GEMEENTERAAD VAN LEIDEN. IXGEKOMEN STUKKEN. N°. 122. Leiden, 25 Mei 1897. Ter voldoening aan den inhoud van het hierbij overgelegd schrijven van Gedeputeerde Staten dezer Provincie, hebben wij eene indeeling van deze gemeente in drie kiesdistricten voor de verkiezing van leden van den gemeenteraad ontworpen, welke concept-indeeling wij aan Uwe Vergadering ter vast stelling aanbieden. Uit den aard der zaak kon de concept- indeeling in drie kiesdistricten, zooals wij die bij onze aan het slot van het schrijven van Gedeputeerde Staten aange haalde missives van 11 Oct. 1894 en volgende aan den Heer Commissaris der Koningin in dit gewest op diens uitnoodiging destijds toezonden, geen dienst meer doen, eensdeels omdat die indeeling gebaseerd was op den toestand dezer gemeente vóór de grensuitbreidinganderdeels omdat het wenschelijk voorkomt bij de indeeling der gemeente in kiesdistricten de zelfde stemdistricten te behoudenwelke reeds bij Besluit van den Minister van Binnenlandsche Zaken van 20 Februari 1897 n°. 835 voor de verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn vastgesteld. Volgens onderstaande concept-indeeling wordt de gemeente voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad gesplitst in drie kiesdistricten, waarvan het le kiesdistrict ruim 17000 zielen telt, het 2e kiesdistrict ongeveer 19000 en het 3e kies district ruim 17000. Het aantal leden van den Gemeenteraad, 27 bedragende, kan derhalve gelijkelijk over die kiesdistricten verdeeld worden. Voor elk kiesdistrict hebben negen leden zitting, terwijl bij elke periodieke verkiezing in ieder kiesdistrict drie leden af treden. Bij de voorgestelde indeeling kunnen behouden blijven de reeds voor de verkiezing van een lid van de Tweede Kamer der Staten-Generaal vastgestelde stemdistricten en zullen alzoo het le kiesdistrict bevatten drie stemdistricten (I, IlIealV), het 2e kiesdistrict drie stemdistricten (II, V en VIII), en het 3e kiesdistrict huee stemdistricten (VI en VII). De kiesdistricten zijn op deze wijze zóó samengesteld, dat de daarin begrepen stemdistricten alle aan elkander sluiten, terwijl in elk kiesdistrict een stuk van het nieuwe gedeelte der gemeente is opgenomen. Concept-indeeling van de gemeente Leiden in drie kies districten voor de verkiezing van leden van den Gemeenteraad. KIESDISTRICT I. Het eerste kiesdistrict bevat de wijken I, III, IV, VII en XI, zooals die wijken zijn vastgesteld bij de Verordening van 30 Juli 1890 (Gem. blad n°. 11 van 1896) en wordt alzoo be grensd door het Galgewater tusschen de Bostelbrug en den Witten Singel, den Witten Singel tot aan den Vliet, den Vliet, het Rapenburg en het Steenschuur tot aan het Leven daal, het Levendaal tot aan de Kraaierstraatde Kraaier- straat, den Zoeterwoudschen Singel van de Kraaierstraat tot aan de sloot langs het Philosophenpadde sloot langs het Philosophenpadde Molenslootde Roomburgerwateringden Nieuwen Rijn tot aan de Heerengracht, de Heerengracht, den Ouden Rijn en den Rijn tot aan de Bostelbrug. KIESDISTRICT II. Het tweede kiesdistrict bevat de wijken II, V, IX en XII, zooals die wijken zijn vastgesteld bij de Verordening van 30 Juli 1896 (Gemeenteblad n°. 11 van 1890) en wordt alzoo be grensd door: het Galgewater tusschen de Bostelbrug en den Witten Singel, den Witten Singel tot aan den Vliet, den Vliet, het Rapenburg en het Steenschuur tot aan het Leven daal, het Levendaal tot aan de Kraaierstraat, de Kraaier straat, den Zoeterwoudschen Singel van de Kraaierstraat tot aan de sloot langs het Philosophenpad, de sloot langs het Philosophenpad, de Molensloot en de Roomburgerwatering tot aan den Staatsspoorweg. De grens volgt dan de grens der gemeente langs den Staatsspoorweg en zoo voorts tot aan den Verbindingsspoorweg der Gasfabriek, den Verbin dingsspoorweg der Gasfabriek tot aan den Maresingelden Maresingel tot aan de Oude Heerengracht, de Oude Heeren gracht, de Oude Vest en het water van de Turfmarkt tot aan de Bostelbrug. KIESDISTRICT III. Het derde kiesdistrict bevat de wijken VI, VIII en X, zooals die wijken zijn vastgesteld bij de Verordening van 30 Juli '1890 (Gemeenteblad n°. 