DONDERDAG 15 FEBRUARI 1900. 13 Zitting; van Donderdag-15 Februari 1900. Geopend des namiddags te twee uren. Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester. Te behandelen onderwerpen: 1°. Benoeming van eene derde onderwijzeres aan de Open bare Meisjesschool le klasse. (43) 2°. Verzoek van Mejuffr. F. W. Kissing, om eervol ontslag als 3e onderwijzeres in de handwerken aan de Openbare school der 3e klasse n°. 4. (30) 3°. Verzoek van Dr. R. Horst, om vrijstelling van de be taling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (31) 4°. Verzoek van J. H. van der Burg, om vrijstelling of terugbetaling van schoolgeldMiddelbaar en Lager On derwijs. (29) 5°. Verzoek van J. E. Oltmans, om vrijstelling van de beta ling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (34) 0°. Verzoek van Dr. Th. B. Van Wettum, om vrijstelling van de betaling van schoolgeld, Middelbaar Onderwijs. (40) 7°. Verzoek van de wed. G. Karg geb. Doormaar, om con tinuatie van de huur van het perceel Aalmarkt 6. (33) 8°. Verzoek van F. van der Kloot, om continuatie van de huur van het perceel Lokhorststraat 20. (36) 9°. Staat van af- en overschrijving op de begrooting dienst 1899, van de dienstd. Schutterij. (37) 10°. Voorstel tot bekrachtiging van de tijdelijke opdracht der lessen in de scheikunde aan het Gymnasium aan P. J. Montagne. (41) 11°. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden in verband met de regeling der lessen in de scheikunde aan de Iloogere Burgerschool voor Jongens (42) 12°. Voorstel tot het verleenen van afschrijving van plaats. directe belasting. (38) 13°. Bezwaarschriften tegen aanslagen in de plaats, directe belasting, dienst 1899. (39) 14°. Voorstel tot verhooging van den prijs van het gas. (23 en 32) 15°. Voorstel van den heer A. J. van Hoeken JJz.tot wijziging van de verordening op de heffing van eene plaats, directe belasting. (107, 144, 169 en 239 van 1898 en 5, 22 en 35 van 1900) 16°. Behandeling van de in de "Raadsvergadering van 25 Januari jl. aangehouden motie van den heer Mr. S. J. Fockema Andreae. Tegenwoordig zijn 23 leden, als de heeren: Kerstens, J. P. J. Driessen, Ivaiser, Drucker, Zillesen, Dekhuyzen, Fockema Andreae, van Lidth de Jeude, Zaaijer, A. J. van Hoeken J.Jzn., de Lange, van Kempen, van Dissel, de Goeje, Juta, Korevaar, Pera, P. J. van Hoeken, Egbert de Vries, van Hamel, Aal- berse, Kroon, den Houter, alsmede de Burgemeester, Voorzitter. Afwezig zijn de heeren: Siegenbeek van Heukelom en Has- selbach wegens ongesteldheid, L. Driessen wegens ernstige ongesteldheid van zijn zoon, van Rhijn wegens familieomstan digheden. De notulen van het verhandelde in de vorige vergadering van 25 Januari worden gelezen en goedgekeurd. (De heer Aalberse komt ter vergadering.) De Voorzitter deelt mede dat zijn ingekomen: 1°. Missive van den Commissaris van politie, houdende dankbetuiging voor het besluit in zake de verhooging zijner jaarwedde. Leiden, den 1 Februari, 1900. Aan den Gemeenteraad van Leiden. EdelAchtbare Heeren, Bij Koninklijk besluit van den 22 Januari n°. 26 is de bezoldiging van den Commissaris van politie te Leiden nader geregeld, in dier voege dat zij te rekenen van af 1 Januari 1900 zal bedragen ƒ3500.'sjaars, alzoo eene verhooging van f 500.op het tegenwoordige tractement. Het initiatief tot die verhooging werd genomen door het College van Heeren Burgemeester en Wethouders, waarop door den Raad in Zijne vergadering van den 4en Januari jl. een gunstig oordeel is uitgesproken en waarbij met algemeene stemmen besloten werd den Burgemeester te machtigen 'sRaads oordeel in deze aan de Hooge Regeering kenbaar te maken. Het zij mij vergund aan UEdel Achtbare Heeren mijn har-- telijken dank te betuigen, maar vooral voor de wijze waarop dat besluit genomen is. Met gevoelens van hoogachting heb ik de eer te zijn UEd.Aehtb. dienstw. dienaar, R. N. v. n. Maaren. Wordt voor kennisgeving aangenomen. 2°. Dispositie van de Ged. Staten d.d. fVfnuar.' jl. G. S. n°. 