18 DONDERDAG 15 FEBRUARI 1900. contract voor langen tijd, dan is dat begrijpelijk; maar wan neer het artikel duur is, dan is het voorzichtiger, zoo'n con tract niet voor al te langen tijd te maken. De voorzitter der commissie heeft gezegd, dat deze prijsverhooging niet in ver band staat met den Zuid-Afrikaanschen oorlogmaar de opinie, dat dat wel het geval is, wordt door vele menschen hier ge deeld, en ook in andere landen beweert men, dat dat verband wel degelijk bestaat. En wat betreft dat syndicaat dat heeft reeds eenige jaren bestaan, hetgeen de voorzitter ook wel weet. Ik wil dus mijne verwondering te kennen geven, dat bekwame en voorzichtige mannen ineens voor twee jaren op zoo'n hoogen prijs een contract hebben afgesloten. Dat is niet een verwijt aan die commissie alleen wil ik mijne verwondering te kennen geven, maar mijne appreciatie voor den ijver en de geschiktheid der commissie blijft onveranderd. Wat nu betreft de prijsverhooging van het gas indien het uitgemaakt zeker zou zijn. dat wanneer de gasprijs niet verhoogd wordt, dan het percentage van de stedelijke inkom stenbelasting zou moeten worden verhoogd, dan was dit iets anders. Maar dit is a priori niet vast te stellen. Leiden is geen goedkoope stad wat belasting betreft. Ik verschil daarin van opinie met den voorzitter dezer vergadering, maar ik vind de belasting hier tamelijk hoog. Evenwel, Leiden heeft naar buiten den naam, dat het gas er zoo goedkoop is. Welnu, laten we dan de eer hebben iets goedkoop te hebbendat maakt een goeden indruk. En wanneer het bepaald noodza kelijk is, dan moeten wij zien welke maatregelen kunnen worden genomen. Maar het blijkt, dat het niet alleen nog niet noodzakelijk is, maar dat het zelfs niet waarschijnlijk is, dat het percentage der gemeentebelasting zal moeten worden ver hoogd. Er is altijd nog een batig saldo en dat zouden wij gedeeltelijk nog kunnen gebruiken. De heer Pera. M. d. V.Ik wenschte nog een paar vragen te doen. Ik heb daarstraks gesproken van een Nederlandsch syndicaat, bestaande uit een 5 tal kolenhandelaars, die zich vereenigd hebben om den geheelen steenkolenhandel in handen te houden. Nu heeft de heer Juta gesproken van een syndicaat van mijneigenaren. Nu maakt het altijd een groot verschil, of wij staan tegenover een buitenlandsche dan wel tegenover eene binnenlandsche macht. Staan wij tegenover een binnen- landscb syndicaat, dat misbruik maakt van het recht van den ster kste, dan moet men trachten op allerlei wijzen daartegen te strijden; maar staan wij tegenover een buitenlandsch syndi caat, dan wordt de zaak anders, dan kunnen wij zooveel niet doen. Verder is besproken de prijs van cokes. Ik heb in het najaar een en andermaal steenkolenhandelaars bij mij gehad, die er over klaagden, dat zij aan de Gasfabriek geen cokes konden krijgen. Ik ben zoo vrij geweest die klagers telkens te ver wijzen naar den Voorzitter van Commissarissen der Gasfabriek, in het volle vertrouwen dat zij nergens beter hunne klachten konden inbrengen. *- Naar aanleiding van hun klacht dat er geen cokes verkrijg baar waren, is bij mij de vraag gerezen, of de cokes 's zomers niet bewaard kunnen worden, om dan 's winters tegen hoogeren prijs, dan 's zomers bedongen kan worden, te worden verkocht. De heer Juta. In de eerste plaats kan ik den heer Pera antwoorden, dat voor zoover mijne wetenschap reikt onze handen in dit geval gebonden zijn door een buitenlandsch syndicaat. En niet alleen Leiden maar alle afnemers van Duitsche kolen in Nederland. Het buitenlandsche syndicaat, waarvan het binnenlandsche syndicaat eigenlijk de agent is bestaat al sedert eenige jaren, maai' eerst sedert bijv. een jaar heeft het het heft geheel in handen gekregen door den aankoop van eenige mijnendie tot nogtoe onafhankelijk waren gebleven. liet is nu geheel meester van den toestand. Daarbij komt nu nog de enorme vraag naar kolen voor allerlei nijverheidsondernemingen, speciaal voor de ijzerindustrie, en de groote vlucht die de nijverheid neemtzoodat wij meenden voorzichtig te doen om al was het dan ook contre coeur een contract te sluiten voor twee jaren. Wij zijn overtuigd dat de toekomst ons gelijk zal geven, dat wij verstandig daar mede hebben gehandeld, want wij hebben de vaste overtui ging, na alle ingewonnen inlichtingen, dat wij naafloop van dit jaar stellig meer hadden moeten betalen. Nu moge de heer van Kempen onze handelwijze onvoor zichtig noemen, wij meenen daarentegen zeer voorzichtig gehandeld te hebben; de toekomst alleen zal beslissen wie gelijk heeft gehad. Den heer van Kempen dank ik verder voor den lof dien hij ons wel heeft willen geven, fnaar waar hij zegt, dat het eenige wat Leiden nog gunstig onderscheidt van andere gemeenten is het goedkoope gas, en dat hij dit goedkoope gas daarom zoo gaarne zou behoudendaar kan ik den heer van Kempen in dit opzicht gerust stellen. Want al wordt de gasprijs nu gebracht van 5 cent op 51/, cent dan zal het altijd nog veel goedkooper zijn dan in andere gemeenten waar het nu wordt gebracht op 6 cent. Eene enkele gemeente moge nu daarop nog eene