GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 113 IK«EKOHE9T STI li li KV. N°. 236. Leiden, 20 November 1899. Ten vervolge op ons rapport van den I7den October jl., Ing. St. n°. 214, hebben wij de eer U hierbij aan te bieden een tweede lijst van reclames tegen het kohier der plaatselijke directe belasting voor 1899. Overeenkomstig ons in die lijst opgenomen advies, stellen wij U voor te handhaven de aanslagen van: J. van Beek (176), A. Blansjaar (188), F. Blansjaar (169), C. W. Th. v. d. Brandhof (109), A. G. C. van Bruggen (158), L. Brugman (177), .T. Burger (201), M. v. d. Burg (195), S. Buys (117), W. F. Buys (113), J. Calkhoven (178), P. R. Campert (131), A. Driessen (148), L. van Duuren (162), A. J. Duymaer van Twist (108), J. v. d. Ende (184), B. H. Everts (119), T. B. Evers (106), Th. B. van Galen (134), G. Gouda Quint (107a), W. P. J. Gouda Quint (107), M. Gunning (181), E. H. Haar lem (159), J. H. d'Haene (118), G. Hendriks (214), A. J. Hen- driksen (183), ,T. Horree (174), C. v. d. Horst (197), Ch. J. van Izenburg (205), Wed A. H. Jacobs—Colpa (111), N. A. de Joncheere (209), Th. Juffermans (132), J. A. Karstens (157), J. J. H. Klomp (215), J. Koet (211), H. de Koning (218), J. H. Kray (150), P. Krook (144). E. J. M. v. d. Laarschot (125), E. Leemans (170), D. van Leeuwen (198), J. v. d. Leur (165), D. Massaar (156), P. W. Meihuizen (127), J. Midderham (213), L. v. d. Nat (179), J. W. Nieuwenhuizen Segaar (187), J. H. Ie Noble (129), Wed. H.C. Noyen (121), Wed. T.Ouwerkerk(141), A. Pauw(112), E. Poulie (208), F. Pijnaker (110), J Pijnaker (123), B. W. Raumann (173), W. Ridderhof (202), B. W. Rutgers v. d. Loeff (151), J.D. Rutgers v. d. Loeff (120), G.M. Rutten (142), R. Scholten (185), L. Schrijvers (139), J.Simons(137), J. Slot(124), J. A. Snel (126), N. v. d. Spek (191), A. v. Steenbergen (166), J. H. Stenzier (153), W. J. Tilanus (204), 1). H Terburgh (145), Wed.D.J. Verhoeven (146), A.Verhoog(206), P.Verstraaten (143), K. Vogelaar (186), J. J. Vreeburg (136), L. O. de Vries (168), W. Wagter (133), G. v. d. Water (180), R. de Wilde Rz.(115), D. Wilhelm (172), J. F. E. Willemsom (149), J. J. van Wijk (210), A. v. d. Wijngaard (164), G. W. Zandvoort (171), W. Zwart (147). En te verminderen de aanslagen van: A.N. Adriaans (140) met ƒ0.68; G. A. C. Aenmey (152) met ƒ7.42; F. J. C. van Aken (216) met ƒ1.65; J. Alma(160) met ƒ15.12; J. Arnoldy (217) met 6.87; Wed. M. Boelens (207) met ƒ1.38; Wed. B. Dolleman v. d. Veen (203) met 9.62; E J. Bomli Sr. (161) met 3.44; A. van Borselen Sr. (221) met. 11.—; J. Bruining (154) met 5.50; J. Bruystens (135) met /'2.06; J. Duyverman (193) met 1.38; Wed. H. Filippo-v. Wijk (190) met 78.38; A, Grauweiman (196) met 1.38; P. v. Groningen (200) met ƒ1650; G. J. Gros (155) met ƒ2.06; T. J. B. Haan (138) met ƒ2.75; A. A. v. d. Haas (182) met ƒ1.10; J. J. v. d. Hoek (128) met 24.75; M. Kamerlingh Onnes (212) met ƒ28.88; P. J W. Knaap (220) met ƒ11.27; Wed. J. A. LismanMeyer (122) met ƒ12.37; J. v. d. Meel (175) met 2.75; J. P. C. Meer burg (163) met ƒ5.50; J. Middenham (192) met 2.75; H. Noppe (114) met ƒ1.10; M. C. Otger (199) met ƒ2.06; A. O wel (167) met 7.98; C. P. Tiele (189) met ƒ23.37; H.J. Visser (194) met ƒ12.38; J. J. G. Vurtheim (219) met /9.63; J. G. H. v. d. Weide (116) met ƒ41.25; J. v. d. Wilk (105) met ƒ6 88; A. Zwaanenbeek (130) met ƒ3.55. Het totaal der voormelde afschrijvingen bedraagt ƒ364.76. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 237. Leiden, 18 November 1899. De Commissie van Financiën beeft de eer U mede te deelen dat zij tegen den door den Schuttersraad der d.d. Schutterij ingedienden suppletoiren staat van begrooting, voor het dienstjaar 1899, geen bezwaar heeft. Zij adviseert U derhalve tot voorloopige vaststelling van dien staat te besluiten. