GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 105 I Kit OM I'.\ KTI Il It kx. N°. 219. Leiden, den 25 October 1809. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat bij haar geene bedenkingen bestaan tegen de door Burgemeester en Wethouders ingevolge het bepaalde bij de 3e alinea van art. 14 der wet van 24 Mei'1897 (Staats blad n°. 156) »tot regeling der financieele verhouding tusschen het Rijk en de gemeenten en herziening der algemeene regelen ten aanzien der plaatselijke directe belasting" ter vaststelling aangeboden verordeningen, regelende de heffing en invordering van een keurloon van visch, van schoolgeld op de openbare bewaarscholen, van schoolgelden aan de openbare scholen voor lager onderwijs, aan het Gymnasium, de Hoogere Burgerschool voor jongens en de Hoogere Burgerschool voor meisjes en aan de gemeentelijke kweekschool voor onderwijzers en onder wijzeressen. Zij stelt U derhalve voor tot de vaststelling dier verorde ningen over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën. N°. 220. Leiden, den 25 October 1899. De Commissie van Financiën heeft de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat zij geen bezwaar heeft tegen het voorstel van Burgemeester en Wethouders tot aankoop ten behoeve van de gemeente van het perceel aan den Maredijk, kadastraal bekend Sectie L N°. 426 gemeente Leiden voor den pr ijs van ƒ3000.benevens de kosten van overdracht ten bedrage van ƒ112.50, zoodat zij U in overweging geeft dienovereenkomstig te besluiten en tot. de vaststeiling van den overgelegden sup- pletoiren begrootingsstaat over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Commissie van Financiën N°. 221. Leiden20 October 1899. Onder overlegging van nevensgaand adres van J Botermans, timmerman en aannemer alhier, houdende verzoek om wijziging te brengen in het door Uwe Vergadering den 27sten Juli 11. genomen besluit, waarbij hem vergunning werd verleend tot het dempen van een gedeelte der sloot langs den Iloogen Rijndijk, op grond dat sommige der aan die vergun ning verbonden voorwaarden te bezwarend zouden zijn, hebben wij de eer U mede te deelen dat het zoowel aan de Commissie van Fabricage als aan ons College voorkomt dat er geen termen zijn om dat verzoek in te willigen. Aan adressant toch zijn geene bijzondere of bezwarende voorwaarden opgelegd, doch hem is vergunning verleend tot demping van bedoelde sloot onder de gewone voorwaarden, welke tegen woordig aan dergelijke vergunningen worden verbonden. Mitsdien geven wij U in overweging afwijzend op het verzoek te beschikken. Aan den Geméenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 12 October 1899. Aan het EdelAchtbaar College den Raad der Gemeente Leiden. Ondergeteekende Johannes Botermans, Timmermanen Aan nemer, wonende te Leiden, geeft bij deze met verschuldigden eerbied te kennen, dat hij heeft ontvangen dd. 12 Augustus '1899, de Vergunning met de Voorwaarden, verleent in de Raadszitting dd. 27 Juli 11. in zake het dempen van eene sloot aan den Hoogen Rijndijk, waarvoor aanvrage was ge schiedt Adressant acht zich verplicht aan UEd.Achtb. College ter kennis te brengen, dat hoewel hij grootendeels instemt met de voorwaarden aan de vergunning verbondenomdat deze leiden tot goede uitvoering der te maken rioleering, adres sant echter enkele bezwaren heeft en wel: 1°. tegen alinea 1 van de Bijlagen onder n°. 1106, dat voor schrijft dat de sloot na ontdaan te zijn van bodem- en drijfvuil worde aangevuld met zuiver zand tot op de hoogte door Burgemeester en Wethouders aan te gevenadressant geeft in overweging de bepaling van zuiver zand te veranderen in zuivere grond, daar dit even goed. zoo niet beter, doch minder kostbaar is en in geen geval schade kan toebrengen in de aan te leggen rioleering. 