DONDERDAG 14 APRIL 1808. 35 De Voorzitter. Zooals de heer Van Hamel reeds gezegd heeft, eene eigenlijke stemming komt niet te pas, tenzij een tegenstrijdig voorstel wordt gedaan. Wij wenschen ons voor- loopiq van het doen van een voorstel te onthouden-, maar wij behouden ons voor zoodra het gevaar dreigt, daarmede voor den dag te komen, terwijl de leden van den Raad vol komen vrij zijn zelfstandig het initiatief daartoe te nemen. Aangezien dus geen voorstel wordt gedaan in anderen zin en niemand verder het woord hierover verlangt, acht ik hiermede de zaak afgehandeld. XVII. Verzoek van Vos en Meyer te 'sllage, omtrent de aansluiting aan de gasleiding van de te bouwen huizen in het Villapark te Oegstgeest. (Zie Ing. St. n°. 74). In stemming gebracht, wordt dit verzoek, zonder discussie toegestaan met 18 tegen 2 stemmen. Vóór stemmen de heeren De Goeje, Siegenbeek van Ileu- kelom, Kaiser, Stadhouder, J. P. J. Driessen, Kerstens, Dek- huyzen, Van Dissel, L. Driessen, A. J. v. Hoeken, Juta, De Vries, Van Rhijn, Kroon, Zillésen, Ivorevaar, Den Mouter en IJasselbach. Tegen stemmen de heeren Van Lidth de Jeude en Van Hamel. XVIII. Voorstel van Commissarissen van de Stedelijke Gas fabriek tot uitkeering van een extra toelage aan het personeel der fabriek, bij gelegenheid van het 50-jarig bestaan dier fabriek. (Zie lng. St. n°. 75). De Voorzitter. Ik wensch hieraan toe te voegen hetgeen wellicht uit het voorstel niet duidelijk blijkt, dat hieronder niet is begrepen de directeur, die niet tot de beambten wordt begrependoch hoofdambtenaar is. De beer Van Lidtit de Jeude. Tot mijn spijt, M. d. V., zal ik mijne stem niet kunnen geven aan het voorstel zooals het hier ligt. Toen eenige maanden geleden van B. en Ws.een voorstel in den Raad kwam, om eene gratificatie te geven aan onzen vroegeren gemeente-architect voor de buitengewone diensten, 'die hij had bewezen bij den bouw van »Endegeest", toen heb ik niet geaarzeld mijne stem voor dat voorstel uit te brengen, omdat er werkelijk buitengewone diensten waren gepresteerd; en ik heb mij verder ook niets aangetrokken van de verdacht making, waaraan de voorstemmers van dat voorstel bij de jongste gemeenteraadsverkiezing, van zekere zijde, hebben bloot gestaan. Hier hebben wij echter met eene geheel andere quaestie te doen. Nu binnenkort de stedelijke gasfabriek 50 jaren zal hebben bestaan, willen Commissarissen, die altijd met zooveel ijver werkzaam zijn geweest, dien dag niet on opgemerkt voorbij laten gaan en doen daarom het voorstel als feestelijke wijding aan alle ambtenaren een week extra salaris uit te keeren. Wanneer er nu ooit sprake kan zijn van het geven van een cadeau direct of indirect uit de gemeentekas, dan is het wel hier in dit geval, omdat hier die week extra salaris niet kan gemotiveerd worden door onverplichte werkzaamheden. Ik kan mij voorstellen, dat men iemand die bijv. 25 jaren lang met veel ijver aan de gasfabriek is werkzaam geweest, eene gratificatie wil gevenmaar wat het 50-jarig bestaan der fabriek te maken heeft met eene uitkeering van grati ficatiën, dat is mij niet duidelijk. Ik kan mij ook begrijpen, dat een particulier, welke eene fabriek bezit waaruit hij winsten trekt, het 25- of 50-jarig bestaan daarvan feestelijk wil vierenen aan dat feest ook wil doen deelnemen door de werklieden van zijne fabriekmaar waarom eene gemeente zoo verbazend verheugd moet zijn juist over het 50-jarig bestaan van hare gasfabriek, begrijp ik minder goed. Daarbij komt nog, dat de gemeentelijke gasfabriek be oogt de exploitatie van een product, dat door de gemeentenaren zeiven wordt verbruikt. Dit alles doet mij geene vrijheid vinden om voor dit voor stel te stemmen, al zou mij eene eventueele verwerping leed doen voor de werklieden, die zich reeds illusies hebben ge maakt, welke dan niet zouden worden verwezenlijkt. De heer Juta. De heer Van Lidth de Jeude kan wel be grijpen dat een particulier fabrikant het 50-jarig bestaan van zijne fabriek feestelijk wil herdenken en daaraan ook zijne werklieden wil doen deelnemen, maar hij kan dit niet begrijpen, waar het geldt de herdenking van het 50-jarig bestaan van de gemeentelijke gasfabriek. Dat verschil is mij niet duidelijk. Ik zou de zaak juist andersom willen stellen. Waar de gemeente zich mag verheugen in het bezit van eene gasfabriek die zoo goede resultaten afwerpt, waarom zou zij dan aan de per sonen die werkzaam zijn geweest om jaarlijks die goede resultaten te verkrijgen, niet het 50-jarig bestaan feestelijk doen gedenken. Mijns inziens is het alleszins gewettigd. Commissarissen hebben beraadslaagd op welke wijze de feestelijke viering zou geschieden en zij hebben aan de voor gestelde wijze van feestvieren de voorkeur gegeven, omdat zij zoo uitnemend tevreden zijn over de hoogere en lagere beambten van de fabriek. Onder allen heerscht een uitmun tende geest. Over het algemeen zijn het oppassende men- schen, en omdat wij overtuigd zijn, dat de feestgave die voor hen bestemd wordt, goed gebruikt zal worden, ten nutte van het huishouden, hebben wij gemeend ons voorstel te moeten doen inplaats van de herdenking alleen te doen vieren door de hooger geplaatste ambtenarenzooals elders somtijds geschiedt. Wij hebben door ons voorstel willen doen uitkomen, dat wij waardeeren den goeden geest onder de werklieden en de ambitie voor hun werk, en zijn overtuigd, dat de gratificatie nuttig en goed zal worden besteed. In stemming gebracht, wordt het voorstel aangenomen met 17 tegen 3 stemmen. Vóór stemmen de heeren De Goeje, Siegenbeek van Heu- kelomKaiser, Kerstens, Dekhuyzen, Van Dissel, L Driessen, A. J. v. Hoeken, Juta, De Vries, Van Rhijn, Kroon, Van Hamel, Zillesen, Korevaar, Den Mouter en Hasselbach. Tegen stemmen de heeren Van Lidth de Jeude, Stadhouder en J. P. J. Driessen. Niets meer aan de orde zijnde, wordt de vergadering gesloten. Te Leiden ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 3