DONDERDAG 29
DECEMBER 1898.
109
Ik zou daarom allereerst gaarne een antwoord hebben op
deze vraag: of het volstrekt onmogelijk is tot het teekenonder-
wijs op »Matthesis" toe te laten personen, die niet den ge-
heelen cursus aldaar volgen. Ik wil gelooven aan de bezwaren
voor sommigen, om tot «Mathesis" te worden toegelaten;
maar op de H. B. S., op het Gymnasium en op tal van andere
scholenmeen ikworden voor enkele vakken leerlingen toe
gelaten. Is het nu volstrekt onmogelijk, dat voor het teeken-
onderwijs op «Mathesis" worden toegelaten leerlingen, die
niet willen of 'kunnen volgen vooral leerlingen, die niet
den geheelen cursus kunnen volgen. Wanneer dat mogelijk
was, zou in de behoefte voorzien zijn, en zouden we niet
komen tot een stap verder op dien gevaarlijken weg van het
subsidiëeren van allerlei nuttige instellingen.
De Voorzitter. Ik kan daarop dit antwoordendat dat
voorzoover mij bekend is, onmogelijk is Het groote bezwaar
voor vele jongens van de openbare en bijzondere school is
juist, dat zij niet door het onderwijs op de scholen, maar
door allerlei omstandigheden niet in staat zijn het admissie-
examen te doen voor Mathesis"; en wanneer zij daaraan niet
kunnen voldoen, kunnen zij ook niet worden toegelaten tot
de teekenlessen. Voor zoover mij bekend, moet de geheele
cursus worden gevolgden worden geen leerlingen voor enkele
vakken toegelaten. Maar bovendien zou dat niet batenomdat
zij toch altijd eerst het admissie-examen moeten doen.
Nu ziet men ten slotte overblijven een aantal jongens, die
niet kunnen komen op «Mathesis", die dus niet kunnen
komen tot het volmaakte teekenonderwijsdat leiden kan
tot het ambachts-onderwijsen die toch eene dergelijke
carrière in willen gaan. Zij blijven krukken, en daaraan is
althans eenigszins tegemoet te komen door hen wat teekenen
te leeren, dat zij absoluut noodig hebben om in hun vak
iets te praesteeren. In Amsterdam en Den Haag is de R.-lv,
Volksbond ook op dit gebied voorgegaan, en beide afdeelingen
worden daarvoor aanzienlijk gesubsidieerd door de Gemeente
besturen van Amsterdam en Den Haag, omdat men daar
ziet dat die behoefte er werkelijk is. Die behoefte numeenen
wij hier ook te zien. En waarom zouden wij nu aan een
dergelijk werk', dat nuttig is en hoogst gewenscht, en dat
geëntameerd wordt door den R.-K. Volksbond, niet een kleinen
steun van gemeentewege geven? De heer Fockema Andreae
zegt, dat er dan later wel schooltjes voor lezen, voor reke
nen, voor vaderlandsche geschiedenis, kunnen worden opge
richt. Ik geloof, dat dat geheel iets anders iswij hebben
hier te doen met de beoefening van een vak, het teeken
onderwijs, dat dadelijk leidt tot de uitoefening van een
ambacht, van een vak. Kwam men subsidie vragen voor
onderwijs in rekenen, vaderlandsche geschiedenis of eenig
ander vak van lager onderwijs, dan zouden wij kunnen
zeggen: Ga gebruik maken van ons herhalingsonderwijs,
maar ons herhalingsonderwijs, zooals het op dit oogenblik
is ingericht, zou niet voldoen aan de behoefte waarin hier
moet voorzien worden.