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 238. Leiden, 20 November 1899. Tegen de in hare handen gestelde suppletoire begrooting van het R. C. Wees- en Oudeliedenhuis, dienst 1899, en de begrooting van het H. G. of Arme Wees- en Kinderhuis, dienst 19Ó0, heeft de Commissie van Financiën geene be denkingen. Zij heeft de eer U voor te stellen tot goedkeuring van beide begrootingen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 239. Leiden, 21 November 1899. Onder overlegging van nevensgaand verzoekschrift van M. van der Els hebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat adressant zich in den loop der maand October in de gemeente gevestigd heeft en zijn kinderen dientengevolge eerst sedert den len November het onderwijs alhier hebben gevolgd. Wij geven U mitsdien in overweging aan adressant restitutie te verleenen van het over de maand October betaald school geld ten bedrage van 3.—. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan het Gemeentebestuur te Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen, van der Els, Mattheus, gepensioneerd le Luitenant van het Oost-Indisch Leger alhier (Hooigracht N°. 105) dat hij zich sedert den 23en October j.l. alhier metterwoon heeft gevestigd; dat hij den len November drie zijner kinderen ter school heeft gedaan, 2 aan de school van den heer van Dijk, 1 aan de school van den heer van Wijk; dat hij volgens de bestaande bepalingen hiervoor ook voor de maand October heeft betaald, hoewel niet ter school gegaan Redenen waarom adressant zich beleefd tot den Raad wendt met het verzoek restitutie terug te mogen ontvangen van het bedrag voor de maand October, zijnde betaling voor niet genoten onderwijs voor die maand voor drie kinderen, 't Welk doende M. van der Els, i Gep. le Luit. O.-I. L. N°. 240. Leiden, 21 November 1899. Aangezien George Edwin van Heemskerckvroeger leerling der lloogere Burgerschool voor Jongens, den 26en September j.l. de school heeft verlaten ten einde in dienst te treden bij het Instructiebataillon te Kampen, geven wij Uwe Vergadering in overweging aan J. de Josselin de Jong vrijstelling te verleenen van het voor zijn pupil over de laatste drie kwar talen van den loopenden cursus verschuldigde schoolgeld. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen J. de Josselin de Jong, leeraar aan de lloogere Burgerschool voor Jongens te Leiden dat zijn gewezen pupilGeorge Edwin van Heemskerck voormalig leerling der lloogere Burgerschool, deze school heeft verlaten den 26en September 1.1om in dienst te treden bij het Instructie-Bataillon le Kampen; reden waarom hij de vrijheid neemt beleefdelijk te ver zoeken om vrijstelling van de betaling van schoolgeld voor de laatste drie kwartalen van den loopenden cursus. J. de Josselin de Jong. Leiden, 13 November 1899. N°. 241. Leiden, 23 November 1899. Ter voldoening aan het voorschrift van art. 14 der Wet van 21 Mei 1897 (Stbl. n°. 156), hebben wij de eer Uwe Vergade ring ten slotte de navolgende verordeningen ter hernieuwde vaststelling aan te bieden: 1°. Verordeningen, regelende de heffing en invordering van eene belasting onder den naam van «liggeld" in de gemeente Leiden, ter vervanging van de Raadsbesluiten van fp,ri11876 (Gem.BI. n°. 8) en van 20 April 1876 (Gem.BI. n°. 9); en 2°. Verordeningen, regelende de heffing en invordering van eene belasting onder den naam van «havengeld" in de ge meente Leiden, ter vervanging van de verordeningen van 18 November 1897 (Gem.BI. van 1898 n°. 1) en 27 September 1894 (Gem.BI n<>. 12). De in eerstgenoemde verordeningen gebrachte wijzigingen komen, behoudens eenige redactie-verduidelijkingenin hoofd zaak op het volgende neer. De belasting heeft, voor zoover zij per dag betaald wordt eenige verlaging ondergaan, daar de ervaring geleerd heeft, dat het bedrag, per dag betaald, of de zoogenaamde dagbriefjes, te hoog waren. Daarentegen waren de zoogenaamde «maand- briefjes", waarbij de maand berekend werd op 5 a 7 dagen, veel te goedkoop. Wij hebben daarom gemeend, evenals dit in andere ge meenten geschiedtden belastingschuldigen de keus te moeten laten om per dag of per week (en dus niet per maand) te 0 0 27 Juli

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1