36/1, ten geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 25 Januari j.l. in zake de levering van schoenen en laarzen voor de agenten van politie en de brugwachters. 3°. Missive van de Ged. Staten d.d. jl. ten geleide van een afschrift van de beschikking van den Minister van Binnenlandsehe Zaken tot vaststelling van de rijksvergoeding in de kosten van het lager onderwijs over 1898 op 47098,21. 4°. Missive van de Ged. Staten d.d. 5/6 Februari jl. ten geleide van het Koninkl. besluit, houdende goedkeuring van de raadsbesluiten tot heffing van schoolgeld aan de Hoogere Burgerscholen, de Openbare Lagere scholen, de Kweekschool voor onderwijzers en de Openbare Bewaarscholen. 5°. Missive van de Ged. Staten d.d. 6/8 Februari jl. G. S. n°. 46, houdende mededeeling dat de jaarwedde van den Commissaris van Politie met ingang van 1 Januari jl. bij Koninkl. besluit van 22 Januari jl, n°. 26 is bepaald op f 3500.— 6°. Missive van de Ged. Staten d.d. 6/10 Februaai jl. G. S. n°. 37, houdende ontvangstbericht van de verordening tot wijziging van de verordening op het bouwen en sloopen. Worden voor kennisgeving aangenomen. 7°. Missive van A. J. Nieuwenhuis alhier, in zake eene wij ziging van de art. 14 en 15 der verordening op de heffing eener plaats, directe belasting. De Voorzitter. Dit stuk is reeds in de vorige Raadszitting ingekomen, maar daar het toen pas was ontvangen, konden wij daaromtrent geen voorstel doen en werd besloten het te stellen in handen van Burg. en Weth. Nu is het ons echter gebleken, dat dit request geheel gelijkluidend is aan een schrijven vroeger reeds door den Heer Nieuwenhnis ingediend, en waaromtrent toen door den Raad al besloten was het aan te nemen voor kennisgeving. Burg. en Weth. stellen dus voor ook dit schrijven om dezelfde reden weder aan te nemen voor kennisgeving. De heer de Goeje. M. d. V. Wanneer is dat vroegere stuk ingekomen De Voorzitter. Eenige weken geleden. Het thans inge zonden schrijven is eene herhaling van hetgeen in het vorige schrijven stond, met de vraag waarom daarop geen antwoord is ingekomen. Natuurlijk omdat besloten werd het voor kennis geving aan te nemen; dan wordt nooit antwoord gegeven. En uit de dagbladen had de schrijver kunnen zien, dat zijn stuk voor kennisgeving was aangenomen. De quaestie rijst hier bovendienof dit laatste request kan behandeld worden omdat het niet gezegeld is. Terwijl reclames op belastingen vrij van zegel zijn, zou kunnen worden opge merkt, dat het hier slechts geldt eene vraag waarom op een vorig schrijven niet is geantwoord. In elk geval stellen Burg. en Weth. voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. Daartoe wordt besloten. (De heer Kroon komt ter Vergadering). De Voorzitter legt vervolgens over: 1°. Verzoek van den heer L. C. Quant, om ontslag als lid der Commissie van Toezicht op de scholen voor Middelbaar onderwijs, om gezondheidsredenen. 2°: Verzoek van D. van Leeuwen c.s., om vergunning tot het doen dempen van de sloot langs den Hoogen Rijndijk vóór de perceelen N°. 21 tot en met No. 43. 3°. Bezwaarsehriften van J. A. Kwisthout en K. A. Rombach, tegen hunnen aanslag in de plaats, dir. belasting. 4°. Verzoek van den Raad van administratie der Hollandsche IJzeren Spoorwegmaatschappij om vergunning tot den bouw van een wachterswoning aan de Haarlemmertrekvaart, met afwijking van de bepalingen van de verordening op het bouwen en sloopen, 5°. Verzoek van J. den Os, om vergunning tot overschrij ding van de bij de verordening op het bouwen en sloopen bepaalde hoogte van huizen, ten opzichte van het perceel St. Jorissteeg 32. 5°. Verzoek van den Directeur der Koninkl. Nederl. Grof smederij om vergunning tot het doen dempen van een gedeelte sloot langs den Hoogen Rijndijk en het doen rooien van een boom. 6°. Verzoek van de Wed. J. Spanjersberg, om continuatie van de huur van het perceel Nieuwsteeg 10. 7°. Verzoek van Dr. D. de Loos, om eervol ontslag als directeur der Hoogere Burgerschool voor jongens en als leeraar in'de Scheikunde aan liet Gymnasium tegen '1 Mei a. s. 2 Februari J

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1900 | | pagina 1