44
DONDERDAG 28 APRIL 1898.
voorstel vereenigen, aan den Raad willen voordragen, aan J
den Minister van Binnenlandsche Zaken, namens de gemeente
Leiden, aan te bieden vergoeding van de kosten voor aankoop
van den grond voor den bouw van een proefstation voor
boterkeuring. Er is haast bij de zaakanders zou zij
schriftelijk zijn voorbereid. Maar binnen zeer enkele dagen
zal vermoedelijk een dergelijk wetsontwerp bij de Staten-
Generaal worden ingediend; wij moeten dus met ons aanbod
niet dralen. Ik kan meedeelen, dat B. en W. unaniem zijn
op hét punt van dit voorstel aan den Raad te doen.
Zonder discussie wordt overeenkomstig dit voorstel zonder
hoofdelijke stemming besloten.
De Voorzitter. Nu, mijne heeren, het tweede onderwerp,
waar ook eenigszins haast bij is. Zooals de heeren weten heeft
de Gemeente indertijd gekocht twee huisjes naast het gebouw
der Hoogere Bur gerschool in de Lokhorststraat. Huurders hadden
zich nog niet opgedaan, althans geene, die een goed aanbod
deden. Nu is van morgen dit adres ingekomen
Aan den Raad der Gemeente Leiden
Geven te kennen:
Abraham Raar, meubelmaker, wonende Oude Rijn 42en
J. N. v. d. Reydenzonder beroep, wonende Hooglandsche
Kerkgracht 20;
de eerste: dat hij het aan de gemeente toebehoorende perceel
Lokhorststraat 22 zou wenschen te huren voor den tijd van
drie jaren en hij bereid is daarvoor een huurprijs van 4 Gld
per week te betalen, terwijl hij verzoekt aan genoemd perceel
eenige herstellingen te doen verrichten en het van duinwater
te doen voorzien;
de tweede: dat hij zich borg stelt voor de nakoming der
verplichtingendie uit bovengenoemde overeenkomst voor
A. Raar voortvloeien.
Redenen waarom zij Uwen Raad verzoeken het perceel Lok
horststraat 22 te willen verhuren voor den tijd van driejaren
aan A. Raar voornoemd.
't Welk doende
A. Raar.
J. N. v. d. Reijden Sr.
Leiden, 28/4 1898.
Ook bij deze zaak is haastzij is dan ook reeds in de Com
missie van Fabricage behandeld. Deze had voorgesteld de huisjes
voor een jaar te verhuren, maar dat vond bij B. en W. be
zwaar. Nu de heer J. N. van der Reijden bereid is om als
borg op te treden voor den huurder, achten wij het wenschelijk
dat de huisjes voor drie jaren in plaats van voor een jaar wor
den verhuurd. Wij stellen thans voorons te machtigen, onder
nadere goedkeuring van Gedeputeerde Staten, die huisjes onders
hands te verhuren en daaraan te verbinden deze voorwaarde, dat
de Gemeente er ten allen tijde binnen den huurtijd van drie jaren
over zal kunnen beschikken, wanneer de huur drie maanden
van te voren wordt opgezegd.
Dienovereenkomstig wordt zonder discussie en zonder hoof
delijke stemming besloten.
De heer Dekhuyzen. M. d. V. Is het niet wenschelijk, dat
de Raad oris tevens machtigt tot het doen der kleine uitgaaf,
een ƒ80.— a ƒ100.— laten wij zeggen ƒ100.—, noodigvoor
het verven van den gevel en het aanbrengen van de duin
waterleiding
De Voorzitter. Kan de Raad die machtiging verleenen?
Wordt bij acclamatie aldus besloten.
De Voorzitter. Het spreekt vanzelf, dat beide voorstellen
zijn gedaan, behoudens nadere goedkeuring van Gedeputeerde
Staten.
Niemand verder het woord verlangende, wordt de Verga
dering gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.