GEMEENTERAAD VAN LEIDEN.
65
INOEMOMEN STEMMEN.
N°. 180. Leiden, 30 Juli 1900.
Onder overlegging van nevensgaand verzoek van het Bestuur
der «Leidsche Athletiekvereeniging de Sportman", hebben wij
de eer Uwe Vergadering voor te stellen daarop afwijzend te
beschikken, aangezien, blijkens het in de Leeskamer ter inzage
liggend schrijven van den Kolonel. Garnizoens-Commandant,
tegen inwilliging daarvan, uit hoofde van de daarbij betrokken
dienstbelangen, overwegend bezwaar bestaat.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan den Raad der gemeente Leiden.
Geeft met verschuldigden eerbied te kennen: de Leidsche
Athletiekvereeniging »De Sportman" alhier:
dat zij tot het beoefenen van het «voetbalspel" (welke Sport
ten hoogste ten goede komt aan allen dien 't bevorderen van
„'s Lands Weerbaarheid" ter harte gaat) een terrein, geschikt
om dezelve te beoefenen, dringend noodig heeft
dat zij tot nog toe niet heeft mogen slagen in het vinden
van zulk een terrein, doch
dat, indien het Uwen Raad mocht behagen adressanten
daartoe een stuk van het achterste gedraineerde gedeelte van
het z. g. Schuttersveld daartoe ten gebruike af te staan, zij
die moeilijkheid zoude overwonnen hebben.
Redenen, waarom zij Uwen Raad eerbiedig verzoekt haar
gemeld terrein wel voor 3 a 4 malen per week voor dat doel
te willen afstaan.
't Welk doende,
Namens bovengenoemde Vereeniging.
Het Bestuur
W. van der Meij, Voorzitter.
Hendrik IJdo Ez., 2e Secretaris.
Leiden, 18 Juli 1900.
N°. 181. Leiden, den 1 Augustus 1900.
Ingevolge de artt. 3 en 4 der wet van 5 April 1870 (Staats
blad n°. 63) moet vóór den len September a. s. door den
Gemeenteraad aan den heer Commissaris der Koningin eene
opgave worden ingezonden voor de benoeming van drie leden
van het college van zetters voor 'srijks directe belastingen,
bestaande uit tweemaal zooveel personen als er leden te
benoemen zijn.
Op den laatsten December van dit jaar moeten volgens den
rooster aftreden de Heeren J. Wilhelmy üamsté, W. Kok en
P. J. Groen die evenwel dadelijk herbenoembaar zijn.
Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging tot de
vaststelling van de dubbeltallen over te gaan, waarvoor U
hierbij de volgende aanbeveling wordt aangeboden.
I. 1°. JAN WILHELMY DAMSTE, wonende te Leiden,
sigarenfabrikant, geboren den 4den Maart 1859.
2°. GERARD WILLEM ZANDVOORT, wonende te Leiden,
vleeschhouwer, geboren den 19den Juli 1849.
II. 1°. WILLEM KOK, wonende te Leiden, architect en
timmerman, geboren den 18den Januari 1833.
2° BAREND EGBERT SPIJKER Pllz. wonende te Leiden,
kruidenier, geboren den 4den December 1859.
III. 1°. PIETER JACOB GROEN, wonende te Leiden, zonder
beroep, geboren den 24sten September 1828.
2°. GOVERT VAN DRIEL, wonende te Leiden, architect,
gebcren den llden September 1853.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 182. Leiden, 2 Augustus 1900.
Naar aanleiding van nevensgaand verzoekschrift van R. Koek
koek hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen,
dat ons bij onderzoek gebleken is, dat de dochter van adres
sant den len Juni de lessen der Kweekschool nog heeft gevolgd
en de Directeur der Kweekschool eerst in de 2e helft der
maand Juni bericht heeft ontvangen, dat zij de Kweekschool
zou verlaten.
Aangezien dus het laatste kwartaal reeds was ingegaan,
vóór dat Mej. Koekkoek de school verliet, kan geen terug
gave van schoolgeld worden verleend, daar ingevolge de ver
ordening het schoolgeld over volle kwartalen verschuldigd is.
Wij geven U daarom in overweging afwijzend op het ver
zoek te beschikken.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Aan Burg. en Weth. der gemeente Leiden.
Met verschuldigde eerbied doet ondergeteekende het beleefd
verzoek, om opheffing van het belastingpapier, van een kwartaal
schoolgeld, van de Kweekschool voor Onderwijzeressen, loopende
van '1 Juni—Uit0 Augustus 1900, daar mijn dochter gedurende
dien tijd de school niet heeft bezocht, en wenschte alzoo in
gelijken rechten gesteld te worden als die andere, die van die
school gebruik hebben gemaakt. Het voorbeeld, door den
WelEd. lieer Van Dijk aangehaald, heeft een heel ander karakter
en zou alsdan niet willen verzoeken om ontheffing.
Hetwelk doende enz. enz. enz.,
R. Koekkoek.
N°. 183. Leiden3 Augustus 1900.
De Commissie van Financiën heeft de eer U mede te
deelen, dat zij tegen de in hare handen gestelde staten van
af- en overschrijving, dienst 1899, van het R. C. Armbestuur
en het R. C. Wees-en Oudeliedenhuis geene bedenkingen heeft.
Zij adviseert U die staten goed te keuren.
Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën.