GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 89 UfGEKOME» STIIKKEX. N°. 183. Leiden, 15 September 1899. Door de Hollandsche Electrische Spoorweg Maatschappij is het hiernevensgaand adres bij Uwe Vergadering ingediend houdende verzoek om toekenning eener subsidie in den aanleg en de exploitatie van een net van tramwegen in de Haarlem mermeer en omgeving, en van een tramweg van Amsterdam naar Alphenvolgens de daarbij behoorende kaart en om schrijving. Voorts blijkt uit een nader, d.d. 25 April j 1. aan ons College gericht schrijvendat die subsidie naar de meening van adressante zou behooren te bestaan in eene bijdrage in eens van 50,000.en in eene rentegarantie over gelijk bedrag voor den tijd van 20 jaar. Eerst dan, wanneer twee derde gedeelten van het aanlegkapitaal door subsidiën van het Rijk, de betrokken Provinciale en Gemeentebesturen en andere belanghebbenden zullen zijn beschikbaar gesteld, zal tot de uitvoering der plannen kunnen worden overgegaan. Die plannen omvatten den aanleg van de navolgende tram wegen, in aanluiting aan den geconcessioneerden locaalspoor- weg Amsterdam Haarlem 1° een lijn VijfhuizenNieuwersluis, lang 36.4 K.M. 2° een lijn SlotenHoofddorp—Leiden lang 37.5 K.M. Deze lijn loopt over 2.6 K.M. samen met de eerste lijn. 3° een verbindingsbaanSlotenAmsterdam, lang 8.— K.M. 4° een lijn AmsterdamAlphen, lang 35.1 K.M. waarvan 1.6 K.M. samenvalt met de eerste lijn; en 5° een lijn Nieuwer Amstel—Ouderkerk, lang 2.8 K.M. De gezamenlijke lengte der lijnen bedraagt 115 6 K.M., waar van 32.4 K.M. zijn gelegen in de Provincie Zuid-Holland, zich verdeelende over twee lijnen, ril. die van Oude Wetering naar Leiden (een onderdeel van de lijn Hoofddorp—Leiden) ter lengte van 16.4 K.M., met inbegrip van een 1.2 K.M. lange verbin dingsbaan met den Spoorweg Leiden Woerdenen die van Nieuwveen naar Alphen (onderdeel van de Lijn Amsterdam Uithoorn—Alphen) ter lengte van '16 K.M. De bedoeling is dus, zooals een blik op de kaart aantoont, om de Haarlemmermeer en omgeving, in één woord al het land gelegen tusschen AmsterdamHaarlemLeiden en den Staatsspoorweg van Amsterdam naar Utrecht, dat tot dusverre van ijzeren verkeerswegen ten eenenmale verstoken bleef, van een gemakkelijker en sneller communicatiemiddel te voorzien. Hoezeer de gemeente Leiden bij den aanleg van dit net van tramwegen betrokken is, behoeft geen lang betoog. Het is een bekend feit, dat de weekmarkten onzer gemeente door de be woners van niet minder dan 72 dorpen in den omtrek geregeld bezocht worden. Het meerendeel daarvan ligt in de Haarlem mermeer en de Rijnstreek Tot zelfs ingezetenen van gemeenten in de onmiddellijke omgeving van Amsterdam en uit de pro vincie Utrecht komen te Leiden ter markt. Velen hunner kunnen tot dusverre slechts met paard en wagen of per stoom boot onze gemeente bereiken. Toeneming van dat bezoek mag uit den aard der zaak worden verwacht, wanneer de middelen van gemeenschap worden uitgebreid en vooral wanneer het goederenvervoer zooveel gemakkelijker en sneller zal kunnen plaats hebben Voor toekenning eener subsidie in den aanleg der lijnen, waardoor Leiden meer in het bijzonder zal worden gebaat, bestaan dus o. i reeds om de zaak zelve alleszins termen. Maar deze bestaan er te meer, wanneer men, de zaak van een negatief standpunt beziende, voet geeft aan de onder stelling, dat, bij uitvoering van het overige gedeelte der plannen, de aanleg van de lijn HoofddorpLeidenwegens de te geringe bijdragen der daarbij onmiddellijk betrokken gemeenten achter wege mocht blijven. Het moet ieder duidelijk zijn, dat dé belangen van Leiden in dat geval ernstig zouden worden bedreigd, daar een afleiding van het marktbezoek van deze gemeente naar Haarlem en Amsterdam daarvan allicht het gevolg zou kunnen zijn. Aan den anderen kant mag evenwel bij de berekening der toe te kennen subsidie evenmin uit het oog worden verloren, dat de aanleg van het net voor de Hollandsche Electrische Spoorweg Maatsehappij zeker zeer veel van zijn aantrekkelijks zou verliezen, indien niet ook de communicatie met Leiden tot stand kwam en aldus het net ook aan de zuidzijde een natuurlijk eindpunt bekwam. Overigens valt het niet te ontkennendat de aanleg van een der ontworpen lijnen, n. 1. van die van Uithoorn naar Alphenvoor deze gemeente van twijfelachtig nut mag worden geacht. De vraag is zelfs gewettigd of deze lijn niet beter achterwege ware gebleven, omdat de mogelijkheid niet is uitgeslotendat het verkeer daardoor naar een nieuw centrum zal worden afgeleid, maar waar die lijn, naar adressanten mededeelen, op verlangen van den Minister van Waterstaat, Handel en Nijverheid aan het net is toegevoegd, en een aan sluiting met Leiden langs den spoorweg Leiden- Woerden reeds is verkregenterwijl ernstige pogingen door adressanten zullen worden aangewend om in aansluiting aan hare tram treinen een doorgaand vervoer naar Leiden te verzekeren, mag dit wellicht vermeend nadeel o. i. toch geen reden zijn om eene subsidie