Nu de Roomsch-Katholieke Volksbond de zaak wil enta-
meeren zooals de heeren gezien hebbenzal de school
toegankelijk zijn voor alle gezindten geloof ik. dat wij
zullen moeten beoordeelen ol het gemeentebelang toelaat of
eischt, dat deze nuttige instelling gesubsidieerd worde. Later,
wanneer meerdere aanvragen komenzullen wij de zaak meer
op zichzelf kunnen beoordeelen. Evenals wij vroeger gelijk
de heer Andrea? ons heeft herinnerd de vereeniging van
kantoorbedienden hebben gesubsidiëerd en ik heb daar
nooit spijt van gehad - geloof ik, dat wij ook deze teeken-
school moeten subsidieeren, wat voor onze stad niet nadeelig,
integendeel zeer nuttig zal zijn.
De beer Kaiser. M. d. V. De bedoeling van den Roomsch-
Katholieken Volksbond zal wel zijn eene school te verkrijgen
zooals Mathesis behoorde te zijn of geweest is. Mathesis heeft
eene vlucht genomen die niet in het belang is van de meeste
wrerklieden. Gnder de wrerklieden zijn er velen die in hun
jeugd niet in staat zijn geweest het vrij zware ad missie
examen voor Mathesis te doenmaar die toch genoeg kennis
en bekwaamheid bezitten om uitstekende werklieden te zijn.
Nu meen ikdat de Roomsch-Katholieke Volksbond het teeken
onderwijs wenscht te geven dat vroeger Mathesis gaf. Het is
echter de vraag of het goed is deze zaak uit onze handen te
geven, en of het niet beter zou zijn, wanneer het Gemeente
bestuur aan Mathesis de verplichting oplegde voor die soort
jongelieden die de Roomsch-Katholieke Volksbond op het oog
heeft, eene gelegenheid te scheppen om hun het hoognoodige
teekenonderwijs te doen geven, als het ware eene afzonder
lijke afdeeling, buiten het admissie-examen om. Ik zie niet
in waarom dit niet zou kunnen geschieden.
De Voorzitter. Op het oogenblik is dit niet aan de orde.
Ook weet ik niet of «Mathesis" er geen groot bezwaar tegen
zou hebben eene klasse van achterlijken bij haar groot aantal
leerlingen te voegen; dat zou m. i. «Mathesis" geheel en al
bederven. Ik was op dit denkbeeld niet voorbereid en beb er
niet over kunnen nadenken.
Natuurlijk stelt «Mathesis" eischen voor de toelating, niet
alleen voor hen die zich in het teekenen willen ontwikkelen,
maar voor alle vakken die op «Mathesis" worden gedoceerd,
en nu geloof ik, dat het Bestuur volkomen juist inziet geen
krukken te moeten toelaten, maar alleen die jongelui, die
met vrucht de lagere school hebben afgeloopen en in staat
zijn wat meer te worden dan een gewoon werkman. Ik meen,
dat dit van «Mathesis" uitstekend gezien is.
Hoe het nu vroeger geweest is, weet ik niet. Misschien
waren de eischen toen anders, maar ik dacht, dat «Mathesis"
meer dan honderd jaren in dezelfde lijn heeft voortgewerkt.
De heer Den Houter. M. d V. Het loffelijk streven van den
Roomsch Katholieken Volksbond heeft mijne volle sympathie,
en ik zal dan ook mijne stem aan de voordracht geven. Dit
neemt niet weg dat ik eene enkele bedenking, die ik tegen
de uitvoering heb, niet achterwege mag laten.
De vraag isis het in het belang van de gemeente, in het
belang van de aanstaande ambachtslieden? Als men de zaak
van dezen kant beschouwt, moet men opmerken, dat er een
zeker procent ambachtsjongens rondloopt, die niet op «Mathesis"
kunnen komen en geen onderwijs krijgen. Gaan wij nu eene
gelegenheid openen om hun dat onderwijs te geven, dan is het
ontegenzeggelijk zeer in het belang van die ambachtsjongens.
Maar er is ook nog eene andere beschouwing van dezelfde
zaak mogelijk. Dat is deze, dat men zich afvraagt, of de eischen
van «Mathesis" niet te hoog gesteld zijn. Zijn die eischen voor
alle jongelui in het algemeen te hoog, welnu, dan moeten die
worden gebracht op het peil, waarop ze behooren te staan.
