GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 75 IirCiEKOMEir STUKKEN". N°. 191. Leiden, 21 Augustus 1900. In haar in de Leeskamer nedergelegd Rapport spreekt de Commissie van Fabricage den wensch uit, dat aan den eervol ontslagen stadswerkman G. van Dissel eene jaarlijksche toe lage wordt verzekerd. Van Dissel is den len Augustus 1886 tot tijdelijk werkman bij de gemeentewerken aangesteld en eerst in Maart 1895 als vast werkman in dienst getreden. Eerst vanaf laatstgenoemd tijdstip draagt hij dus in het pensioenfonds bij. En aange zien nu niet vaststaat, dat de gebreken welke Van Dissel in het vervolg voor zijne werkzaamheden ongeschikt maken, tengevolge van de uitoefening zijner functie zijn ontstaan, kan hij ingevolge de verordening geenerlei aanspraak op pen sioen doen gelden. Het komt ons intusschen met de Commissie van Fabricage gewenscht voor aan deze hardheid eenigszins te gemoet te komen. Van Dissel heeft gedurende de 14 jaren, dat hij in dienst der gemeente geweest is, steeds ijverig en flink zijn plicht gedaan, zonder ooit eenige straf te hebben beloopen. Hem van gemeentewege eenigermate te helpen om in zijn onderhoud te voorzien, schijnt ons niet meer dan billijk. Wij stellen u daarom voor om, evenals destijds in een analoog geval door u besloten werd bij Raadsbesluit van 6 Juli 1899 (Zie Ingek. St. van dat jaar n°. 135), aan den eervol ontslagen stadswerkman G. Van Dissel een gratificatie toe te kennen van f 117.'sjaars. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 192. Leiden, 21 Augustus 1900. Naar aanleiding van het bepaalde bij art. 2 der Verorde ning van den 9en Januari 1896. houdende Reglement op het beheer en bestuur van het Krankzinnigengesticht »Ende- geest", hebben wij de eer U, na raadpleging der Commissie van Beheer, voor de benoeming van een lid dier Commissie in plaats van Dr. E. F. Van Dissel, aftredend lid, aan te bevelen lo. Dr. E. F. VAN DISSEL; 20. J. J. HASSELBACH. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 193. Leiden, 25 Augustus 1900. Bij Raadsbesluit van 12 October 1899 werd besloten tot de oprichting van een gemeentelijke graanbeurs, waarvan de kosten niet meer zouden bedragen dan 25000.— Sedert heeft de aanbesteding van den bouw plaats gehad en is deze gegund aan den laagsten inschrijver voor 19478.—. Voorts wordt voor toezicht bij den bouw, eventueel meerder werk en onvoorziene uitgaven een bedrag van f 1722.door ons noodig geacht, terwijl eindelijk voor de inrichting van het gebouw en den aanleg der gasleiding 3800.zullen noodig zijn. Ook bij een nadere specifieke raming blijken dus de kosten 25000.— te zullen bedragen. Ten einde over dit bedrag te kunnen beschikken, geven wij U daarom in overweging tot de vaststelling van den hierbij overgelegden suppletoiren begrootingsstaat over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 194. Leiden, 25 Augustus 1900. Door de Commissie van Beheer van het gesticht «Endegeest" wordt, blijkens haar in de Leeskamer ter inzage liggend schrijven, ten behoeve van het buitengoed »Rhijngeest" de aankoop wenschelijk geacht van een daar alsnog aanwezige groote vulkachel en een zestal planten, waaronder 4palmen, welke te zamen een verkoopwaarde hebben van f 120.en door de eigenaren, de erfgenamen van wijlen Prof. Dr. Suringar, voor dezen prijs zullen worden afgestaan. Aangezien wij nu met de Commissie van oordeel zijn, dat het bezit dezer voorwerpen voor de gemeente van belang is, geheel onafhankelijk van de bestemming, welke aan Rhijn- geest mocht worden gegevengeven wij U in overweging tot den aankoop daarvan ten behoeve der gemeente voor een koopprijs van 120.te besluiten. Tot dekking dezer uitgave bieden wij U tevens nevensgaanden staat van af- en overschrijving ter vaststelling aan. