124 Den dienovereenkomstig ingerichten suppletoiren begroo- tingsstaat hebben wij de eer hierbij ter vaststelling aan te bieden. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 26 October 1898. De ondergeteekenden hebben de eer, naar aanleiding van de discussies in de Gemeenteraadszitting van 20 October j 1., in de Verordening, regelende het Onderwijs in Handteekenen en Gymnastiek, N°. 7, 1881, regel 10—13 van art. 5 aldus te lezen: »die van den derden leeraar ƒ1000.waarvan ƒ50. «geacht wordt bezoldiging te zijn voor het Onderwijs »aan de H.B.S. voor jongens, ƒ100.voor dat aan de «Kweekschool, ƒ850.— voor dat aan de lagere scholen"; enz. A. W. Kroon. M. J. De Goeje. W. Pera. Aan den Gemeenteraad van Leiden. N°. 292. Leiden, 23 December 1898. Onder overlegging van nevensgaand adres van Heeren Regenten der Groeneveldstichtinghebben wij de eer Uwe Vergadering mede te deelen, dat ons uit een ter zake inge steld onderzoek is gebleken, dat de grond der voormalige Stommesteegwelke reeds vóór het jaar 1803 voor het publiek verkeer was afgesloten, thans deel uitmaakt van den tuin der Groeneveldstichting. Zooals adressanten in hun verzoekschrift zeggenwerd hun het gebruik van dien grond toegestaan bij dispositie van den Raad van 26 Juli 1803, waarbij de betaling eener jaarlijksche recognitie werd opgelegd van ƒ14.10, maar omtrent een eventueelen afkoop dier recognitie geen bepaling werd opgenomen. Het komt ons echter voor, dat tegen den door Regenten gewenschten afkoop geene bezwaren bestaan en wij achten dien afkoop tegen den penning 33 alzoo voor de som van 470.— billijk. Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging aan adressanten te berichtendat tegen een afkoop der verschul digde recognitie voor de som van ƒ470,bij U geen bezwaar bestaaten tevens te besluiten tot dien afkoop, voor het geval adressanten zich met deze afkoopsom kunnen vereenigen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geven met verschuldigden eerbied te kennen: S. H. J. De Wolff, als Voorzitter, en J. la Rivière, als Secretaris der Groeneveldstichting, gelegen aan de Oude Vest, kadaster sectie H n°. 2014, straatnummer 41, te Leiden; dat zij als rechtverkrijgenden, volgens een dispositie van den Raad van 26 Juli 1803, N°. 346, in het bezit zijn gesteld van de Stommesteeg, tegen eene jaarlijksche recognitie van ƒ14.10; Dat zij UEdelAchtbaren verzoeken, te mogen vernemen, tot welken prijs de recognitie kan worden afgekocht. t Welk doende, S. II. J. De Wolff, Voorzitter. J. La Rivière, Secretaris. Leiden, 18 November 1898. Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 2