DONDERDAG 29
DECEMBER 1898.
111
De heer Drucker M. d. V. Ik heb u gevraagd, of er bij
Burg. en Weth. bezwaar tegen bestond, nadere inlichtingen
in te winnen. Er is hier zooeven gezegd: Het leerplan moet
eenigermate afhangen van de jongens die op de inrichting
zullen komen. Dit is eene zeer eigenaardige handelwijze voor
eene school. Maar men zal toch in ieder geval wel vooraf
wetenof men zal toelaten ieder die zich aanmeldt of dat een
toelatingsexamen zal worden gehouden Ik zou er prijs op
stellen, wanneer Burg. en Weth. deze zaak nader wilden
onderzoeken. Wij weten omtrent dien cursus niet veel, en
alvorens wij subsidie toestaan, acht ik het wenschelijk er iets
meer van te weten.
De Voorzitter. Doet de heer Drucker een voorstel om de
zaak uit te stellen?
De heer Drucker. Als u dit liever heeft, wil ik het wel doen.
De Voorzitter. Ik hecht niet zoo groote waarde aan deze
onderwijsinrichting als de heer Drucker. Ik vind het eene
nuttige zaak die onzen steun verdient, maar wil de heer
Drucker een voorstel doen tot uitstel, dan heb ik daar niets
tegen; ik acht de zaak echter van te weinig belang.
De hear Drucker. M. d. V. Indien het eene zaak van weinig
belang ware, zou ik er niet over denken ze uit te stellen,
maar uit hetgeen de heer Den Houter gezegd heeft, is wel
degelijk gebleken, dat het hier geldt eene gewichtige zaak met
het oog op de opleiding van de ambachtslieden in deze ge
meente. Omdat ik er wèl meer belang in zie, ben ik bereid
een voorstel te doen om de zaak aan te houden en Burg. en
Weth te verzoeken nadere inlichtingen in te winnen omtrent
de plannen met dien cursus.
De Voorzitter. Burg. en Weth. hebben geen bezwaar dit
voorstel over te nemen.
Het voorstel van den heer Drucker, overgenomen door
Burg. en Weth., wordt zonder hoofdelijke stemming aan
genomen.
XII. Suppletoire staat van begrooting, dienst 1898, van het
Heilige Geest- of Arme Wees- en Kinderhuis.
(Zie Ing. St. no. 270).
XIII. Begrooting, dienst 1899, van het College van Vrouwen-
kraammoeders.
(Zie log. St. n°. 277).
XIV. Begrootingen, dienst 1899, van het Roomsch Katholiek
Weeshuis en het Roomsch Katholiek Armbestuur.
(Zie Ing. St, ri». 278).
XV. Begrooting, dienst 1899, van het Heilige Geest of Arme
Wees- en Kinderhuis.
(Zie Ing. St. n°. 293).
Worden achtereenvolgens zonder beraadslaging en zonder
hoofdelijke stemming goedgekeurd.
XVI. Voorstel tot beschikbaarstelling van gelden voor het
verzamelen van statistische gegevens voor onbewoonbaarver
klaring van perceelen.
(Zie Ing. St. n°. 283).
De Voorzitter. Ik wensch voor te stellen, bij aanneming
van dit voorstel, dezen post te bestrijden uit de begrooting
van 1898, die dit zeer wel toelaat. Daartoe is noodig het
opmaken van den staat van af- en overschrijving, dien ik
hier vóór mij heb, maar die nog niet in handen is geweest
van de Commissie van Financiën. Hier moet. dus worden
overgeschreven een ontvangst op den post. «Kosten voort
vloeiende uit het nemen van maatregelen ten behoeve van
»den openbaren gezondheidstoestand" en afgeschreven op
«Onvoorzien Kan de Commissie van Financiën zich daar
mede vereenigen
De heer Drucker Ja, M. d. V.!
Het voorstel van Burg. en Weth. wordt zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
XVII. Voorstel betreffende openbare verpachting van staan
plaatsen op de kermis.
(Zie Ing. St.. n°. 290).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
XVIII. Voorstel van de raadsleden Dr. A. W. Kroon Jr. c. s.
tot wijziging van de verordening regelende het onderwijs in
handteekenen en gymnastiek.
(Zie Ing. St. n°. 291).
De Voorzitter. Het voorstel van Burg. en Weth. is, om
aan den heer Henner eene personeele toelage van f 200.
per jaar toe te kennenzonder over te gaan tot wijziging van
de verordening.
Dit voorstel wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke
stemming aangenomen.
XIX. Verzoek van regenten van de Groeneveldstichting in
zake den afkoop van recognitie voor het gebruik van de voor
malige Stommesteeg aan de Oude Vest.
(Zie lug. St. n°. 292).
De heer Fockema Anure/K. M. d. V. Ik heb hierover eene
enkele opmerking te maken en eene vraag te doen, die ik niet
gaarne zou doen in eene openbare zitting. Ik zou daarom
gaarne zien, dat de deuren werden gesloten.
De Voorzitter. Dan schors ik de openbare vergadering, om
over te gaan tot eene zitting met gesloten deuren.
Na heropening der deuren deelt de Voorzitter mede, dat
de Raad heeft besloten punt XIX aan te houden en dat Dij
punt XXI (tweede suppletoir kohier der plaatselijke directe
belasting dienst 1898, Ing. St. n# 280) heeft afgedaan.
XX. Voorstel tot het verleenen van afschrijvingen van plaat
selijke directe belasting, dienst 1898.
(Zie Ing. St. n°. 285).
Wordt zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming
aangenomen.
Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering
gesloten.
Te Leidenter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.