GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 37 Reglement yoor de Bank van Leening. Art. 5 (le en 2e lid). Commissarissen beheeren het kapitaal van de Bank en be waren alle geldswaarden en geldenwelke niet dadelijk voor de Bankoperatie noodig zijn en niet in beleening of op prolon gatie zijn uitgegeven. Zij nemen alle 14 dagen de kas op, onder berusting van den kassier, en zien toe dat die kas in geen geval meer in- houde dan gedekt wordt door gedeelte van de waarde van den borgtocht, door dien ambtenaar gesteld. Toelichting. De wijziging van het le lid beoogt niets anders dan om de Verordening in overeenstemming te brengen met de in de laatste jaren door Commissarissen in het financieel belang der gemeente gevolgde praktijk. (Men vergelijke de verslagen der Bank over 1894, pag. 25, over 1895, pag. 2 en '17, en over 1899, pag. 2 en 22). De wijziging van het 2e lid heeft de strekking om de door Commissarissen uitgeoefende controle ook werkelijk aan haar doel te doen beantwoorden De geregelde 14 daagsche opne ming welke thans plaats vindtheeftdaar zij van tevoren aan den kashouder bekend is, als controle-middel geen waarde. Het woord kassier is vervangen door controleurdaar de eerste betrekking vervallen is en de kas thans ingevolge art. 12 der Instructie voor de ambtenaren der Bank door den controleur wordt beheerd. Art. 22. De lokalen van de Bank zijn iederen werkdag voor het publiek geopend en wel gedurende de maanden Maart tot en met October van 's morgens half negen tot één uur en 's na middags van vijf tot negen uur; gedurende de andere maan den van het jaar van 's morgens negen tot één uur en 's na middags van vijf tot negen uur. Op den Zaterdagavond blijven de lokalen tot half elf opengesteld of zooveel langer als noodig is om het publiek, op het sluitingsuur aanwezig, van dienst te zijn. Op den Zaterdaq worden na zes uur qeene beleeninqen gesloten. Op de dagen welke voor het houden van de veilingen wor den aangewezen, kunnen Commissarissen hel getal urenge durende welke de Bank voor het publiek openstaat, beperken, zonder echter den toegang den geheelen dag te sluiten. Toelichting. Naar ons door Commissarissen is bericht, is hun bij ervaring gebleken, dat de diensturen beter kunnen worden geregeldzoowel in het belang van het publiek als van de ambtenaren. Zoo zou de avonddienst kunnen worden beperkt, aangezien, behalve des Zaterdags, slechts zeer weinig personen tusschen 8 en 9 uren de Bank bezoeken. Daaren tegen zou het wenschelijk zijn de Bank in den namiddag wat langer open te houden. Het verdient dientengevolge, naar wij meenen, aanbeveling de aanwijzing der uren over te laten aan Commissarissen, die daarbij rekening zullen kunnen houden met gebleken behoeften. Voorts is geblekendat sluiting der Bank voor enkele uren of dagen noodig kan zijn ook in andere gevallen dan het eene, thans in het 3e lid van art. 22 vermeld. Ook in dit opzicht zouden wij daarom meenen aan Commissarissen eenige meerdere vrij heid te moeten verleenen. INCwEKOMEN STITKKEIK. N°. 69. Leiden, 4 .April 1898. Door Commissarissen der Stads Bank van Leening werd ons College gewezen op de wenschelijkheidom verschillende wijzigingen aan te brengen in het Reglement van de Bank, vastgesteld door den Raad dezer gemeente bij Verordening van 20 November 1873 (Gem-B1- 1874 n°-9), goedgekeurd bij K.B. van 19 Februari 1874, n°. 3. Uit een daaromtrent ingesteld onder zoek is ons gebleken, dat de door Commissarissen tegen enkele artikelen der eenigszins verouderde Verordening aangevoerde bezwaren inderdaad gegrond zijn en er dan ook alleszins aan leiding bestaat om door wijziging der Verordening aan die bezwaren tegemoet te komen. Wij geven Uwe vergadering daarom in overweging om de artt. 5, le en 2e lid, 22 en het 2e lid van art. 33 der Verordening, houdende Reglement voor de Bank van Leening, in den hieronder aangegeven zin te wijzigen. Daarnevens zullen wij den text der thans geldende bepalingen vermelden en de redenenwaarom wijziging ons noodig schijnt, voor zooveel noodig toelichten. Art. 5 (le en 2e lid). Commissarissen beheeren het kapitaal van de Bank. Zij beleggen de gelden, die naar hun oordeel oogenblikkelijk voor de Bankoperatiën niet noodig zijnin beleening of op prolon gatie of storten die tijdelijk bij den Gemeente-Ontvanger. Zij nemen ten minste zes malen per jaar de kas op, onder berusting van den controleur en zien toe, dat die kas in geen geval meer inhoude dan gedekt wordt door gedeelte van de waarde van den borgtocht, door dien ambtenaar gesteld. Art. 22. De lokalen van de Bank zijn iederen werkdag voor het publiek geopend gedurende ten minste acht uren op de uren, door Commissarissen aan te wijzen. Op den Zaterdagavond blijven de lokalen in ieder geval tot half elf opengesteld, of zooveel langer als noodig is, om het publiek, op het sluitingsuur aanwezig, van dienst te zijn. Commissarissen zijn bevoegd voor het houden der veilingen, het tellen der panden of wegens andere bij zondere omstandig heden voor één of meer dagen, hetzij de diensturen der Bank te beperken, hetzij de Bank voor het publiek te sluiten I

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 1