49
In de 5e klasse.
Voor onvermngenden. in een graf in tijdelijk gebruik nihil.
Voor lijken van kinderen ouder dan één en jonger dan
twaalf jarenis slechts de helftvoor lijken van kinderen
beneden het jaar en voor doodgeboren kinderen een vierde
dezer belasting verschuldigd.
Voor doodgeboren of binnen ééne maand na de geboorte
overleden tweelingen, mits tegelijkertijd wordende begraven,
is de belasting slechts éénmaal verschuldigd, terwijl zij niet
verschuldigd is voor kinderen die, doodgeboren of beneden
den leeftijd van eene maand overledengelijktijdig met hunne
moeder worden begraven.
Art. 4.
Voor het vervangen van eene gebroken zerk dooi' eene nieuwe,
is met inbegrip van het leggen verschuldigd f 60.
Voor eene dubbele400.
Art. 5.
Voor bet overboeken van graven in voortdurend gebruik,
is verschuldigd voor elk nummer f 1.—.
Art. 6.
Voorts is verschuldigd voor het gesloten houden van een graf:
a. gedurende een bepaalden tijd, voor elk jaar boven de tien
jaren, een twintigste van den betaalden prijs van het graf;
b. gedurende een onbepaalden tijd of voor altijd, eene som
op het Grootboek der Nationale Schuldte stellen op een
afzonderlijk hoofd ten name der gemeente, tot zoodanig
bedrag, dat uit de daarvan te verkrijgen jaarlijksche rente
de kosten van periodieke overboeking en die van onder
houd kunnen gevonden worden; deze worden berekend
gelijk te staan met eene jaarlijksche uitkeering van niet
minder dan een twintigste van den prijs van het graf,
ingaande met den dag der ter aardebestelling van den
persoon, wiens graf voor altijd gesloten wordt.
Art. 7.
Voor het lichten en overbrengen van een lijk uit het eene
in het andere graf op de algemeene begraafplaats, of uit een
graf aldaar naar eene andere begraafplaatsis aan de gemeente
verschuldigd
In de ie kla'sse.
Voor een persoon van 12 jaren of daar boven f 4.
Voor kinderen ouder dan 1 en jonger dan 12 jaren 2
Voor kinderen van 1 jaar of daar beneden 1.—
In de 2e klasse.
Voor een persoon van 42 jaren of daar boven 2.
Voor kinderen ouder dan 4 en jonger dan 12 jaren 4.
Voor kinderen van 1 jaar of daar beneden 0.50
In de 3e klasse.
Voor een persoon van 42 jaren of daar boven 4.
Voor kinderen ouder dan 4 en jonger dan 42 jaren 0 50
Voor kinderen van 1 jaar of daar beneden 0.25
Art. 8.
Voor het ruimen van een graf in voortdurend gebruik en
het zamelen der beenderen is verschuldigd
van iedere kist die gesloopt wordtf 1.25
verplaatst wordt2.
Voor lijken van personen onder de twaalf jaren wordt dit
tarief tot de helft, voor die van personen onder het jaar tot
een vierde verminderd.
Art. 9.
Voor het oprichten van grafteekens, kruisen, enz., is niets
verschuldigd.
Art. 10.
Deze verordening treedt in werking op den len Januari 1900.
VERORDENING!, regelende de invordering van begrafenis-
rechten op de algemeene begraafplaats te Leiden.
Art. 4.
De belasting verschuldigd voor het gebruik van de alge
meene begraafplaats in de gemeente Leiden wordt ingevorderd
door den Gemeente-ontvanger.
Art. 2.
De betaling geschiedt op het oogenblik dat door den be
langhebbende of namens hem verklaard wordt, dat van een
of meer der bepalingen van de verordening op de algemeene
begraafplaats, waarvoor recht verschuldigd is, gebruik zal
worden gemaakt, ten ware door bijzondere omstandigheden
de voldoening van het verschuldigde niet op dit oogenblik
mocht knnnen geschieden, in welk geval de teraardebestel
ling met schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wet
houders kan plaats hebben.
Art. 3.
Deze verordening treedt in werking op 4 Januari 4900.
VERORDENING!, regelende de heffing van een keurloon
van vee en vlcesch te Leiden.
Art. 1.
Voor het keuren van vee en vleesch wordt van hem, die
het vleesch ter keuring aanbiedt, eene belasting geheven
onder den naamkeurloon van vee en vleesch.
Art. 2.
voor
een
ter
slachting aangegeven rund
f 0.20
paard
0.20
ezelmuilezel of
muildier.
0.10
vet of graskalf
0.10
nuchter kalf
0.05
varken of speenvarken.
0.15
schaap of lam.
0.05
geit of bok.
0.03
Art. 3.
Het keurloon van in de gemeente geslacht vee bedraagt:
voor een rundf 0 20
paard0 20
varken of speenvarken0.45
ezelmuilezel of muildier0 10
vet of graskalf0.40
nuchter kalf. 0.05
schaap of lam 0.05
geit of bok0.03
Art. 4.
Het keurloon van in de gemeente ingevoerd versch vleesch
bedraagt
a. voor een of twee helften van:
een rund f 0.20
paard0.20
varken of speenvarken0.45
ezel, muilezel of muildier0 40
vet of graskalf0.10
nuchter kalf.0 05
schaap of lam 0.05
geit of bok0.03
b. Voor vleesch, dat niet aan halve dieren wordt ingevoerd,
per K.G. 0.005;; wordende bij de betaling een onderdeel van
een cent voor een cent gerekend.
Art. 5.
Het. keurloon van in de gemeente ingevoerd toebereid
vleesch bedraagt
voor eene zijde toebereid spek, of een gedeelte daarvan f 0.03
ham0.02
gerookt rundvleeschp. K.G. 0.005
paardenvleesch0.005
worst en voor alle ander toebereid vleesch
voor zoover niet hierboven genoemd p. K.G. 0.005
wordende bij de betaling een onderdeel van een cent voor
een cent gerekend.
Art. 6.
Het herkeurloon bedraagt het vijftienvoud van het keurloon,
maar in geen geval minder dan f 0.50.
Het herkeurloon van vleesch, dat binnen de gemeente is
afgehakt, wordt op dezelfde wijze berekend als van ingevoerd
vleesch
Art. 7.
Deze verordening treedt in werking op den len Januari 1900.
YERORDENINGf regelende de invordering van een keurloon
van Vee en Vleesch.
Art. 4.
Het keurloon en het herkeurloon wordt ingevorderd door
den Inspecteur van de vee en vleeschkeuring en door dezen
binnen een week na afloop van iedere maand bij den Gemeente-
Ontvanger gestort.
Art. 2.
De betaling van het keurloon geschiedt bij het aangeven