GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. 17 UtdEKAHEH' STITKKEBT. N°. 30. Leiden, 14 Februari 1898. Ingevolge raadsbesluit van 28 December 1893, waarbij aan de Gebroeders Van Ulden werd verpacht het reinhouden van de gemeente in vijf perceelen, werd bij acte van 9 April 1894 velleden ten overslaan van den notaris Mr. J. A. F. Coebergh voor de nakoming van de verplichtingen welke uit de overeenkomst voortvloeien en ter voldoening aan het bepaalde in art. 44, laatste alinea der voorwaarden van verpachting hypotheek verleend op de navolgende on roerende goederenten einde door de gemeente Leiden ten allen tijde tot, een bedrag van 40.000 zal kunnen worden verhaald, hetgeen blijken mocht te eeniger tijd door de pachters naar aanleiding van het bepaalde in art. 44 te zijn verschuldigd. Door Petrus Van Ulden op een staalstede en water in de Waard onder de gemeente Leiderdorp, kadaster Sectie A n". 1037 en 1524, te samen groot 8 aren en 60 centiaren, welk onroerend goed met geene hypothekaire inschrijvingen is belast. Door Johannes Van Ulden en Petrus Van Ulden. 1. Een pakhuis er erf te Leiden aan de Oranjegracht nommer 39, kadaster Sectie C, nommer 563, groot zes en tachtig centiaren. 2. Een huis er erf aldaar in de Groenesteeg, nommer 71, kadaster Sectie C, nommer 547, groot vier en vijftig centiaren. 3. Eenige staalgronden met daarop staande gebouwen en water, in de Waardonder de gemeente Leiderdorp, kadastraal bekend in Sectie A. a. onder de nommers 992, 965, 967 tot 977,980,985, 1522, 1587, 3030, 3031 en 3032 groot een hectare negen en zestig aren, drie en negentig centiaren. b. onder de nommers 986, 1521, 979. 994 tot en met 997, 1022, 1023, 1283, 1484, 1519, groot negen en vijftig aren, vijf en vijftig centiaren. 4. Een huis en erf te Zoeterwoude aan den Hoogen Rijn dijk, kadaster Sectie F, nommer 902, groot negen en negentig centiaren. 5. De buitenplaats »Rhijnstroom" bestaande uit heerenhuis, tuinmanswoning, koetshuis, schuur en volière, aan den Hoogen Rijndijk te Zoeterwoude, kadaster Sectie F, nommers 930 tot en met 934, 1108, 1113 en 1116, samen groot een hectare, elf aren, vijf en twintig centiaren. 6. Een huis, schuur en erf te Leiderdorp aan de Rijnkade, kadaster Sectie A, nommer 2590, groot vier aren, vijftien centiaren. Het onroerend goed onder 3b vermeld was met geene hypo thecaire inschrijvingen belast en de overige bezwaard als volgt dat onder nommer 1 en de kadastrale perceelen gemeente Leiderdorp, Sectie A nommers 992, 3030, 3031 en 3032, ver meld onder 3a met een hypothekaire inschrijving groot vier duizend acht honderd gulden ten behoeve van Wilhelmus Adrianus Van Rijn te Zoeterwoude, dat onder nommer 2, de perceelen gemeente Leiderdorp, Sectie A, nommers 965, 967 tot en met 977, 980, 985, 1522 en 1587 vermeld onder 3a en het perceel nommer 4 omschre ven, met eene inschrijving groot vijf duizend gulden ten behoeve van den heer Nicolaas Stadhouder te Leiden en dezelfde perceelen met die onder nommers 5 en 6 vermeld, nog met eene inschrijving groot dertien duizend gulden ten behoeve van den heer Balthazar Raumann te Leiden. Ten aanzien van deze hypotheekstelling werd daarbij onder meerderen het volgende overeengekomen Zonder schriftelijke toestemming van Burgemeester en Wet houders mag het bezwaarde niet worden vervreemdnoch met verdere hypothecaire verbanden of met andere zakelijke rechten bezwaard. Bij niet voldoening van de in art. 44 der vermelde voor waarden bepaalde boete is de gemeente Leiden onherroepelijk gemachtigd de bezwaarde onroerende goederen in het open baar te doen verkoopen, ten einde uit de opbrengst het aan haar verschuldigde met de kosten te verhalen. Bij willige verkooping van de onroerende goederen heeft geene zuivering plaats van de daarop te nemen inschrijving. Voor zooverre sommige der vorenstaande bedingen door het bestaan der voormelde inschrijvingen, alsnog geen gevolg zouden kunnen hebben zullen zij echter volle kracht en waarde verkrijgen, zoodra die inschrijvingen zullen zijn doorgehaald en de gemeente Leiden alzoo eerste hypotheek op al de per ceelen zal hebben verkregen. Verder werden krachtens Raadsbesluit van 21 November 1895 mot betrekking tot de inschrijving, welke uit kracht van de bovenbedoelde akte van 9 April 1894 was genomen ten be hoeve van de gemeente Leiden en ten laste van Petrus Van Ulden, speciaal uit het verband dier inschrijving ontslagen de perceelenbij het, kadaster beleend gemeente Leiderdorp Sectie A n° 1037 en 1524, te zanten groot 8 aren 60 centiaren, destijds staande ten name van Jacoba Maria Platteelechtge- noote van Fokke Petrus De Vries, blijvende vermelde inschrij ving voor zooveel de overige verbonden perceelen betreft van volle kracht en waarde. Thans hebben de Gebroeders Van Ulden zich tot Uwe Ver gadering gewend met de mededeeling, dat zij het perceel, vroeger gemeente Zoeterwoude, thans kadastraal bekend ge meente Leiden, Sectie M n". 