GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 39 INCiüKOlIEir STUKKEN. N°. 114. Leiden, 11 Mei 1900. Naar aanleiding van het bepaalde bij art. 61, 2e lid der Kieswet, geven wij Uwe Vergadering in overweging de onder staande personen, die zich op onze uitnoodiging bereid hebben verklaard, zoo dit noodig mocht blijken, als lid of plaatsver vangend lid in een stembureau zitting te nemen, voor den tijd van 12 maanden, met ingang van 1 Juni a. s. te benoe men tot leden of plaatsvervangende leden van de stembureaux voor de verkiezing van leden van de 2e Kamer der Staten- Generaal en van de Provinciale Staten en, voor zoover zij kiezer zijn in het kiesdistrict, waarvoor de stemming geldt, ook voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. EERSTE KIESDISTRICT. D. J. van Amerom. 11. van Andel. Dr. A. Beets. A. Boekwijt. H. H. Breuning. A. Corts. Mr. C. M. Dozy. II. C. A. van üuuren. Dr. II. D. van Gelder. F. G. II. Gerlings. C. Goekoop. Mr. .1. H. Goudsmit. 1). Hartevelt H.Cz. Dr. D. C. Hesseling. Mr. C. G. ;t Hooft. W. F. Kaiser. Dr. A. Kluyver. C. II. Kouw. W. C. Lenderink. Mr. J. G. v. d. Lip. W. A. van Lith. W. H. van der Meer. J. Mersie Bruijn. W. C. Mulder. Dr. J. W. Muller. •C. D. van Paddenburg. A. L. Reimeririger. N. F. Reyst. Dr. P. II. Roessingh. A. P. W. Sanders. H. M. Sasse. K. L. van Schouwenburg. F. A. W. Schudel. C. A. Simonis. Mr. O. W. Sipkes S. Tbors. H. W. Tieleman. Dr. G. van Vloten. Mr. W. van der Vlugt. Mr. H. Vos. M. van der Wal. J. F. Wolterbeek. J. C. Zaalberg, TWEEDE KIESDISTRICT. A. J. van Achterberg. Dr. P. J. Blok. P. J. M. Boonekamp. P. J. Burgersdijk. Dr. D. A. H. van Eck. M. J. Eigeman. E. Groen C. M. A. Hartman. J. J. van Hoeken. H. J. Jesse. C. J. Leendertz. L. E. Nieuwenhuizen. S. J. Le Poole. Dr. F. Pijper. T. H. Ritman. C. R. van Ruyven. Dr. J. J. Salverda de Grave. Dr. L. fl. Siertsema. Mr. P. A. Tichelaar. F. H. Verster. G. de Vink. Dr. S. G. de Vries. C. Wassenaar. P. Werkman. Dr. Th. B, van Wettum. J. H. van den Worm. DERDE KIESDISTRICT. Mr. P. M. von Baumhauer. A. J. Binnendijk. B. Blankenberg. Dr. G. J. Boekenoogen. H. L. A. van Campen. C. Th. Driessen. J. A. van Dijk. P. Fontein. J. M. P. De Graaf. G. Groen. A. J. van Hoeken. Dr. P. L. Muller. H. J. van Nouhuys. C. G. van Oerle. F. van Romburgh. M. 11. van Waveren. N°. 115. Leiden, den 11 Mei 1900. Ter vervulling van de vacature van tweeden onderwijzer aan de openbare lagere school 3e klasse N°. 3, ontstaan door het overlijden van den heer H. Velthuisen, hebben wij de eer Uwe Vergadering onderstaande voordracht aan te bieden, op gemaakt in overleg met den Arrondissements-Schoolopziener na ingewonnen bericht van het hoofd der school als: 1°. J. HUGE, 2°. J. M. MAZUREL, 30. J. Th. RINKEMA, allen 3e onderwijzers aan genoemde school. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken in de lees kamer ter inzage liggen, geven wij u in overweging toteene benoeming over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 116. Leiden, 11 Mei 1900. Wij hebben de eer hierbij over te leggen een d.d. 4 Mei tot Uwe Vergadering gericht verzoek van de leden der Maskerade- Commissie uit het Studentencorps, tot het doen rooien van eenige op den Burcht staande boomen, waarondereen vijftal volwassene. Uit een door ons College ter plaatse ingesteld onderzoek is ons gebleken dat inderdaad, zooals adressanten mededeelen, het plan van eene door hen te geven voorstelling niet zou kunnen worden uitgevoerd, tenzij die boomen verwijderd worden. Evenals de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel dat ei' alleszins termen zijn tot inwilliging van dit