32
MAANDAG 28 MAART 1898.
onbeproefd zal laten om het mij weldra waardig te maken.
De belangen van Leiden zullen mijn belangen zijn. En in
dienstvaardigheid tegenover u zal ik trachten mijn voorganger
te evenaren. En wanneer gij u dan wellicht na enkele jaren
de vraag zult stellen: »deed ik een goede keuze?" dan hoop
ik gij u zeiven met volle overtuiging zult kunnen antwoorden:
smoest ik heden kiezen, ik zou geen anderen kiezen".
Maar ik meen de gewichtige betrekking van Secretaris dezer
gemeente niet te mogen aanvaarden, zonder nog met een enkel
woord een beroep te hebben gedaan ook op de medewerking
mijner ambtgenooten, hoofden van de verschillende takken
van dienst. Want, hoe kort ook, toch ben ik reeds te lang in
dienst der gemeente werkzaam, dan dat ik niet, ten volle
overtuigd zou zijn, dat de belangen der gemeente alleen dan
op waarlijk goede wijze kunnen worden behartigd, wanneer
wij, hoofdambtenaren, in goede verstandhouding samengaan en
elkander hulp en bijstand verleenen, zooveel ons dit mogelijk is.
En in het bijzonder ook doe ik een beroep op hen, met
wie ik dagelijks zal verkeeren, de ambtenaren der gemeente
secretarie. In den meer bescheiden werkkring, die achter mij
i ligt, had ik ruimschoots gelegenheid hun kennis, ervaring en
hulpvaardigheid te leeren waardeeren. Mogen zij die blijven
aanwenden ten nutte der gemeente. Dan zullen zij ook mij
steeds bereid vinden om hunne belangen voor te staan, zoo
dikwijls die hand aan hand gaan met het belang der gemeente.
En wanneer dan allen, Burgemeester, hoogere en lagere be
ambten. aan deze roepstem gehoor geven, dan voorzeker zal,
onder uwe voortreffelijke leiding, de administratie dezer ge
meente goed worden gevoerd en zullen de besluiten, door den
Gemeenteraad genomen, ook zóó worden uitgevoerd, dat zij
zullen strekken tot heil der gemeente.
En hiermede aanvaard ik mijne betrekking, onder het uit
spreken mijner beste wenschen voor den bloei der oude
Sleutelstad, het ons allen dierbaar Leiden.
De Voorzitter. Thans rest, mij nog mijn dank te betuigen
aan den wethouder Dekhuyzen die als waarnemend Secretaris
belangrijke diensten aan de gemeente heeft bewezen.
De Vergadering wordt gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.