50 Wij geven Uwe Vergadering mitsdien in overweging ons college tot de uitvoering der bovenbedoelde werken te machtigen en den hierbijgaanden staat van af- en overschrijving, ten be drage van ƒ210.vast te stellen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 100. Leiden, 30 April 1898. Aangezien adressant wegens overplaatsing naar 'sGraven- hage den 26en April jl. deze gemeente heeft verlaten, geven wij Uwe Vergadering in overweging gunstig op het hierbij- gaand verzoek te beschikkenen P. W. Bosboom terugbetaling te verleenen van betaald schoolgeld over de maanden Mei en Juni, ten bedrage van ƒ10.— Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Raad der Gemeente Leiden. Geeft met verschuldigden eerbied te kennen Bosboom. Pieter Willem, van beroep officier: dat hij, tengevolge zijner overplaatsing naar'sGravenhage met zijn gezin den 26sten April 1898 de gemeente Leiden heeft verlaten; dat zijn zoon gedurende zijn verblijf in Uwe gemeente de openbare school voor jongens le klasse heeft bezocht; dat door adressant het schoolgeldvoor het bezoeken dier school door zijnen zoon, over het 4e kwartaal, ingegaan 1 April j.l. (dienstjaar 1897/8) ten volle is betaald; dat hij echter meent, op grond van het bepaalde bij de verordening, aanspraak te kunnen maken op gedeeltelijke teruggave van het betaalde schoolgeld; redenen waarom adressant tot Uwe vergadering het verzoek richt hem wel teruggave te willen verleenen van hetgeen door hem te veel is betaald. 't Welk doende P. W. Bosboom, 's Gravenhage26 April 1898. Kapitein Reg. Grenadiers Elandstraat 38. en Jagers. No. 101. Leiden, 30 April 1898. Naar aanleiding van nevensgaand verzoekschrift van W. C. J. l)e Bruijn geven wij Uwe Vergadering in overweging aan adressant, wegens vertrek uit de gemeente met 1°. Mei, terugbetaling te verleenen van het door hem voor zijn zoon betaalde schoolgeld over de maanden Mei en Juni, ten be drage van ƒ10. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Aan den Gemeenteraad van Leiden, Geeft met verschuldigden eerbied te kennen W. C. J. De Bruijn, Stationschef: dat hij met 1° Mei 1898 de gemeente metterwoon gaat verlaten dat zijn zoon Willem op dat tijdstip zal ophouden de open bare school voor jongens le klasse te bezoeken; dat door hem het schoolgeld voor het bezoeken dier school over het 4e kwartaal ten volle is betaald; dat hij nochtans meent, op grond van het bepaalde bij de Verordening, aanspraak te kunnen maken op gedeelteiijke teruggave van het betaalde schoolgeld; redenen waarom hij tot Uwe Vergadering het verzoek richt, hem wel teruggave te willen verleenen van hetgeen door hem te veel werd betaald. 't Welk doende Leiden20 April 1898. W. C. J. De Bruijn. NO. 102. Leiden, 3 Mei 1898. Zooals uit nevensgaand adres van den heer W. Broekhuizen blijkt, hebben eenige oud-leerlingen van de openbare lagere scholen der 3e en 4e klasse bet voornemen opgevat de lessen in de vrije- en orde-oefeningen, destijds door hen genoten, voort te zetten en zouden zij daartoe gaarne gedurende 3 uren 's weeks tegen eene geringe vergoeding over een der gemeente lijke gymnastieklokalen willen beschikken. Het komt ons voor dat het streven dezer jongelieden alleszins toejuiching verdient en dat het op den weg ligt van het ge meentebestuur hun hierbij zooveel mogelijk behulpzaam te zijn. Wij geven Uwe Vergadering daarom in overweging aan den heer Broekhuizen tot wederopzeggens toe te vergunnen koste loos gebruik te maken van het gymnastieklokaal aan de Lange- brug op Dinsdag- en Vrijdagavond van 8.15 tot 9.45 uren, onder bepaling dat alle kosten van verlichting, verwarming, schoonhouden en bediening, alsmede die van herstel van even tueel aan gebouwen of meubilair toegebrachte schade door den gebruiker moeten worden vergoed, en dat alle door ons College reeds gemaakte of nog te maken bepalingen omtrent het gebruik van het lokaal door hem moeten worden nage komen. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. Leiden, 2 Mei 1898. In aansluiting aan het onderhoud, door II mij in den na middag van den 20sten April dezes ten raadhuize toegestaan, heb ik de eer U het volgende onder de aandacht te brengen. Eenige jongelui9 in getaloud-leerlingen der Leidsche Openb. Lagere Scholen 3e en 4e kl. wenschen het onderwijs dat zij in de Vrije- en Orde-oefeningen genoten hebben, onder mijne leiding voort te zetten tot herhaling en zoo mogelijk tot eenige uitbreiding van het geleerde en tot toepassing hier van op de toestellen, daartoe gewoonlijk gebruikt. Zal het onderwijs eenige vrucht dragendan vordert het ten minste drie uren per week. De huur van een lokaal, met de daarin aanwezige leermiddelen, voor de zaal Pieterskerkgracht bij voorbeeld, 20.per uur en per jaar, is voor hen evenwel te drukkend; maar daar zij gaarne iets willen betalen, heb ik gemeend hierin aanleiding te mogen vinden, U voor hen te verzoeken mij een gemeente-lokaaldat van de Openb. Lag. School 3e kl. n°. 4, of van de Hoogere Burgerschool voor Meisjes beschikbaar te stellen Dinsdags en Vrijdags telkens in den namiddag van 8 u. '15 tot 9 u. 45, en tegen eene geringere vergoeding van huur, dan gewoonlijk betaald wordt. Hoogachténd Uw dienstwill. dienaar Breestraat 147. W. Broekhuizen. No. 103. Leiden, 5 Mei 1898. Tegen den door Ileeren Regenten- van het Gereformeerd Minne- of Arme Oude Mannen- en \rouwenhuis ingedienden staat van af- en overschrijving, dienst 1897, heeft de Commissie van Financiën geene bedenkingen. Zij stelt U mitsdien voor tot goedkeuring van dien staat over te gaan. Aan den Gemeenteraad. De Comm. v. Financiën. No. 104. LICHTSTERKTE. Resultaten der waarnemingen aan de Gasfabriek te Leiden van 20—26 April 1898. (n°. 428) met 3,37 en J. Eswilder (n°. 422), N. Fockema (n°. 426), Wed. A. M. Hesper-Schmitt (n°. 425), C. D. Van Rossen (n°. 423) en R. Scholten (n°. 424) niet ontvankelijk te verklaren in hunne reclames. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 10(5. Leiden, 7 Mei 1898. Aangezien ons bij onderzoek is gebleken, dat de leerlinge .F. De Boer op 1 April 1.1. de Hoogere Burgerschool voor Meisjes heeft verlaten ten einde hare studiën in een andere richting voort te zettengeven wij Uwe Vergadering in overweging aan F. De Boer vrijstelling of terugbetaling te verleenen van schoolgeld voor zijne dochter, vroeger leerlinge der Hoogere Burgerschool voor Meisjes, over het 4e kwartaal van den cursus 1897'98, Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. 1 2 3 6 7 April. 20 21 22 23 24 25 26 6.45-8.30 6.45-8.45 6.45-8.45 6.45-8.30 6.45-8 45 6.45-8.45 6.45-8.45 7 8 7 8 7 8 8 16. 16. 16.2 16. 16.2 16.2 16.4 N0; 105. Leiden, 10 Mei 1898. Wij hebben de eer U hierbij aan te bieden de 4e lijst van bezwaarschriften tegen de kohieren der Plaatselijke Directe Belasting, over het jaar 1897 en stellen U voor, overeenkomstig ons advies, opgenomen in kolom 9 van die lijst, te vermin deren de aanslagen van P. J. Helder (n°. 427) met ƒ17,18 en F. G. Vermeulen N°. DATUM. UUR. AANTAL. Gemiddelde Eng.Standkaarsen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 2