DONDERDAG 18 NOVEMBER 1897.
117
Zitting van Donderdag IS November 1§97.
Geopend des namiddags te drie uren.
Voorzitter: de heer Mr. F. WAS, Burgemeester.
Te behandelen onderwerpen:
1°. Voorstel tot opnieuw vaststelling van de verordeningen
op de heffing en invordering van havengeld. (284)
2°. Idem tot vaststelling van gewijzigde verordeningen op de
heffing en invordering van eene plaatselijke directe belasting.
(285 en 286)
Tegenwoordig zijn 22 leden, als de heeren:
Zillesen, De Goeje, Stadhoudev, Zaaijer, Van Hamel, A. J.
Van Hoeken J.Jzn., P. J. Van Hoeken, J. P. Driessen, Verster
van Wulverhorst, Van Rhijn, Eerstens, Van Lidth de Jeude,
Drucker, Kaiser, Hasselbach, Egbert de Vries, Van Dissel,
Dekhuyzen, Korevaar, Siegenbeek van Heukelom, Pera, Juta,
alsmede de Burgemeester Voorzitter.
Afwezig zijn de heeren: L. Driessen, Van Kempen, Kroon
en Fockema Andreae.
De notulen der vergadering van Donderdag 11 Nov. jl.
worden gelezen en goedgekeurd.
De Voorzitter. Ik heb de eer den Raad mede te deelen,
dat zijn ingekomen:
1°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd.
8/11 November j.l. B N°. 3756 (3e afd.) G. S. n°. 24, ten ge
leide van de goedgekeurde rekening van ontvangsten en Uit
gaven der gemeente over den dienst 1896.
2°. Missive van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
dd. 9/11 November j.l. B. N°. 1130 (4e afd.) G. S. n°. 70, hou
dende mededeeling dat zij berusten in het raadsbesluit, waarbij
voor den dienst 1898 een subsidie van ƒ3840.is toegekend
aan de Stedel. Werkinrichting.
3°. Idem als voren dd. 9/11 November j.l. ten geleide van
de goedgekeurde begrooting der dienstd. Schutterij dezer ge
meente voor het dienstjaar 1898.
4°. Dispositie van de Ged. Staten van Zuid-Holland dd. 9/13
November j.l. B. N°. 3868 (3e afd.) G. S. n<>. 43/1, ten geleide
van de goedgekeurde raadsbesluiten van 28 October j.l. tot
aankoop van 2 perceelen in de Lokhorststraat en tot onder-
handsche verhuring van weiland bij Endegeest aan C. Van
der Wilk en Jac. De Groot.
5°. Dispositie van de Gedep. Staten van Zuid-Holland dd.
9/13 November j.l. B. N°. 3868 (3e afd.) G. S. n°. 43/2 ten
geleide van het goedgekeurd raadsbesluit van 28 October j.l.
tot verhooging van de Gemeentebegrooting dienst 1897 in
ontvangst en uitgaaf met ƒ5146, voor de kosten van den aan
koop van de 2 perceelen in de Lokhorststraat.
6°. Missive van de Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
dd. 8/13 November j.l. B. N°. 3877 (3e afd.) G. S. n°. 22, ten
geleide van het goedgekeurd Eerste suppletoir kohier der plaats,
directe belasting, dienst 1897.
Worden voor kennisgeving aangenomen.
7°. Missive van Curatoren der Rijks-Universiteit, d.d. 16 No
vember j.l., omtrent de aanwijzing door het Gemeentebestuur
van een arbiter in zake het geschil over de verlenging van het
tarief der verplegingskosten van de stads zieke armen in het
Ziekenhuis.
De Voorzitter. Naar aanleiding dezer missive en ook met
het oog hierop, dat wellicht de volgende vergadering eerst
over veertien dagen zal worden gehouden, stel ik voor de
aanwijzing van een arbiter te laten doen door B. en Ws.
tenzij de Raad de benoeming aan zich wenscht te houden.
Overeenkomstig het voorstel wordt bij acclamatie besloten.
8°. Prospectus van Van Hasselt C°. omtrent de verkrijg
baar stelling van de levensgroote buste van H. M. de Koningin.
Wordt ter inzage van de leden in de leeskamer nedergelegd.
De Voorzitter legt vervolgens over:
Adres van Mr. H. B. Greven, houdende verzoek om voorals
nog niet te beschikken op een ingekomen verzoek om den
eigendom van een stukje gemeentegrond, gelegen aan den
Apothekersdijk naast het huis van wijlen Dr. Suringar, met het
oog op een eerlang te stichten »Leidsch Volkshuis", in dat perceel.
Wordt gesteld in handen van Burg. en Weth.
Aan de orde is:
I. Voorstel tot het opnieuw vaststellen van de verorde
ningen op de heffing en invordering van havengeld.
(Zie Ing. St. n°. 284).