11 van 1896) en wordt alzoo begrensd door: den Rijn tusschen de Bostelbrug en den Ouden Rijn, den Ouden Rijn, de Heerengracht, den Nieuwen Rijn tus schen de Heerengracht en de oostelijke grens der gemeente. De grens volgt dan de grens der gemeente tot aan den Ver bindingsspoorweg der Gasfabriek, den Verbindingsspoorweg der Gasfabriek tot aan den Maresingel, den Maresingel tot aan de Oude Heerengracht, de Oude Heerengracht, de Oude Vest en het water van de Turfmarkt tot aan de Bostelbrug. Aldus vastgesteld door den Gemeenteraad van Leiden in zijne Vergadering van Burgemeester en Wethouders van Leiden. 's-Gravenhageden 24 Mei 1897. Art. 2 der wet van 28 April 1897 (Stbl. n°. 110) tot wijzi ging der gemeentewet, welke wet op den 4en Juni a. s. in werking treedt, vordert dat uwe gemeente voor de verkie zing van leden van den gemeenteraad in drie kiesdistricten worde gesplitst. Volgens datzelfde artikel moet door ons College, den Raad gehoord, de verdeeling dier districten en het getal der in elk district zoo in het geheel als bij elke periodieke aftreding te kiezen leden geregeld worden, met dien verstande dat in de kiesdistricten zooveel mogelijk een gelijk getal leden ge kozen worde en dit getal in behoorlijke evenredigheid sta tot de bevolking van ieder district. Het komt ons zeer gewenscht voor, met het oog op de periodieke verkiezingen van leden van den gemeenteraad, welke dit jaar reeds den 29en Juni a. s. moeten plaats heb ben en met het oog op het geen na de regeling der districten vóór dien 29 Juni a. s. nog aan de gemeentebesturen te doen staat, dat die verdeeling in kiesdistricten door ons zoo spoedig mogelijk kunne geschieden. Daarom hebben wij de eer U uit te noodigen zoo spoedig mogelijk, in ieder geval binnen i4 dagen, aan ons te doen toekomen eene door den raad uwer gemeente vastgestelde concept-indeeling in drie kiesdistricten met opgave van het getal der in elk district, zoo in het geheel als bij elke perio dieke aftreding te kiezen ledenen vermelding ten naastenbij der bevolking van ieder district. Bij Uw schrijven van 11 October 1894 n°. 861 in verband met dat van 27 October 1894 n°. 900 en dat van 14 Novem ber d. a. v. n°. 963 werd aan den Commissaris der Koningin in dit gewest op diens uitnoodiging door U reeds eene con cept-indeeling Uwer gemeente in drie kiesdistricten toege zonden. De Gedeputeerde Staten der provincie Zuid-Holland Fock, Voorzitter. F. Tavenraat, Griffier. Aan Ileeren Burgemeester en Weth der gemeente Leiden. N°. 123. Leiden, 26 Mei 1897. Ingevolge art. 8 van de Verordening van 9 Januari 1896, houdende Reglement op het beheer en bestuur van het Krank zinnigengesticht Endegeest, hebben wij de eer U hiernevens aan te bieden eene na raadpleging van de Commissie van het Krankzinnigengesticht opgemaakte voordracht van twee per sonen voor de benoeming van een tweeden geneesheer van het gesticht, als: le. J. VAN DER KOLK, arts, waarnemend derde genees heer aan het gesticht »Coudewater" te Rosmalen; 2e. II. BURGERHOUT, arts te Leiden. Onder mededeeling dat de betrekkelijke stukken in de Lees kamer ter inzage van de leden zijn nedergelegd, geven wij Uwe Vergadering in overweging tot de benoeming van een tweeden geneesheer van het Krankzinnigengesticht Endegeest over te gaan. Aan den Gemeenteraad. Burg. en Weth. van Leiden. N°. 124. Leiden, 24 Mei 1897. Onder overlegging van nevensgaand schrijven van Commis sarissen der Bank van Leening, d.d. 20 Mei j.lmet den inhoud waarvan wij ons vereenigen, geven wij Uwe Verga dering in overweging aan de heeren P. J. C. Dee, R. Pronk en W. Mathol de Jongh, ter zake van het door hen ingesteld

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Handelingen van de Raad | 1897 | | pagina 1