uitzondering maken, zooals naar ik meen Utrecht, waar de gasprijs 5 cent is geblevendit is een gevolg daarvan dat die gemeente een contract heeft dat nog een jaar loopt. Na afloop van dat con tract zal die gemeente echter ook meer voor de kolen moeten betalen, en zal de gasprijs ook wel hooger worden. De aan trekkelijkheid van Leiden als plaats waar het gas zoo goed koop is, zal dus behouden blijven. En dat de belastingen hier zoo hoog zouden zijn, meen ik beslist te moeten ontkennenik houd mij zeer aanbevolen voor het noemen van gemeenten, die onder dergelijke omstandig heden als Leiden een zoo laag percentage heffen. Men moet echter niet noemen een plattelandsgemeente, een klein dorp, maar eene gemeente ongeveer als Leiden; en dan geloof ik niet, dat ergens onder gewone omstandigheden het belasting percentage even als hier is gedaald tot 2'/4 Nu nog een woord aan den heer Pera ofschoon dat eigenlijk met de kwestie die thans aan de orde is niets te maken heeft n.l. over de periode, als ik dat zoo noemen mag, die in zake de levering van cokes aan de Leidsche han delaren in brandstoffen is afgespeeld. De gewoonte bestond hier en bestaat nog, hoewel niet de zekerheid bestaatdat we daarin geen verandering zullen brengen dat de Leidsche handelaren in brandstoffen heel vroeg in het voorjaar in de gelegenheid worden gesteld aan den Directeur van de gasfabriek op te geven, hoeveel ILL. cokes zij ongeveer in den loop van het jaar willen hebben. Dat is een faveur, die wij geven aan de Leidsche handelaren. Die cokes kunnen zij neen, moeten zij geregeld weghalen, want anders wordt dat te bezwarend voor de gasfabriek. Maar langzamerhand is het gebruikelijk geworden, dat de handelaars de fabriek als hun cokes-magazijn lieten fungeeren, en de cokes niet meer geregeld weghaaldenmaar dat deden als bet hun gelegen kwam. Dat was in den tijd van de lage prijzen Maar daarna is ingetreden de verhooging, en toen kwamen de handelaren de hun nog toekomende hoeveelheden opvorderen, en toen kwamen allen tegelijk, maar konden natuurlijk niet spoedig genoeg naar hun zin worden geholpen, want daarop was niet gerekenddat zij in de maand Sep tember allen tegelijk zouden komen; de afspraak was, dat zij geregeld zouden komen. Evenwel hebben allen gekregen, waar voor zij hadden gecontracteerd en waarvan een lijst was ge maakt. Maar ook daarmede waren zij niet tevredendaar zij graag meer wilden hebben tegen den ouden, lageren prijs; aan dat verlangen kon niet worden voldaan, omdat nog groote hoeveelheden moesten geleverd worden aan koopers van buiten de gemeente, die zoo beleefd waren geweest, toen die »run" op de cokes door de Leidsche handelaren liep, wat geduld te hebben. Zij hadden toch ook recht gekregen op wat zij hadden gekocht, maar wat hun nog niet was geleverd. En wat was het gevolg? Dat Leidsche handelaars zeiden: is het niet eene groote onbillijkheidwij moeten zóóveel hooger prijs betalen dan koopers die buiten Leiden wonen; maar zij voegden er niet bij dat zij huntie volle hoeveelheid goedkoope cokes binnen hadden. En wilden zij een nieuw contract sluiten, dan moesten zij meer betalen. Den heer Kaiser maak ik ten slotte nog opmerkzaam op de zinsnede voorkomende in Ingekomen Stuk n°. 32»In ver band met de hoeveelheid kolenwelke op 1 April nog in voorraad zal zijn." De prijsberekening der kolen, van 1 April tot ultimo December is derhalve eene abnormale prijsbereke ning, want daarin zit nog eene hoeveelheid goedkoopere steenkolen die 1 April nog aan de fabriek voorhanden zijn. De heer de Lange. M. d. V. Voordat ik hier kwam, heb ik natuurlijk de zaak onderzocht en dit met hetgeen ik hier heb gehoord, heelt mij versterkt in mijne meening, dat wij hebben zeer uitnemende en zeer voorzichtige Commissarissen van onze Gasfabriek. Nu moeten zij evenwel, dunkt mij, oppassen niet al te voorzichtig te worden, want daarvoor vrees ik nu wel wat. Ik heb ten minste geen motief kunnen vinden voor de dringende noodzakelijkheid van verhooging van den gas prijs. In de eerste plaats hebben wij den post van onvoorziene uitgaven, ad 37000.en in de tweede plaats ik dank den heer Zillesen voor die mededeeling zullen wij een buiten kansje hebben van ongeveer 4000 wegens hoogere opbrengst van koolteer. De ramingen van Commissarissen zijn zoo laag, dat zij altijd meevallendat blijkt ook uit de eindcijfers van vorige jaren. In 1897 wordt de winst geraamd op ƒ50400. in werkelijkheid bedraagt zij ƒ62500.eene meerdere winst dus van ƒ6000.Voor '1898 wordt geraamd 60.000—doch behaald ƒ70.000.weder meer ƒ10.000.Nu heeft de Raad nog niet, maar hebben Commissarissen wel de wetenschap hoe het in het afgeloopen jaar is gegaan, wellicht zal dat jaar ook weder een ƒ10.000.— boven de geraamde winst geven. Doch al kwamen de ramingen precies uit, dan toch heeft men nog altijd na aftrek van die ƒ22500.een winst over van ƒ30000.een niet onbeduidend bedrag, dat in de ge meentekas gebracht wordt, uitsluitend door de gasverbruikers Nu is er gezegd: die winst is niet zoo groot, want degas-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 6