GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 55 II«EK«MEJr STUKKEN. N°. 131. Leiden, den 26 Mei 1898. Overeenkomstig art. 1 der verordening van 5 April 1894 Gemeenteblad n°. 2) betreffende het bewonen van gebouwen, welke, als schadelijk voor de openbare gezondheid, voor be woning ongeschikt zijn, is aan eene Commissie, bestaande uit den Directeur der Gemeentewerken, drie stadsgeneeskundigen en den Inspecteur der bouwpolitie, opgedragen een onderzoek in te stellen naar den toestand van twee perceelen in de Gast huislaan genummerd 3 en 5, wier bewoning vermoed wordt nadeelig voor de openbare gezondheid te zijn. Uit het ter zake uitgebracht rapport blijkt dat de genoemde perceelen naar het oordeel dier Commissie niet voor bewoning geschikt zijnhetgeen overeenkomstig de bepaling van art. 3 der boven genoemde verordening ter kennis van den eigenaar is gebracht, waartegen geen schriftelijke bezwaren zijn ingediend. Ingevolge art. 7 van meergenoemde verordening geven wij Uwe Vergadering alsnu in overweging over te gaan tot de benoeming van eene Commissie van drie raadsleden, met uitnoodiging de zaak nader te onderzoeken en omtrent hare bevinding een met redenen omkleed verslag uit te brengen en hare conclusie in een concept-raadsbesluit te formuleeren. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 132. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 18 tot en met 24 Mei 1898. 1 Mei. 18 7-8.45 7 15.6 2 19 7-9 8 15.8 3 20 7-9 7 15.6 4 21 7-8.45 8 15.6 5 22 7-9 7 15.8 6 23 7—9 8 15.8 7 24 7-9 8 15.6 N°. 123. Leiden, 9 Juni 1898. Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden eene voordracht tot verhooging van eenige uitgaafposten der begrooting voor 1897, waarvan de raming niet toereikende is gebleken. De verhooging betreft Volgn. 70. Kosten van licht en brandstoffen f 97, De raming bleek in de laatste jaren, als gevolg van de uitbreiding der administratie, herhaaldelijk te laag. De raming voor 1897 bedroeg ƒ1150,— de uitgaaf was ƒ1246,40. Voor 1898 is dan ook 1250,geraamd. Volgn. 71. Schrijf- en bureaubehoeften 21, Eveneens in verband met de uitbreiding der administratie. De verhooging, bij Raadsbesluit van 9 Dec. 1897 bleek niet toereikend. Volgn. 72. Druk- en bindwerk27, De herziening van tal van verordeningen en de vermeerdering van het overige gewone druk werk veroorzaakten bovenstaande overschrijding. Volgn. 73. Briefportenvrachtloonen en andere kleine uitgaven32, De kosten van geplaatste advertentiën leidden tot deze hoogere uitgaaf. Volgn. 75. Onderhoud en aankoop van meubilair voor het Raadhuis22, De verhooging bij Raadsbesluit van 27 Januari jl. bleek niet voldoende. Aanvulling met bovenstaand bedrag is noodig voor de betaling van eenige kleine nagekomen posten. Volgn. 81. Kosten van uitgifte van het Ge meente-Nieuws of Dagblad136,— In hoofdzaak wegens de hoogere kosten van het Stenografisch Verslag der handelingen, dat 48 pagina's boven het maximum inhield. Voorts waren eenige overdrukken van Ingekomen Stukken en meerdere proefdrukken noodig. Volgn. 98. Onderhoud van huizentorens, poorten en dergelijke295, De kosten van verlichting der gebouwen, voor zoover die uit dit artikel worden bestreden, be droegen f 240,meer dan de raming. Eenige kleine herstellingen leidden verder tot de over schrijding. Volgn. 99. Dag en weekgelden der werklieden in dienst der gemeentemitsgaders verdere kosten der Fabricage95, De aanschaffing van eenige bouwkundige tijd schriften en plattegronden, de kosten van ge plaatste advertentiën en van kleine bureaubehoeften bleken ten slotte niet uit het artikel te kunnen worden bestreden. Volgn. 104. Kosten van toezicht en van invor dering der plaatselijke belastingen784, De uitkeering van 4 der hondenbelasting bedroeg f 21,24 méér dan de raming, ten gevolge van de hoogere opbrengst dier belasting. De ver- volgingskosten der oninbaar gebleken posten der pi. dir. bel. bedroegen 209,25 en overschreden de geraamde som met f 84.25.Voor druk- en bindwerk, hoofdzakelijk in verband met de inwerkingtreding van het penningstelsel werd 28,62 méér dan de raming uitgegeven. De kosten van invordering der marktloonen bedroegen 305,72 méér dan ge raamd was, grootendeels ten behoeve van het op 1 Jan. '98 in werking getreden penningstelsel op de Veemarkt, voorts doordien voor de stempeling van vee en toezicht meer personeel is in dienst geweest, waarop bij de begrooting der uitgaven voor 1897 niet is kunnen worden gerekend. De invordering der Waag- en IJklóonen eischten eene uitgaaf van ƒ2109,31, zijnde ƒ177,31 boven de begrootingssomals gevolg van hoogere kosten van schoonmaak, vuur en licht van de waag en het kantoor van de kaasmarkt en van assistentie door stadswerklieden bij de invordering der weegloonen ook voor den ijk bleek de geraamde som niet voldoende. De vee- en vleeschkeuring kostte voorts (voor zoover de uitgaven op dit. art. worden ge bracht) 938,25 d. i. f 48,25 méér dan geraamd was; evenwel zijn hieronder eenige uitgaven be grepen voor de vischkeuring, waarvoor geene gel den zijn uitgetrokken. De schattingskosten der dranklokalen vorderden eene hoogere uitgaaf van 16,50. De kosten van het opmaken der kohieren van de pi. dir. bel. (onderdeel druk- en bindwerk en verdere kosten) bedroegen eindelijk 101,87 méér dan op de begrooting was uitgetrokken, in verband met de herziening der verordening. Volgn. 108. Kleeding en Wapening der politie dienaars en veldwachters 538, De som van 1500,op de begrooting uitge trokken, o. a. voor de kleeding der aan te stellen agenten, wegens uitbreiding van het personeel, was te laag. Bij volledige uitrustingzooals in casu moest plaats hebben, kost deze ongeveer ƒ150,— per man; voor gewoon onderhoud waarop de raming gebaseerd was, is 92,— jaarlijks voldoende. De mutatiën in het personeel der con troleurs had voorts eenige hoogere kleedingkosten ten gevolge. Volgn. 109. Onderhoud der wachthuizen, mits gaders licht en brandstoffen231, De kosten van verlichting en verwarming der wachthuizen bedroegen 1545,825, waarvoor 1325,— was uitgetrokken. Eenige kleine kosten van meubilair en onderhoud leidden voorts tot de overschrijding. Volgn. 111. Onderhoud der brandspuiten 87, De som van 410,voor regenjassen, helmen, zuigbuis en vlasslangen op de begrooting uitge trokken, bleek niet voldoende; de kosten terzake bedroegen 535,Bovendien eischte de aschbak onder de groote stoomspuit dringend vernieuwing, waarvan de kosten 80,bedroegen. Tengevolge van overschotten op andere onderdeelen van dit art. kan met een aanvulling van 87,worden volstaan. N°. DATUM. UUR. AANTAL. Gemiddelde Eng. Stand kaarsen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 1