dezerzijds te weerhouden. Wat het punt van aankomst in deze gemeente betreft, uit de bij het adres gevoegde Memorie van Toelichting en Alge- meene Omschrijving zal U blijken, dat het oorspronkelijk in de bedoeling van de Holl. Electrische Spoorweg Maatschappij heeft gelegen om het eindstation met emplacement te vestigen op het Raamland bij de Hoogewoerdspoort. Nog daargelaten evenwel, dat de gemeente, zooals terecht door de Commissie van Fabricage wordt opgemerkt, met het oog op toekomstige stratenaanleg of ander gebruik van dat terrein voor gemeen telijke doeleindennimmer de beschikking over een zoo groot gedeelte van het Raamland zou kunnen afstaan, scheen die keuze van het eindpunt ons strijdig met de belangen van een zeer groot gedeelte onzer ingezetenen. Tot dusverre toch komt het overgroote gedeelte onzer marktbezoekershetzij per as, hetzij per stoomboot aangevoerd, van de zijde van den Lagen Rijndijk en de Haven, bij de Haarlemmerstraat onze gemeente binnen. Dientengevolge heeft zich daar een nijvere winkelstand gevestigddie zijne inkomsten voor een groot deel ontleent aan den afzet zijner artikelen aan de plattelands bevolking, welke des Vrijdags en Zaterdags hare inkoopen in deze gemeente komt doen. Aan het gevaar, dat de marktbe zoekers, in een ander gedeelte van de stad binnenkomende, hunne handelsrelaties allengs ook naar dat gedeelte zouden overbrengenmeenen wij de bewoners van eerstbedoelde straten niet te mogen blootstellen. Aan adressante werd dan ook door ons medegedeeld, dat haar verzoek om subsidie alleen dan op een gunstig praeadvies van ons College zou kunnen rekenen, indien het punt van aankomst in den omtrek der Haven werd gevestigd, aan welken wenk dan ook later, zooals uit haar schrijven van 25 April en bijbehoorende schetskaart blijkt, door de maatschappij werd gevolg gegeven. Dat intusschen de maat schappij tengevolge van deze wijziging van haar planwelke ongetwijfeld eenige meerdere kosten zal medebrengen, ook op de toekenning eener hoogere subsidie zou kunnen aanspraak maken, gelijk niet onduidelijk in haar bovengenoemd schrijven wordt te kennen gegeven en welke meening ook door de Com missie van Fabricage schijnt te worden gedeeld, kunnen wij niet toegeven. Het komt ons toch voor dat de gemeente, waar zij tot toekenning eener subsidie besluitrechtmatig mag ver langen, dat ook met hare wenschen ten aanzien van de te volgen richting in deze gemeente rekening worde gehouden. Van den anderen kant gaat echter de Commissie van Fabricage o. i. te ver, waar zij aan het verleenen dier subsidie als voor waarde zou wenschen te verbinden, dat de maatschappij hare centrale werkplaatsenin plaats van te Slotenzooals haar voornemen is, bij het eindstation in Leiden zou vestigen. Een dergelijke inmenging in de inwendige organisatie der maatschappij schijnt ons niet gerechtvaardigd. Wordt dus het plan uitgevoerd zooals het u thans wordt voorgelegd, dan zal de lijn van de gemeente Leiderdorp door den Roodenburger polder onze gemeente binnenkomenver volgens vóór het Raamland ombuigen, den Iloogeri Rijndijk, waar een wachtlokaal zal worden opgericht, kruisen en eindelijk door de Waard haar eindpunt bij de Schrijversbrug bereiken. Daar zal een personen- en goederenstation worden gebouwd en tevens aan den Zijlsingel een voor schepen goed bereikbare losplaats voor overlading der goederen voor verder vervoer te water kunnen worden aangelegd. Het denkbeeld van den Directeur der Gemeentewerken om ter wegneming van den grooteren finantieelen lastwelke bij doortrekking van de lijn naar de Schrijversbrug op de maatschappij zal worden gelegd, in de ontworpen richting zoodanige wijziging te brengen, dat de lijn, even voorbij Hoogmade westelijk afbuigend en vervolgens benoorden de Spanjaardsburg den Zijl overbruggend, ter hoogte van de nieuwe brug over den Heerensingel de kom der gemeente Leiden zou bereikenom vervolgens door te loopen tot aan het station der Holl. IJzeren Spoorweg-Maat schappij schijnt ons niet aanbevelenswaardig. Dan toch zou de kom der gemeente Leiderdorp niet worden aangedaan en het zuidelijk deel onzer gemeente geheel van de nieuwe communicatie verstoken blijven. Bovendien zou zoodanige wijziging in het plan wegens de daarvoor noodige overbrug ging van den Zijl bij het college van Gedeputeerde Staten hoogst waarschijnlijk op onoverkomelijke moeielijkheden afstuiten. Indien nu Uwe Vergadering met ons van meening is, dat het belang der gemeente Leiden in voldoende mate bij het tot stand komen van het ontworpen net van tramwegen betrokken is, om het toekennen eener subsidie in de kosten van aanleg en exploitatie daarvan alleszins te wettigen, dan blijven nog slechts de volgende vragen ter beantwoording over: Waarin zal die subsidie bestaan? Hoe groot zal haar bedrag zijn? En welke voorwaarden behooren aan het toe kennen dier subsidie te worden verbonden? Ten aanzien der eerste vraag komt het ons voor, dat toe-

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 1