37 Sedert dat materiaal, hetwelk niet aan de pachters van de bediening der veemarkt toebehoort, doch gemeenteeigendom is, niet meer, zooals vroeger, kan geborgen worden in den stal voor besmet vee in het Wijkstraatje nabij de Lammer markt, wordt het, na afloop der markt, op de Timmerwerf gebracht. Behalve nu dat door hare ligging op eenigen afstand van de markt, het brengen en halen van de hekken meer tijd en kosten vordert dan toen zij in de onmiddellijke nabijheid konden worden geborgen, is de Timmerwerf ook hierom geen geschikte bewaarplaats, aangezien zij geen gelegenheid biedt bedoelde houten voorwerpen anders te bewaren dan in de open lucht en zij derhalve, aan den regen blootgesteld, veel te lijden hebben. Met de Commissie van Fabricage zijn wij van oordeel dat in die behoefte ware te voorzien door aan de 2de Binnenvest gracht nabij den molen op den gemeentegrond eene overdekte houten loods te plaatsen tot berging van bovenbedoeld markt- materiaal. Tevens zou dan de bascule van de varkenswaag in deze loods kunnen geborgen worden, waardoor te 'gemoet zou zijn gekomen aan de bezwaren, welke worden ondervonden, van het in- en uitbrengen van dezen toestel door de zeer nauwe deuropening van het marktkantoor, waar hij thans bewaard wordt. De kosten van eene loods als bovenbedoeld worden geraamd ongeveer ƒ300 te zullen bedragen. Op grond van het bovenstaande stellen wij U voor te besluiten om op den gemeentegrond aan de tweede Binnenvestgracht tot berging van marktmateriaal een overdekte houten loods te doen maken, en daarvoor een bedrag van 300 beschikbaar te stellen, te vinden uit den post voor onvoorziene uitgaven, waarop thans nog 32748 beschikbaar zijn. De desbetreffende staat van af- en overschrijving wordt U hierbij ter vaststelling aangeboden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 109. Leiden, 5 Mei 1900. Met betrekking tot nevensgaand verzoek van W. f ontein, om aan het Bestuur van de Christelijke Vereeniging voor ziekenverpleging »Het Diaconessenhuis" vergunning te ver- leenen tot het dempen van een gedeelte gemeente-sloot langs den Witten Singel, gelegen vóór het terrein, sectie M, vroeger ri°. 20, thans n°. 1635 err 1630, hebben wij de eer U mede te deelen dat de Commissie van Fabricage, die tegen het ver leenen dier vergunning, mits onder de gebruikelijke voor waarden, geen bezwaar heefthet wenschelijk acht dat de demping nog 7 Meter verder worde uitgestrekt, n 1. tot aan de as van de langs het terrein ontworpen straat, omdat de aan het terrein grenzende helft dezer straat mede aan de vereeniging toebehoort. En aangezien nu adressant heeft medegedeeld dat het Bestuur ook dit gedeelte der sloot zou willen dempengeven wij, ons met het advies der Commissie van Fabricage vereeni- gende, U in overweging aan het Bestuur van de Chr. Ver eeniging „Het Diaconessenhuis", behoudens de rechten van derden, vergunning te verleenen tot demping van een ge deelte der sloot langs den Witten Singel, over eene lengte van 53.5 Meter gelegen vóór haar terrein en de bieraan- grenzende helft der straat, kad. bekend gemeente Leiden, Sectie M nrs. 1635 en '1636, onder de navolgende voorwaarden 1°. dat het te dempen gedeelte sloot worde ontdaan van bodem- en drijfvuil en worde aangevuld met zuiver zand tot nader door Burg. en Weth. aan te geven hoogte: 2°. dat over de lengte van het gedempte gedeelte sloot een riool worde gelegd, inwendig wijd 40 bij 60 c.M. van cementen bodem- en kruinstukken, op doorgaande grondplank en met den bodem binnenwerks op 115 c M. N. A. P. 3°. dat het riool worde voorzien van 3 gemetselde ruimdam- kasten van klinkers in sterke trasspecie met eene inwendige wijdte van 1.50 x 0.60 x 1.10 M-, een wanddikte van 1 steen en een bodemdikte van 4 gemetselde lagen, af te dekken met hardsteenen dekstukken; 4°. dat het gedempte gedeelte over de volle breedte worde bestraat met waalklinkers, in aansluiting aan het singelpad; en het aan beide zijden worde voorzien van houten schoeiingen, waarop ijzeren hekken van voldoende sterkte, ter beöordeeling van Burg. en Weth.; 5°. dat tot afvoer van hemelwater 3 gegoten ijzeren straat- kolken worden aangebracht van het model bij de gemeente in gebruik en deze door middel van verglaasd Engelsch aarden buizen, wijd inwendig 20 c.M., met het cementriool worden verbonden 6°. dat alle werken ten genoegen van Burg. en Weth. worden uitgevoerd; 7°. dat daags voor den aanvang der werkzaamheden daarvan worde kennis gegeven op het Bureau van Gemeentewerken; 8°. dat de demping moet geschied zijn uiterlijk op 4 November a. s. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan Edel Achtbare Heeren Burgemeester en Wethouders der Gemeente Leiden. De ondergeteekende W. Fontein, Architect te Leiden heeft de eer namens het Bestuur van de Christelijke Vereeniging voor ziekenverpleging »Het Diaconessenhuis" te Leiden, UEd. Achtbare beleefd vergunning te vragen tot het dempen van den singelsloot grenzende aan het terrein Witte Singel, kadastraal bekend Sectie M n°. 26, een en ander op bijgaande situatie aangegeven. Met de meest verschuldigde hoogachting Uw Edel Achtbare dienstw. dienaar W. Fontein. Leiden, 12 April 1900. N°. 110. Leiden, 5 Mei 1900. Blijkbaar naai' aanleiding van hetgeen in de zitting van den Raad van 8 Maart 1.1. werd ter sprake gebracht met betrekking tot den toestand van de sloot langs den Zoeterwoudschen Singel, wordt door bewoners en eigenaren van woningen tus- schen de Koepoort en de Philosophensloot bij nevensgaand adres tot Uwe Vergadering het verzoek gericht, om afdoende verbetering te willen brengen in den toestand waarin dat gedeelte der singel ten gevolge van de voor die woningen gelegen sloot verkeert. Dat die toestand zeer ongunstig is, kan zeker niet worden ontkend en ongetwijfeld zal, indien het voorbereide plan eener rioleering van de gemeente, of van een deel daarvan, eenmaal tot uitvoering is gekomen, ook in de gesteldheid van bedoeld gedeelte sloot afdoende verbetering worden gebracht. Om evenwel thans, in het vooruitzicht van eene omtrent een rioleerplan te nemen beslissing, ten gerieve van eenige eigenaren en bewoners van woningen, den toestand van een betrekkelijk klein gedeelte singel van gemeentewege te doen ver beteren, terwijl nog in tal van andere gedeelten der gemeente de toestand voorziening eischt, wordt zoowel door de Commissie van Fabricage als door óns ongeraden geacht. Zooals reeds in bovenbedoelde Raadsvergadering is opgemerkt, bestaat tegen demping en rioleering van de singelsloot of van gedeelten daarvan, geen principieel bezwaar, doch deze werken zullen thans door de eigenaren van de daaraangelegen perceelen of door andere belanghebbenden zeiven e.n op hunne kosten moe ten worden uitgevoerd; terwijl het wenschelijk is dat zooveel mogelijk aaneengesloten gedeelten dei- sloot worden gedempt. Willen derhalve adressanten dadelijke verbetering dan zou, indien door zoo mogelijk een groot aantal eigenaren het ver zoek gedaan werd om zelf en voor eigen rekening te mogen dempen en rioleeren, daarop o. i. gunstig kunnen worden beschikt en zou, ten einde een dragelijken toestand te ver krijgen, vergunning kunnen verleend worden om eene uit- loozing in de singelgracht te maken. Op grond van het bovenstaande adviseeren wij U derhalve op het verzoek om thans van gemeentewege den toestand van het bedoelde gedeelte sloot te doen verbeteren, afwijzend te beschikken en ons te machtigen aan adressanten mede te deelen dat indien door zoo mogelijk een groot aantal eigenaren van perceelen, gelegen aan de sloot tusschen de Koepoort en de Philosophensloot het verzoek gedaan wordt om voor eigen rekening te mogen dempen en rioleeren, het gemeentebestuur bereid is zijne medewerking te verleenen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, den 12den Maart 1900. Geven met verschuldigden eerbied te kennen, de onder- geteekenden, allen bewoners of eigenaars van huizen, gelegen aan den Zoetcrvjovdschen Singel tusschen de voormalige Koe poort en de Philosophensloot dat zij voortdurend hinder hebben van de verontreiniging van de lucht, ontstaande door den toestand, waarin de langs dat gedeelte van den singel zich bevindende sloot verkeert; dat zij met vreugde uit het Verslag van de Gemeenteraads zitting van 8 Maart j.l. hebben ontwaard, dat van gemeente wege mede de aandacht aan deze aangelegenheid wordt gewijd, en dat er wellicht verbetering in den bestaanden, voor hen onhoudbaren toestand zal worden gebracht; redenen waarom zij de vrijheid nemen zich bij dezen tot den Raad der Gemeente te wenden, om ook hunnerzijds met klem op den onvoldoenden, en voor de gezondheid schadelijken toestand van de bedoelde sloot te wijzen, en beleefd te ver-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 3