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog 17048.935 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 195. Leiden, 25 Augustus 1900. Met 31 October e. k. eindigt de huur van de bovenwoning van het perceel Nieuwsteeg n°. 10, krachtens Raadsbesluit van 21 September 1899 voor den tijd van 1 jaar verhuurd aan J. A. van der Valk Bouman alhier, voor 175. per jaar. Aangezien de huurder het verlangen heeft te kennen gegeven de huur weder voor den tijd van één jaar te verlengen waartegen bij ons College geen bezwaar bestaat, geven wij in overweging de bovenwoning van het perceel Nieuw steeg n°. 10 weder voor den tijd van één jaar, ingaande 1 November 1900, en alzoo eindigende 31 October 1901, te verhuren aan J. A. van der Valk Bouman, voor f 175. per jaar en verder onder de bestaande voorwaarden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 196. Leiden, 25 Augustus 1900. Wij hebben de eer U hiernevens over te leggen een schrijven van Commissarissen van de Stedelijke Gasfabriekhoudende eene voordracht van de benoeming van een Commissaris ter vervulling van de vacature, ontstaan door het periodiek aftreden van Dr. A. W. Kroon. Ter voldoening van art. 4 van het Reglement op de Gas fabriek worden door ons aan het voorgedragen dubbeltal toe gevoegd de heeren Dr. Th. W. Van Lidth de Jeude en W. Pera. Wij verzoeken Uwe Vergadering alsnu tot eene be noeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, Augustus 1900. De ondergeteekenden, Commissarissen van de Stedelijke Gasfabriek hebben de eer U, ingevolge art. 3 der verordening van den 28aten September 1882 (Gemeenteblad n°. 17 van 1882), houdende Reglement op het beheer en bestuur der Stedelijke Gasfabriek, gewijzigd 29 December 1887 (Gemeen teblad n°. 2 van 1888) voor de benoeming van een Commis saris in plaats van den heer Dr. A. W. Kroon Jr., aftredend lid, voor te dragen het volgend dubbeltal: de heer Dr. A. W. KROON Jr. de heer Dr. P. J. KAISER. Commissarissen voornoemd, H. C. Juta. Aan den Gemeenteraad. N°. 197. Leiden, 25 Augustus, 1900. Zooals in de Raadszitting van 23 Augustus werd mede gedeeld, zijn de beschikkingen van Gedeputeerde Staten dezer provincie ontvangen op een aantal bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaatselijke directe belasting over 1899, tengevolge waarvan een bedrag van ƒ211.42 wegens over ge noemd dienstjaar te veel betaalde belasting moet worden teruggegeven. Vermits de rekening over 1899 echter reeds voorloopig is vastgesteldzal de terugbetaling van die gelden uit het dienst jaar 1900 moeten plaats hebben. Hetzelfde zal moeten geschieden met de door A. P. Gerstel te veel betaalde plaatselijke directe belasting over 1899. Deze belastingschuldige toch heeft zijne belasting over 1899, ten bedrage van 2.75, over het volle jaar betaald, terwijl hij einde September 1899 de gemeente metterwoon heeft ver laten en de belasting dus slechts over 9 maanden verschuldigd was; een bedrag van 0.68 zal' hem dientengevolge op zijn dd. 3 Augustus j.l. ingediend verzoek behooren te worden gerestitueerd. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging de bovengenoemde belastingbedragen, te zamen f 212.10, uit den post voor Onvoorziene Uitgaven van het loopende jaar te restitueeren en te dien einde den hierbij overgelegden staat model A vast te stellen. Op den post voor Onvoorziene Uitgaven zijn thans nog 16928.935 beschikbaar. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon. P. ZlLLESEN.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 1