De Voorzitter. Aangezien deze zaak reeds in eene vorige
vergadering geheel en al is behandeld, stel ik voor de ver
ordening niet artikelsgewijze te behandelen
Wenscht een van de leden over het voorstel het woord
te voeren?
Zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming wordt
het voorstel goedgekeurd.
II. Idem tot vaststelling van gewijzigde verordeningen op
de heffing en invordering van eene plaatselijke directe be
lasting.
(Zie Ing. St. n°. 285 en 286).
De Voorzitter. De heeren hebben nog tijdig ontvangen
het advies der commissie van finantiën. Daaromtrent kan ik
meedeelen, dat B. en W.zooals ik bij art. 6 nader zal mee-
deelen, de wijziging, door de Commissie voorgesteld, overne
men; tegen die wijziging bestaat bij ons geen bezwaar.
Wenscht iemand algemeene beraadslagingen te voeren?
De heeren hebben gezien, dat het voorgestelde ongeveerde
bestaande verordening is, en slechts enkele wijzigingen daarin
zijn voorgedragen.
De algemeene beraadslaging wordt gesloten.
Artt. 4—5 worden achtereenvolgens zonder beraadslaging
en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Beraadslaging over art. 6.
De Voorzitter. Hierin moeten dus vervallen de woorden:
van de kosten van verzekering en onderhoud van
onroerende goederen, en" naar aanleiding van de opmerking
der commissie van finantiën. Wij hadden die woorden er
duidelijkheidshalve ingezet, maar geven toe, dat de belang
hebbenden ook zonder die bijvoeging er wel op letten de
onderhoudskosten af te trekken. B. en Ws. hebben dus tegen
deze weglating geen bezwaar.
De heer Van Hamel In de vorige verordening stonden in
dat art. een paar woorden, die in deze nieuw voorgestelde
niet voorkomen, n.l. in de 3e al. stond er nog bij»van wat
tot verkrijging, verzekering of behoud dezer voordeelen is be
steed geworden." Nu zou men uit het feit, dat nu deze woorden
zijn weggelaten, later kunnen afleiden, dat niet de bedoeling
is dat hierbij in aanmerking te nemen. Maar het komt mij
toch voor, dat dat wel de bedoeling van de ordening zal
moeten zijn, n.l. dat men de onkosten in rekening mag brengen,
dus de belasting slechts zal worden geheven van het zuiver
inkomen.
In het art. staat, dat als zuiver inkomen zal worden be
schouwd zoo en zoo, na aftrek van dit en dat.
Nu de aangehaalde woorden er dus niet meer bijstaan, zou
het kunnen zijn, dat dat zoo werd uitgelegd, dat men die
kosten van verkrijging, verzekering of behoud er niet meer
mocht, aftrekken.
De Voorzitter. Dat is de bedoeling niet; de woorden
schenen ons onduidelijk toe, en in de toepessing is ook
herhaaldelijk gebleken, dat zij door de belastingschuldigen
niet werden begrepen.
In het algemeen is de grondslag der belasting het zuiver
inkomen. Wat kan worden afgetrokken van dat zuiver inko
men moet opgenoemd worden; maar het spreekt vanzelf dat
iemand, die een bedrijf heeft, de onkosten van dat bedrijf
in rekening brengtom tot het zuivere inkomen te geraken.
Dat behoeft echter niet te worden vermeld, gelijk de com
missie van finantiën heeft opgemerkt, want het spreekt van
zelf, omdat de grondslag der heffing is het zuiver inkomen.
Wij meenden, dat de woorden onduidelijk waren, en bij de
toepassing is ook herhaaldelijk gebleken dat men ze niet
begreep. Maar een winkelier begrijpt wel, dat hij het loon
van zijn knecht b.v. mag aftrekken omdat hij dat op zijn
onkosten rekening brengt. Daarover is nooit verschil ontstaan
de onkostenrekening wordt soms wel te ruim genomen,
doch nooit te laag geraamd. Daarvan kan men zeker zijn.
De Heer Van Hamel. Dus door het weglaten der woorden,
wordt later geen andere gedragslijn gevolgd?
De Voorzitter. Neen, de grondslag van de belasting, het
zuiver inkomen, blijft bestaan.
Art. 6 wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
Art. 7.
De Voorzitter. Hierbij is eene wijziging gebracht in de
classificatie De klassen zijn enger geworden, vooral de hoogere.
Het art. wordt zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd.
De artt. 8—16 worden achtereenvolgens zonder beraadsla
ging en zonder hoofdelijke stemming goedgekeurd, evenals
daarna de verordening op de heffing in haar geheel.
Evenzoo worden de artt. 1—8 der verordening regelende de
invordering dezer belasting achtereenvolgens goedgekeurd
zonder beraadslaging en zonder hoofdelijke stemming, en ten
slotte de verordening in haar geheel.
Niemand meer het woord verlangende wordt de vergadering
gesloten.
Te Leiden, ter Boekdrukkerij van J. J. Groen Zoon.