2°.dat in alinea 3 hem de verplichting wordt opgelegd om tot afvoer van het hemelwaterdrie gegoten ijzeren straat- kolken te plaatsen; adressant is overtuigd, dat dit veeleer een belang is dat rechtstreeks der Gemeente aangaat en niet hem zoodat hij meent van deze verplichting te moeten worden ontslagen, te meer daar de voorwaarden de bepaling inhoudt dat die straatkolken moeten zijn: volgens het model bij de Gemeente in gebruik en deze door middel van Engelschen aarden buizen inwendig 30 centimeter wijdmet het Gemeente riool moet worden verbondenen dat het adressant voorkomt deze bepaling niet wel uitvoerbaar is, daar den uitloop der bedoelde straatkolken niet meer bedraagt dan 15 centi meter. Verder meent adressant als bezwaar te mogen doen geldendat bij een vroegere rioleering van een gedeelte dier- zelfde onreine sloot, gelegen voor de perceelen n°. 60 van A tot G aan de Hoogen Rijndijk, niet is verplicht geworden tot, het plaatsen van gemetselde ruimkasten en het daar gelegen riool geen enkele klacht heeft gegeven of zal geven dan meent hij tot slot zijner bezwaren te mogen aanvoeren dat de Gemeente Leiden in deze Vergunning zich alle voorrechten en meest gunstige bepalingen voorbehoudt en het wel niet billijk is, dat daar waar het een gemeenschappelijk belang geldt, den eenen alle lusten geniet, en den anderen, in dit geval adressant, alle lasten draagt; dat volgens zijne meening door het doen veranderen van bestemming dier onreine en onwelriekende sloot, het belang der Gemeente gebaat wordt met 1°. dat het onderhouden dier sloot niet meer noodig is en de algemeene hygiëne door demping bevorderd wordt; 2°. dat de Hoogen Rijndijk door bebouwing een ander aanzien krijgt en de Gemeente toch zeer zeker op den langen duur de voordeelen zal trekken der belastingbetalenden burgers en bewoners der te plaatsen Perceelen; dat adressant, mitsdien onder het indienen zijner excuses voor de wel wat late in zending zijner-bezwaren verzoekt, dat het UEd.Achtb. College moge behagen, alsnog haar besluit in deze dd. 27 Juli 11. in dier voege te wijzigen, dat er ook rekening gehouden worde met de in dit request aangegeven belangen van den adressant. Jan Botermans. N°. 222 Leiden24 October 1899. Wij hebben de eer Uwe Vergadering voor te stellen het schoolgeld voor de navolgende leerlingen der Kweekschool voor Onderwijzers en Onderwijzeressen,' niet-ingezetenen der gemeente Leiden, te bepalen als volgt: Voor J. 11. De Rooze, te Zwammerdam, op ƒ4.per kwartaal W. J. Bruining, te Leerdam, op 6.— per kwartaal; J. G. Christiaansete Oegstgeest, op ƒ6.— per kwartaal; L. Kramer, te Ommen, op 8.— per kwartaal; A. Roelofs, te Oude-Wetering, op ƒ4.per kwartaal; E. J. C. Plasschaert, te Middelburg, op ƒ6,— per kwartaal; T. J. C. Cremer, te Hillegom, wegens het bijwonen van ééne les, op 2.75 per kwartaal; C. W. Paap, te Voorschoten, op 6.per kwartaal; C. A. 11. Taminiau, te Gouda, wegens het bijwonen van ééne les, op /1.25 per kwartaal; J. A. Veelo, te Voorschoten, wegens het bijwonen van ééne les, op 1,25 per kwartaal; J. Veenstra, te Vlissingen, op 6.— per kwartaal; J. M C. Verbrugge, te's-Gravenhage, op ƒ8.—per kwartaal; D. J. Van Velzen, te Oegstgeest, wegens het bijwonen van ééne les, op 5.per kwartaal; J. M. Hooijkaas, te Noordwijkerhout, op ƒ15,per kwartaal; A. C. Koomen, te Oegstgeest, wegens het bijwonen van ééne les, op 1.25 per kwartaal; en van de betaling vrij te stellen C. J. Bakker, te Loenen aan de Vecht, S. Brouwer te Alfen, H. W. M. Dusseldorp, te Doesburg, M. J. T. Hooghwinkel, te Leiderdorp, I). Boek hout, te Leeuwarden, M. L. Beek, te Warmond en A. Segers, te Oude Tonge; alles overeenkomstig de omtrent het inkomen der ouders of van henzelven, blijkens den overgelegden staat, verkregen inlichtingen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 223. Leiden, 24 October 1899. Ten aanzien der perceelen Geerestraat n°. 7 en Hazewind- steeg n°. 1wier onbewoonbaarheid door ons vermoed werd en die naar het oordeel der Commissie, bedoeld bij art 1 dei- Verordening op de Onbewoonbaarverklaring niet meer ter bewoning geschikt te maken zijn, stellen wij U voor over te gaan tot de benoeming van eene Commissie van drie leden uit uw midden, ten einde de zaak te onderzoeken, omtrent hare bevinding een met redenen omkleed verslag aan den Raad uit te brengen en hare conclusie in een concept-raadsbe sluit te formuleeren. Een schrijven van de eigenaresse der huisjes, ons toege zonden in antwoord op het haar in afschrift medegedeeld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1