65 dat hij voor voornoemden Willem ingevolge de invordering d.d. 1 Juni j.l. No. 43, heeft betaald f 15.aan schoolgeld voor het tijdvak 1 April tot 1 Juli a. s. dat voornoemde Willemgedurende de maanden April en Mei j.l. in Nijmegen bij zijne ouders heeft gewoond, die den 40den Juni naar Indië zijn vertrokken, en in voornoemden plaats gedurende die maanden heeft school gegaan; redenen waarom adressant Uwen raad eerbiedig verzoekt, hem restitutie te willen doen verleenen, voor het betaalde schoolgeld ovor de maanden April en Mei j.l. 't Welk doende: Uw dienstwillige Dienaar, G. M. Kosters. Leiden, 21 Juni 4890. N°. 144. Leiden30 Juni 4899. Aangezien de bewoning van het perceel Waardgracht, n°. 86, in eigendom toebehoorende aan de Wed. B. A. van Llden wonende Hoogewoerd, n°. 462, door ons vermoed werd nadeelig te zijn voor de openbare gezondheidwerd door ons aan eene commissie, bestaande uit den Directeur der Gemeentewerken, den Inspecteur der Bouwpolitie en drie Stadsgeneeskundigen opgedragen een onderzoek dienaangaande in te stellen. liet door die commissie uitgebracht proces-verbaal, waaruit blijkt, dat het perceel in den toestand, waarin het thans verkeert, naar haar oordeel niet voor bewoning geschikt is, maar door het aanbrengen van verschillende verbeteringen daartoe als nog geschikt kan worden gemaakt, is door ons ter kennis gebracht van de eigenaresse, die daartegen geene bezwaren heeft ingebracht. Daarop is haar eene termijn gesteld van 6 weken, om de door ons noodig geachte verbeteringen te doen aanbrengen. Die termijn is thans verstreken en uit het daarna van onzent- wege ingesteld onderzoek is gebleken, dat de vereischte her stellingen niet zijn aangebracht. Ingevolge het bepaalde bij art. 7 der Verordening van den 5en April 4894, betreffende het bewonen van gebouwen, welke, als schadelijk voor de openbare gezondheid, voor be woning ongeschikt zijn, geven wij U mitsdien in overweging over te gaan tot de benoeming van eene commissie van drie raadsleden met uitnoodiging een nader onderzoek omtrent het perceel in te stellen en omtrent hare bevinding een met redenen omkleed verslag uit te brengen en hare conclusie in een concept-raadsbesluit te formuleeren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 145. Leiden, 30 Juni 4899. Wij hebben de eer Uwe Vergadering hierbij een verslag over te leggen, inhoudende de uitkomsten van het door ons ingesteld onderzoek naar den toestand der arbeiderswoningen in een tweetal gedeelten dezer gemeente, voor welk onder zoek door U bij besluit van den 29en December van het vorige jaar de noodige gelden werden beschikbaar gesteld. Overeenkomstig ons voorstel van den 12den December, daaraan voorafgaande, opgenomen onder de Ingekomen Stuk ken van dat jaar onder n°. 283, en op grond van de daarin aangevoerde motieven, geven wij Uwe Vergadering thans in overweging ons te machtigen het onderzoek alsnog over eenige andere gedeelten dezer gemeente uit te strekken en tot dek king der daaraan verbonden kosten een som van f 4000.— ter onzer beschikking te stellen. Deze uitgave behoort, naar wij meenen, te worden bestre den uit den post voor Onvoorziene Uitgaven, waarop thans nog f 44051 beschikbaar zijn. Den desbetreffenden staat van af- en overschrijving bieden wij hiernevens ter vaststel ling aan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1899 | | pagina 3