32
DONDERDAG 8 MAART 1900.
kunnen nu wel met grootë woorden spreken over »kostbaar"
of »niet kostbaar", maar om die quaestie goed te beoordeelen
zouden wij moeten weten, hoeveel patronen en hoeveel ge
weren er noodig zouden zijn, hoeveel elk geweer en elke pa
troon kosten zou, hoe duur het toezicht zou zijn, enz. enz.
Dat is eene quaestie, die wij hier niet kunnen beoordeelen
en die wij niet met woorden kunnen uitvechten; wij zouden
daarvoor cijfers moeten hebben.
Verder moet ik zeggen, M. d.V., dat ik niet, zooals u, iets
gevoel voor het bezwaar van den heer den Houter. Ik gevoel
in het algemeen nooit iets voor dat bezwaar tegen een voor
stel, dat zich uit in de woorden: het geeft niet alles. Wan
neer men alleen alles wil geven, dan moet bijna nooit een
voorstel worden aangenomen. De vraag is maar, of het eene
verbetering geeft. En naar het mij voorkomt zou eene der
gelijke oefening met de Flobertbuks op alle scholen, in de
eerste plaats op alle lagere scholen, eene verbetering geven.
Want dan krijgen in elk geval de jongens, die gedurende
een half jaar of langer een Flobertbuks in handen hebben
gehad, althans eenige oefening, en zal er eenige liefhebberij
ontstaan. Dan bestaat er meer kans, dat eene strooming zal
komen naar de weerbaarheids- vereenigingen, die men overal
begint op te richten, err die hier ook wel zullen verrijzen, al
zal ik het aan anderen overlaten om zich, gelijk de voorzitter
het dichterlijk uitdrukt, »aan het hoofd van den heldenstoet
te plaatsen". Of ik er misschien niet aan zal deelnemen
dat weet ik niet. Ik elk geval gevoel ik het bezwaar van
den heer den Houter niet. Hadden wij ook eene handels
school, dan zou ik zeggen: laten we ook dien jongens de
gelegenheid geven zich te oefenen. Maar wij kunnen geen
andere jongelui bereiken dan die ik genoemd heb; en voor
de andere categorie kan men de zaak gemakkelijk maken
door het oprichten van schietbanen. Wanneer een voorstel
daartoe zou worden gedaan, zal ik daar gaarne toe medewerken.
De heer Pera. Ik wil alleen even opmerken, dat de heer
Fockema Andreie nu niet wil treden in de vraag omtrent de
praktische uitvoerbaarheid, ofschoon van het antwoord toch
alles afhangt. Is de zaak practisch onuitvoerbaar, dan kan
gerust alle verder onderzoek nagelaten.
In de tweede plaats neemt de heer Fockema Andreae veel
te weinig notitie van de gevaren, reeds door U, M d.V, ge
noemd. waar de schietoefeningen aan de scholen zouden worden
gehouden. Ik geloof, dat de heer Fockema Andrem niet genoeg
zaam rekening houdt met de eigenschappen van de jongens op
dien leeftijd, en dat het bij die schietoefeningen zeer moeilijk,
zoo niet onmogelijk zal zijn om die orde te bewaren, welke
daarbij noodig is.
In stemming gebracht, wordt de motie-Fockema Andreae
verworpen met 18 tegen 3 stemmen
Tegen stemmen de heeren Van Dissel, P. J. Van Hoeken,
J. P. Driessen, Zaaijer, A. J. Van Hoeken JJz, Kaiser, L. Driessen,
Van Rhijn, Korevaar, De Lange. Kroon, Den Houter, Kerstens,
Dekhuyzen, Van Lidth de Jeude, Juta, Zillesen en Pera.
Voor stemmen de heeren De Goeje, Hasselbach en Fockema
Andreae.
Daar niets meer aan de orde is, wordt de vergadering
gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.
f.