116
uitgebracht advies van het Hoofd der School, hebben wij de
eer Uwe Vergadering méde te deelendat ook bij ons tegen
de inwilliging van het verzoek geen bezwaar bestaat.
Overeenkomstig bovengenoemd advies geven wij U dan
ook in overweging aan Mej. J. van Linden met ingang van
1 December a. s, eervol ontslag te verleenen uit hare be
trekking van 4e onderwijzeres in de vrouwelijke handwerken
aan de openbare School der 3e klasse n°. 1.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Leiden24 November 1899.
In antwoord op Uw apostille van heden, waarbij een ver
zoek van mej J. M. van Linden, 4e onderwijzeres in de
vrouwelijke handwerken aan de openb. School 3e kl. n°. 1
om tegen 1 Jan. e. k. uit hare betrekking te worden ont
slagen, heb ik de eer U te berichten, dat bij mij geen be
zwaar bestaat tegen een gunstige beschikking op dit verzoek.
Evenwel moet ik hierbij opmerkendat mij uit een gesprek
met adressante is geblekendat zij gedurende de maand
December hare betrekking moeilijk zal kunnen waarnemen
waarom zij liever wenschen zou tegen den lsten dier maand
te worden ontslagen. Mocht U besluiten kunnen haar ver
zoek in dien zin te wijzigen dan bestaat van mijne zijde daar
tegen geen bezwaar, omdat hare betrekking gedurende die
maand kan vervuld worden door eene kweekeling bij ge
noemd onderwijs, die de bevoegdheid bezit en reeds ge-
ruimen tijd aan de school werkzaam is.
Het hoofd der O. S. 3e kl. n°. i,
A. van der Harst.
Den Heer Burgemeester der Gemeente Leiden.
Den Heer Burgemeester der
Gemeente Leiden.
EdelAchtbare Heer!
Ondergeteekende, thans 4de onderwijzeres in de vrouwelijke
handwerken aan de openbare school 3e klasse n°. 1 alhier,
verzoekt beleefd uit bovengemelde betrekking met 1 Jan 1900
te mogen worden ontslagen.
Zij heeft de eer te zijn
Uw dienstv. dienares
Leiden, 22 Nov. 1899. J. van Linden.
N°. 243. Leiden, 24 November 1899.
Den 3lsten December van dit jaar is de tijd verstreken,
waarvoor krachtens Raadsbesluit van 28 December 1893 de
levering van de kleeding der agenten van politie en der brug
wachters ondershands werd opgedragen aan de firma Dondorp
en Jacobson, alhier, terwijl dan mede de 6-jarige termijn
verloopen is, waarvoor de levering van schoenen en laarzen,
ingevolge openbare aanbesteding werd gegund aan de firma
de Jong, eveneens alhier. Thans zal dus opnieuw in de
levering van kleeding en schoeisel voor de agenten van politie
en de brugwachters moeten worden voorzien.
Evenals vóór zes jaar komt het ons wenschelijk voor de
levering van de kleeding ook thans weer onder de hand op
te dragen aan de Weduwe Jacobson, voorheen firma Dondorp
en Jacobson, onder de bestaande voorwaarden, aangezien die
firma zich gedurende de 18 jaren, dat zij met de leverantie
belast was, steeds tot onze uitnemende tevredenheid van hare
verplichtingen heeft gekweten. En bij eene leverantie als deze,
waar keuring van het geleverde uiterst moeielijk is en eigenlijk
eerst onder het dragen kan blijken of de qualiteit van de ge
leverde goederen aan de gestelde eischen voldoet, behoort in
de eerste plaats te worden gelet op bet vertrouwen, dat men
in den leverancier kan stellen. Bovendien waren de prijzen
in 1893 reeds zóó laag gesteld, dat volgens het oordeel van
deskundigen verlaging der prijzen alleen zou kunnen plaats
hebben ten koste van de qualiteit van de geleverde goederen,
en wanneer men nu bedenkt, dat de wolprijzen en daarmede
die van laken en andere wollen stoffen, in den laatsten tijd
nog zijn gestegen, dan meenen wij veilig te mogen aannemen,
dat deugdelijke levering op voor de gemeente voordeeliger
conditiën niet wel mogelijk is. Zoowel dus om het vertrouwen
dat de Weduwe Jacobson onzerzijds geniet als op grond onzer
overtuiging, dat de leverantie onmogelijk tegen lagere prijzen
even goed zou kunnen plaats hebben, komt het ons voordat
het belang der gemeente continuatie van de onderhandsche
opdracht voor den tijd van 6 jaren aan de Weduwe Jacobson
meêbrengt.
De prijzen bedroegen voor de kleeding van de agenten van
politie, van de zomerjas 24.70; de zomerbroek 11.25; de
winterjas f 26.40; de winterbroek f 10.de halsdas ƒ0.45;
het paar handschoenen '1.30; de regenjas 20.het ver
biezen der jassen 2.50 per jas, per jaar en de verdere re
paratie f 95.— per jaar; en voor die van de brugwachters,
van de zomerjas,/ 23.85; de zomerbroek 11.25; het zomer-
mouwvest 4.75; de winterbroek ƒ10.— en de halsdas ƒ0.47
terwijl in het nieuwe contract alsnog zullen worden opge
nomen voor de brugwachters een regenjas a f 20.een
dulfelsche overjas a f 26.51 en een jekker a f 22.—, welke
drie laatste artikelen reeds sinds langen tijd onder de hand
voor deze prijzen werden geleverd.