1625, groot 42 aren 45 centiaren, wenschen te verkoopen voor een som van 14482, te voldoen bij de levering vrij van hypotheeken in den loop van het jaar 1898, dat genoemd perceel met de aangrenzende daarbij om schreven perceelen belast waren met eene hypothecaire in schrijving, groot ƒ13060.en met verzoek machtiging te verleenen om genoemd perceelkadastraal bekend sectie M n". 1625 uit het hypothecair verband ten behoeve van de ge meente Leiden te ontslaanonder voorwaarde dat de koopprijs geheel zal strekken tot aflossing van hypothecaire schulden op de overblijvende onroerende goederen ten behoeve van de gemeente Leiden bij hypothecaire verbanden gevestigd. Het komt ons voor dat zonder bezwaar aan het verlangen van adressanten kan worden voldaanwaardoor de voorge nomen verkoop van het bovenaangehaald perceel kan plaats hebben. Ten gevolge toch van de aflossing van een gedeelte van de op de ten behoeve van de gemeente Leiden hypothecair verbonden perceelen rustende hypotheken van hoogeren rang tot een bedrag van 14482, zijnde de som waarvoor het boven bedoeld perceel door adressanten kan worden verkocht, welke koopprijs aanzienlijk hooger is dan onder gewone omstandig heden voor dit perceel zou te bedingen zijn, vermeerdert de door Leiden gevorderde waarborg voor de nakoming van de verplichtingen, krachtens het contract op de pachters van het reinhouden der gemeente rustende. Adressanten stellen voor de koopsom aan te wenden, hetzij tot aflossing van de hypothecaire inschrijving ad 13000 ten behoeve van den heer Raumanrustende op de daarbij ver melde perceelen, vroeger gemeente Zoeterwoude, zoodat de gemeente Leiden op die perceelen alsdan eene eerste hypotheek zoude verkrijgen, hetzij de koopsom aan te wenden in de eerste plaats tot aflossing van de hypothecaire schulden ad 9800, r ustende op de perceelen vermeld in art. 44 der voor waarden alsmede van het hypothecair verband daarop rus tende ter verzekering van de schuldvordering Raumann, tot de overneming van welke perceelen de gemeente Leiden be voegd is gedurende den loop van het pachtcontract en de overblijvende gelden van de koopsom te bestemmen tot ver mindering van de op de andere onroerende goederen rustende hypotheken. Wij meenen aan dit laatste voorstel de voorkeur te moeten toekennen en wel op grond dat de eventueele overneming van het terrein aan de Waard op gemakkelijker wijze zal kunnen plaats vinden. Dat onroerend goed toch zal alsdan alleen bezwaard zijn met eene hypotheek ten behoeve van de gemeente Leiden. Wij geven Uwe Vergadering op grond van een en ander in overweging krachtens het contract van 9 April '1894 art 4 aan Gebroeders Van Ulden toestemming te verleenen tot ver koop van het perceelthans bekend gemeente Leiden, Sectie M. n°. 1625, groot 42 aren en 45 centiaren voor een koopsom van ƒ14482,en machtiging te verleenen om dat perceel te ontslaan uit het hypothekair verband daarop krachtens de bovenaangehaalde akte ten behoeven van de gemeente Leiden gevestigd, onder bepaling dat de koopsom moet worden aan gewend in de eerste plaats tot aflossing van de op de per ceelen vermeld in art. 44 der voorwaarden van de verpachting van het rein houden der gemeenterustende hypotheken daarop gevestigd ten behoeve van anderen dan de gemeente Leiden en vervolgens tot aflossing van een gedeelte van de overige hypotheken ten behoeve van anderen dan de gemeente Leiden op de ten behoeve van de gemeente Leiden hypothekair verbonden perceelen van de Gebroeders Van Ulden, met dien verstande dat tot het ontslaan uit het hypothekair verband vati het bovenvermeld perceel, kadastraal bekend gemeente Leiden, Sectie M. n°. 1625, ten behoeve van de gemeente Leiden niet zal worden overgegaan alvorens het bewijs is overgelegd dat de perceelen vermeld in art. 44 der Voorwaarden van verpachting van de hypothekaire verbanden daarop rus tende ten behoeve van anderen dan de gemeente Leiden zijn ontheven en het overblijvend deel van de koopsom boven vermeld van ƒ14482,is aangewend tot gedeeltelijke aflos sing van de op de overige aan Gebroeders Van Ulden toebe- hoorende eigendommen ten behoeve van anderen dan de gemeente Leiden gevestigde hypotheken, blijvende verder alle voorwaarden verbonden aan de ten behoeve van de gemeente Leiden gevestigde hypotheken van volle kracht en waarde. Verder kunnen wij mededeelen dat de overgangsweg ter breedte van 5 meter over Rijnstroom is verlegd en dat thans de overgangsweg is gelegd aan de westzijde van het aan Rijnstroom grenzend perceel N°. 1624, toebehoorende aan

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1898 | | pagina 1