verzoek. Onder mededeeling dat de pachter van den Burcht ons schriftelijk heeft bericht dat bij hem geene bezwaren tegen de inwilliging bestaan, geven wij U in overweging ons te machtigen tot het doen rooien van de boomen op den Burcht, welker verwijdering noodig is voor de door de Maskerade- Commissie te geven voorstelling, onder bepaling dat de kosten van het rooien door adressanten zullen worden gedragen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen de onderge- teekenden D W. van Heeckeren, A. J. Barnouw, M. T. van Heioma, E. B. F. F. Wittert van Hoogland en H. G. A. Obreen, allen studenten aan de Rijks-Universiteit te Leiden, als tezamen vormende de Commissie tot regeling der Maskerade, door de leden van het Leidsch Studentencorps te houden in de maand Juni a. s. dat bij hen gerezen is het voornemen om gebruik te maken van den historischen «Burchtvan Leiden voor het opvoeren van een tooneel uit de riddertijden, nl. de plechtige opneming van eenen edelman in den hoogsten rang der ridderschap; dat evenwel het groote aantal boomen, dat zich dicht opeen gedrongen bevindt binnen de ommuurde ruimte, eene behoorlijke groepeering dezer voorstelling onmogelijk maakt, en aan een groot gedeelte van het publiek het gezicht op de plechtigheid ten eenenmale zou benemen; dat, onder deze omstandigheden zij zouden moeten afzien van pogingen tot het volvoeren van hun plan, daar zij dit niet tot een goed einde zouden kunnen brengen dat, echter bij wegname van eenige dezer hindernissen zij kans zien, dit plan te doen slagen, redenen waarom zij zich tot Uw Edel Achtbaar College richten met het eerbiedig, doch dringend verzoek, te willen gelasten, dat eenige boomen, waar onder een vijf-tal volwassene, gerooid worden en alle overige tot op eene hoogte van zes meter worden opgesnoeid. Hetwelk doende De Commissie voornoemd, D. W. van Heeckeren. A. J. Barnouw. Leiden, 4 Mei 1900. M. T. van Heloma. E. B. F. F. Wittert v. Hoogland. H. G. A. Obreen. Nn. 117. Leiden, den 11 Mei 4900. De Commissie van financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen dat zij geene bedenkingen heeft tegen de voorstellen van Burg. en Weth. van 5 Mei jl. (Ing. Stukken n°. '108 en n°. 114) tot beschikbaarstelling van een bedrag van f 300 voor het maken van een overdekte loods tot berging van marktmateriaal aan de 2e Binnenvestgracht en tot aan koop van het huis, erf met tuin enz. gelegen te Oegstgeest tegenover den ingang van het krankzinnigengesticht Ende geest voor een koopprijs van f 2500 vermeerderd met 100 voor de kosten van overdracht. Zij stelt U derhalve voor de overgelegde begrootingsstaten vast te stellen. Aan den Gemeenteraad." De Commissie van Financiën. N°. 118. Leiden, 12 Mei 1900. Ingevolge het bepaalde bij art. 8 van de Verordening van 9 Januari 1896, houdende Reglement op het beheer en be stuur van het krankzinnigengesticht »Endegeest", hebben wij de eer U hiernevens aan te bieden eene na raadpleging van de Commissie van het Krankzinnigengesticht opgemaakte voor dracht van twee personen voor de benoeming van een Ge neesheer-Directeur van het gesticht, als: 1°. Dr. J. C. Th. SCHEFFER, arts, oud-oflicier van gezond heid le klasse O.-I. leger, thans tweede geneesheer van het krankzinnigengesticht te Utrecht; 2°. Dr. G. C. VAN WALSEM, arts, tweede geneesheer van Meerenberg. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken in de Leeskamer ter inzage van de leden zijn nedergelegd, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming van een Geneesheer-Directeur van het Krankzinnigengesticht «Endegeest" over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 1