. Mr. S. J. Fockema Andreae
en Dr. E. F. Van Dissel).
.1°. Benoeming van den Commissaris-Voorzitter der Leidsche
Duinwatermaatschappij.
4". Benoeming van een Commissaris der Sted. Gasfabriek. (190)
5°. Benoeming van een lid der Commissie van beheer van
het krankzinnigengesticht Endegeest. (192)
0°. Benoeming van een tijdelijk leeraar in de Scheikunde
aan het Ctymnasium en de Hoogere Burgerschool voor
Jongens. (198)
7°. Voorstel omtrent de splitsing van klassen aan de Hoogere
Burgerschool voor Jongens. (202)
8°. Voorstel tot onderhandsche verhuring van de boven
woning van het perceel Nieuwsteeg 10. (195)
9°. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor de op
en inrichting van de Gemeentelijke Graanbeurs. (193)
10°. Voorstel tot aankoop van eenige voorwerpen, aanwezig
op het buitengoed »Rhijngeest". (194)
11°. Voorstel tot toekenning van eene gratificatie aan den
eervol ontslagen stadswerkman G. Van Dissel. (191)
12". Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor terug
betaling van te veel betaalde plaatselijke directe belasting
dienst 1899. (197)
13°. Verdeeling van den Raad in Sectiën.
Tegenwoordig zijn 20 leden, als de heeren Dekhuyzen, Van
Lidth de Jeude, Hasselbaeh, Kaiser, Van Dissel, J. P. Driessen,
L. Driessen, Pera, De Lange, De Goeje, Kroon, De Vries,
Kerstens, Zaaijer, Zillesen, Juta, Korevaar, Drucker, Van
Hamel, Van Rhijn, alsmede de Burgemeester, Voorzitter.
Afwezig met kennisgeving zijn de Heeren: Den Houter
en Siegenbeek van Heukelom wegens uitstedigheidVan
Kempen, Aalberse, A. J. Van Hoeken JJz. en P. J. Van Hoeken
wegens verhindering, en de Heer Fockema Andreae.
De Notulen van het verhandelde in de vorige vergadering
van 23 Augustus worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter, Vóór wij aanvangen met de behandeling
van de aan de orde gestelde onderwerpen, wensch ik eene
dergelijke mededeeling te doenals in de vorige vergadering ten
aanzien van de tijdelijke benoeming van den heer Vuyck.
De zaak is deze. Aan Mej. M. Th. Hering is eervol ontslag ver
leend als leerares aan de Hoogere Burgerschool voor meisjes
en in haar plaats wordt door de Commissie van toezicht en
door den Inspecteur van het Middelbaar onderwijs voorge
dragen Mej. Tjeenk Willink uit Nijmegen.
Nu werden vroeger somtijds dergelijke tijdelijke benoe
mingen gedaan door Burg. en Weth. maar dit geschiedde
niet altijd. Ik heb de zaak nog eens onderzocht en ik geloof,
dat het de bedoeling van de wet op het middelbaar onder
wijs is dat alle leeraren en leeraressen door den Raad worden
benoemd. De wet onderscheidt niet tusschen eene definitieve
en eene tijdelijke benoeming, wat wel het geval is bij de
wet op het lager onderwijs. Het komt mij dus regelmatiger
voor, dat ook de tijdelijke benoemingen door den Raad ge
schieden, behalve in die gevallen, dat b. v. wegens eene ziekte
eene tijdelijke voorziening noodig is; dan moet dit natuurlijk
geschieden door het college van-Dag. Best.
Nu is bij deze benoeming veel haast; de cursus is aange
vangen, er is nog eene leerares ziek en het is dus hoogst
wenschelijk, dat Mej. Tjeenk Willink onmiddellijk hare be
trekking kan aanvaarden.
Wij zijn niet in de gelegenheid geweest de stukken aan
de leden van den Raad mede te deelen, omdat het advies
van den Inspecteur eerst gisteren is ingekomen.
Kan de Raad nu goedvinden Burg. en Weth. te machtigen
de leerares, voorgedragen dooi' de Commissie van toezicht en
door den Inspecteur van het middelbaar onderwijs, Mej.