Eenigszins anders is ons oordeel omtrent de levering van
het schoenwerk. Hoewel ook de firma de Jong gedurende het
afgeloopen zes-jarig tijdperk op alleszins voldoende wijze aan
hare verplichtingen heeft voldaan, zijn wij niet overtuigd dat
ook niet door andere schoenenfabrikanten voor dezelfde prijzen
even goed zou kunnen worden geleverd. Daarbij zijn aan de
keuring van dat artikel niet zoo groote moeielijk heden ver
bonden als aan die der kleedingstukken. Het komt ons daarom
billijk en ook door het gemeentebelang geboden voor, dat ook
anderen in de gelegenheid worden gesteld naar deze leverantie
mede te dingen. Toch achten wij een opendare aanbesteding
ook in dit geval niet wenschelijk. Immers eischt een behoor
lijke bediening in de eerste plaats dat de leverancier ir de
stad woont, en in de tweede plaats schijnt het ons ter wille
van de soliditeit dei' leverantie wenschelijk, dat de inschrijving
beperkt worde tot de eigenlijke schoenen fabrikanten en dus.
niet worde uitgestrekt tot alle kooplieden in schoenwaren,
Dientengevolge zouden wij de alhier gevestigde schoenenfa
brikanten tot eene onderhandsche inschrijving voor de levering
van schoenen en laarzen willen uitnoodigen.
Dat het, zoowel ten aanzien van de kleeding als van het
schoeiselaanbeveling verdient levering en reparatie op te
dragen aan één en denzelfden persoon, behoeft wel niet nader
te worden uiteengezet.
Op grond van een en ander geven wij U thans in over
weging
1°. aan de Wed. Jacobson, voorheen firma Dondorp en
Jacobson, alhier, wederom voor den tijd van 6 jaar, ingaande
1 Januari 1900 en alzoo eindigende 31 December 1905, op
te dragen de levering en reparatie van de kleeding der agenten
van politie en der brugwachters tegen de bovenvermelde
prijzen
2°. ons te machtigen tot de aanbesteding bij onderhandsche
inschrijving door de daartoe door ons uit te noodigen schoe
nenfabrikanten in deze gemeente van de levering en de repa
ratie van de schoenen en laarzen voor de agenten van politie
en de brugwachters over de jaren 1900 tot en met 1905.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 244 Leiden24 November 1899.
Wij hebben de eer Uwe Vergadering hiernevens over te
leggen de verzoeken van H. W. Blöte, A. Kist, Dr. W. Th.
M. Weebers, en Dr. Th. van Wijk om benoemd te worden
tot stadsgenees- en heelkundige, ter vervulling der vacature,
welke met 1° Januari zal ontstaan ten gevolge van het aan
Dr. C. M. van Voorthuysen verleend eervol ontslag. Aangezien
Dr. Weebers de andere sollicitanten in anciënniteit verre over
treft, meenen wij dezen in de eerste plaats te mogen aan
bevelen.
Tevens deelen wij U mede, dat Dr. den Houter, tot dusverre
alleen belast met de geneeskundige armenpractijk thans, inge
volge de voorwaarden zijner aanstelling, van af 1 Januari ook
met de heelkundige armenpraktijk zal zijn belast en zijn jaar
wedde dientengevolge van 55Ö.op 1000.zal worden
verhoogd. Daarentegen zal de nieuw te benoemen genees- en
heelkundige voorloopig weder alleen belast zijn met de genees
kundige armenpraktijk, in afwachting van het tijdstip waarop
ook hem weer ingevolge een eventueele vacature tevens de
heelkundige armenpraktijk zal kunnen worden opgedragen.
Op grond van een en ander geven wij U in overweging thans
over te gaan tot de benoeming van een stads-genees- en heel
kundige, voorloopig alleen belast met de geneeskundige armen
praktijk, op een jaarwedde van 550.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
N°. 245. Leiden, 25 November 1899.
Ter vervulling der vacature van 3en onderwijzer aan de
openbare lagere school der 4e klasse n°. 2, ontstaan door
het aan J de Best toegekend eervol ontslag, hebben wij de
eer U de navolgende voordracht aan te bieden
1°. YDES HOLTROP, adspirant onderwijzer aan de open
bare Jongensschool der 2e klasse;
2°. J. H. OTTO, tijdelijk werkzaam aan de openbare school
fier 3e klcisse n^. 3 en
3°. J. G. VAN TERTHOLEN, adspirant onderwijzer aan de
school der 3e klassen°. 3.
Onder mededeeling dat de desbetreffende stukken in de
leeskamer ter inzage liggen, verzoeken wij U alsnu tot eene
benoeming te willen overgaan.
Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.