Zijn die eischen daarentegen niet te hoog, dan zouden we
zeer zeker niet in het belang van de jongens handelenwan
neer wij de oprichting van scholen als nu door den R. K.
Volksbond zal worden beproefd, in de hand werken.
Toen ik de stukken in handen kreeg, heb ik het toege
juicht dat de R. K. Volksbond zich het groote percent van
deze jongens wilde aantrekken; maar inderdaad meende ik
ook eerst, dat men die jongens wilde onderwijzen voor één
a twee jaren, om ze bij wijze van herhalingsonderwijs voor
te bereiden, geschikt te maken, tot het teekenonderwijs op
«Mathesis", omdat de R. K. Volksbond zelf zeer hoog opgeeft
van het groote voordeel van dat onderwijs. Dat had ik ver
wacht, maar zooals ik nu begrepen heb, is de bedoeling van
de'n R. K. Volksbond een geheelen cursus te geven. Nu is
voor mij de vraag: zijn de eischen, waarvan zal worden uit
gegaan te laag, dan kan dat onmogelijk zijn in het belang
van de jongens; en zijn de eischen van «Mathesis" te hoog,
dan dienen die eischen lager te worden gesteld in het belang
van alle jongens. Nu is het waar, gelijk gezegd wordt: laat
ons die jongens van de straat afhoudenwaarop zij anders
blijven doordat ze niet op «Mathesis" kunnen komen. Maar
dat kan de R. K. Volksbond zeker weten, dat er altijd weer
een zeker procent jongens zal zijn, die op die teekenschool
willen komen, maar zelfs aan die lagere eischen niet kunnen
voldoen. Er zijn altijd toch zekere elementen van kennis noodig,
om met vrucht het teekenonderwijs te kunnen volgen; men
moet eenigerinate kunnen rekenen en schrijven om een of
ander plan te kunnen weergevenzoodat ik in de uitvoering
eenigermate bezwaar zie. Dat zou het geval niet zijn, indien
de eischen wat hooger waren gesteld, dan zou ik dit plan
zeer toejuichen. Wij weten toch, dat w;anneer er eene gelegen
heid is, waar lager eischen worden gesteld dan op «Mathesis",
dat helaas de zorgeloosheid van vele ouders zoo groot is, dat
zij het er op aan laten komen en zeggengaat het niet op
«Mathesis", dan komen we daar nog wel terecht, terwijl zij
anders in het laatste jaar minstens hunne jongens zooveel
mogelijk er op prepareeren, dat zij het admissie-examen van
«Mathesis" kunnen doen. Het schijnt inderdaad zoo te zijn,
dat zij, die met vrucht de lagere school hebben afgeloopen,
het examen voor «Mathesis" wel kunnen doenwant de eischen
zijn werkelijk zeer matig. Wanneer we de rekenopgaven hier
haddenzouden we daarover kunnen oordeelen.
Wij staan hier aan het begin van iets, waarvan we het einde
niet kunnen zien. Gaat het goed met het teekenonderwijs, dan
zal men voor de toekomst meer geld gaan vragen. Dm die
redenen werischte ik mijne bedenkingen in het midden te
brengen, om te waarschuwen tegen het nemen van stappen,
die niet voldoende zijn voorbereid.
De Voorzitter. Ik heb met genoegen gehoord, dat de
heer Den Houter niet tegen het verleenen van de subsidie
is. En de bezwaren, die hij heeft, kunnen nog met den
R. K. Volksbond een punt van overweging uitmaken. Ik heb.
een indruk, dat de subsidie alleen wordt gevraagd voor het
teekenonderwijs. De heer Den Houter zegt wel, dat zij, die
de lagere school hebben afgeloopen, met goed gevolg het
toelatingsexamen voor «Mathesis" kunnen doen; maar als ik
mij niet zeer bedrieg, dan wordt ongeveer 50% afgewezen
en 50 toegelaten. Er blijven dus vele jongelui over, voor