Tjeenk Willink, tijdelijk voor één jaar aan te stellen?
Daartoe wordt bij acclamatie machtiging verleend.
De Voorzitter deelt verder mede dat zijn ingekomen
1°. Dispositie van de Ged. Staten d.d. 21/25 Augustus jl.
G. S. n°. 76 2, ten geleide van het goedgekeurde raadsbesluit
tot afstand in eigendom aan de Provincie van het stuk grond
in de Waard onder Leiderdorp, heleend onder den naam van
Stadsakker.
2°. Missive van den heer Mr. H. L. Drucker, houdende
mededeeling dat hij de benoeming tot lid der Commissie voor
de eventueele onbewoonbaarverklaring van de pereeelen 1
tot en met 12 in de Plattepoort aanneemt.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
De Voorzitter legt vervolgens over:
1°. Bezwaarschriften van verschillende personen tegen hunnen
aanslag in de Plaatselijke diiecte belasting, dienst 1900.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
2°. Rekening, dienst 1899, van het Roomseh Kath. Arm
bestuur en het Roomseh Kath. Wees- en Oudeliedenhuis.
3°. Begrootingen, dienst 1901, van de Plaatselijke School
commissie en van de Stedelijke Werkinrichting.
Worden gesteld in handen van de Commissie van Financiën.
4". Verzoek van F. Korthof, om terugbetaling van School
geld, Lager Onderwijs.
5°. Adres van de Ned. Maatschappij tot automatische ver
nietiging van rioolstoffente "s Hage, houdende verzoek om
belast te worden met het opmaken van een plan en begrooting
voor den afvoer en vernietiging van abattoirvuil.
6°. Verzoek van Gebr. P. en J. Van Ulden, omvergunning
tot den bouw van een houten schuur tot berging van voor
werpen op het perceel Hoogen Rijndijk, kadaster Sectie A
No. 899 en 3103.
Worden gesteld in handen van Burg. en Weth.
(De heer Van Rhijn komt ter Vergadering).
Aan de orde is:
I. Benoeming van twee leden der Commissie van Toezicht
op het Middelbaar Onderwijs.
(Zie Ing. St. n°. 200 en 201).
De Voorzitter. Vóór wij overgaan tot de stemming meen
ik een enkel woord daaraan te moeten laten voorafgaan.
Voor de vacature, ontstaan door het bedanken van den
heer Quant, wordt door de Commissie van toezicht aanbe
volen eene dame.
Dit is iets nieuws en daarom meen ik den Raad in de
gelegenheid te moeten stellen, zoo noodig, zijn oordeel daar
over uit te spreken.
Burg. en Weth. hebben zich nedergelegd bij den wensch
van de Commissie van toezicht, en meenen dat op de door
haar aangegeven gronden er veel voor pleit, dat ook eene
dame in de Commissie haar licht verspreidt.
Verlangt een van de leden het woord over deze zaak in
het algemeen?
De heer De Goeje M. d. V.! Het is zeker wel wat moeielijk
om, wanneer de Commissie van toezicht zelve adviseert om
eene dame in haar college te benoemen, van dat advies af
te wijkenmaar ingenomen ben ik met deze zaak niets. Als de
leden van de Commissie advies van eene dame noodig achten,
kunnen zij dit bij hunne respectieve echtgenooten inwinnen;
ik kan niet inzien dat ééne dame in de Commissie in die
zoogenaamde leemte zal voorzien. Hot zal op den duur dan
ook niet bij ééne dame blijven, langzamerhand zal men het
getal vrouwelijke leden uitbreiden, totdat de Commissie bestaat
uit evenveel dames als heeren. En dan krijgen wij den strijd
om den voorrang. Mijn bezwaar tegen het opnemen van dames
in dergelijke Commissieën steunt vooral op het advies van eene
vrouw, die zeer groote verdiensten had in zake onderwijs. Bij
gelegenheid dat er sprake was van de benoeming van vrouwelijke
leden in de Commissie voor de bewaarscholenzeide zij tot mij
dat moet men nu werkelijk niet doen, dat is niet praktisch.
Onderwijzeressen willen in den regel veel liever luisteren naar
het advies van heeren dan van dames, en wel omdat deze laatsten